Managing director Hadewych Kuiper en impact manager Nikkie Pelzer van Triodos Investment Management leveren in een recente commentaar kritiek op het feit dat nogal wat asset managers recent hun artikel 9-fondsen gedowngraded hebben naar artikel 8.
Beiden zijn teleurgesteld en geven aan dat de financiële sector hiermee kiest voor een status quo in plaats van resoluut voor een duurzame toekomst te gaan. We schoven met hen om tafel om een stand van zaken op te maken.
Even ter herinnering: Europa verplichtte onder de EU-Taxonomie duurzame beleggingsfondsen om tegen 1 januari 2023 aan te geven welk deel van hun portefeuille groen is. De verplichting maakte deel uit van de European Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR). Vermogensbeheerders moesten daarbij aangeven tot welke klasse hun fonds behoort – voor duurzame fondsen is dat SFDR artikel 9. Voor fondsen die in enige maten rekening houden met duurzaamheidseisen, is dat artikel 8.
Waarom opteren zoveel fondsenemittenten om (een deel van) hun fondsen uiteindelijk onder de noemer van artikel 8 te plaatsen?
Pelzer: Het is een combinatie van factoren. Tijdens de invoering van de wetgeving zijn veel van de technische vereisten pas op het einde van het proces duidelijk geworden. Aangezien de deadline van 1 januari 2023 niet verschoven is, werd de implementatie op slag moeilijker. Dit is een praktische reden. De keuze voor artikel 9 betekent daarenboven dat je iets in je beleggingsbeleid moet veranderen, je moet een duurzame doelstelling hebben als fonds en je gehele portefeuille moet daaraan voldoen. Deze ommezwaai kost tijd en geld en je moet je mensen daar in meekrijgen. Toen de wetgeving in de steigers stond, hebben er veel fondsenhuizen opportunistisch voor artikel 9 gekozen nog niet wetende hoe zwaar het zou worden. Daarnaast is het informeren van je beleggers in artikel 9 aan strikte regels onderworpen. Het reputatierisico is evenmin te onderschatten want velen vragen zich af wat er gebeurt indien ze niet volledig aan de eisen voldoen. Het is misschien beter om veilig te spelen en een stapje terug te zetten, redeneren sommigen.
Wat zeggen die downgrades naar artikel 8 over het engagement van de financiële sector om volop voor duurzaamheid te gaan?
Kuiper: Het is een zware teleurstelling voor ons omdat de financiële sector uiteindelijk heeft gekozen voor een status quo want met artikel 8 kan je blijven investeren zoals je dat voorheen al deed. En kiezen voor status quo betekent volgens ons dat je kiest voor een niet-duurzame wereld en economisch systeem. We horen zoveel duurzame uitspraken vanuit de financiële sector maar als we dan kijken hoe groot de echte intentie en het engagement is om te veranderen dan stellen we nu vast dat die beperkt is. De financiële sector zit gevangen in kortetermijndenken en is risico/rendement-gedreven terwijl men te weinig rekening houdt met de impact.
Zien jullie deze trend snel weer omdraaien?
Kuiper: Vergis je niet, er is weldegelijk een commercieel belang om voor artikel 9 te kiezen. We vermoeden dan ook dat er dit jaar door diverse fondsaanbieders hard gewerkt zal worden om toch weer over te stappen. Opvallend is ook dat in 2022, toch een slecht beleggingsjaar, we hebben vastgesteld dat de inflow in artikel 9 fondsen stabiel is gebleven terwijl dat bij andere fondsen duidelijk sterk negatief was. We vermoeden dat dit laatste een extra reden kan zijn waarom fondsenhuizen toch ten minste met een deel van hun assortiment voor artikel 9 zullen kiezen of terug willen komen.
Liggen retailbeleggers hier eigenlijk wakker van?
Pelzer: Particuliere beleggers kennen over het algemeen niet echt het verschil tussen artikel 8 en 9. Het is een wetgeving hoe je moet rapporteren maar geen label waarmee beheerders kunnen uitpakken. De bankadviseurs van die retailbeleggers zijn er wel goed van op de hoogte en vinden het heel handig om beleggers die om duurzaamheid vragen artikel 9 fondsen aan te bieden. Het is ook gemakkelijk uit te leggen: artikel 8 is veel minder doorzichtig dan artikel 9. Met een artikel 8 fonds kan je bijvoorbeeld in een olieconcern beleggen dat goed op ESG-beleid scoort. Bij artikel 9 kan je gewoon niet in olie beleggen. Fossiele brandstoffen dragen immers niet bij aan eender welke duurzame doelstelling. Er is dus weldegelijk een commercieel belang.
En wat met institutionele beleggers?
Kuiper: We denken dat ze het niet voor alles zullen eisen en slechts een deel van hun portefeuille in een artikel 9 mandaat zullen plaatsen. Veel partijen willen immers nog in olie beleggen en winsten op korte termijn boeken. Ze geven tevens aan dat ze de benchmark moeten blijven volgen en dat kan niet met artikel 9. Maar bijvoorbeeld voor pensioenfondsen zal de druk van de achterban toenemen om meer voor duurzaamheid te kiezen. Daarbij hebben zij ook een langere beleggingshorizon.
Is artikel 9 gewoon niet te streng en te moeilijk om te realiseren?
Pelzer: Als wij het als kleine partij al kunnen doen dan begrijpen we niet waarom de grote partijen het niet zouden kunnen. Het is evenwel ongelofelijk veel werk om dit tot uitvoering te brengen. Het is duidelijk een beleidskeuze. Wil je als financiële sector bijdragen aan een meer duurzame samenleving? Heb je daar een visie op? Ook vanuit een risicoperspectief zijn er heel veel niet-duurzame bedrijven die je op langere termijn niet in je portefeuille zou willen, ook al heb je geen duurzame ambities.
Hoe ziet u dit binnen twee tot vijf jaar evolueren?
Kuiper: Twee jaar is wat kort maar in vijf jaar zal er veel veranderen. Europa heeft met zijn Sustainable Financial Action Plan, waaruit deze wetgeving voortkomt, een enorme ambitie neergezet. En het is de EU gelukt om de hele financiële sector aan de SFDR en de Taxonomie te krijgen. We zijn dan ook niet al te negatief. De wetgeving moet zich nog manifesteren en de druk van beleggers gaat alleen nog maar toenemen. Momenteel zitten we een beetje in een vacuum met een sterke lobby en beleggers die dankzij hogere energieprijzen winsten op korte termijn hebben kunnen boeken. Veel financiële spelers hebben een belofte gedaan om tegen 2050 klimaatneutraal te worden maar dat is veel te laat, het zal sneller moeten. En ook hierrond zullen we, mede onder druk van de regelgever, de komende jaren een versnelling zien. Onze doelstelling ligt op 2035.