Weinig uitgiftes, veel belangstelling: wie naar de markt voor ‘groene’ obligaties kijkt zou verwachten dat de rendementen op dit schuldpapier lager zou uitpakken dan die op de gewone obligaties. Maar opvallend genoeg is tot nu toe het verschil in rendement niet of nauwelijks waarneembaar.
Dat is van belang omdat deze relatief nieuwe vorm van financiering door de voorstanders gezien wordt als een manier om tot een beter milieu te komen en de klimaatverandering tegen te gaan. Als het bijvoorbeeld goedkoper wordt om windmolenparken te financieren in plaats van kolencentrales vindt de transitie naar duurzame energie sneller plaats, zo is de gedachte.
Groene staatsobligaties
‘De uitgevers van de obligaties halen blijkbaar nu nog niet het onderste uit de kan’, zegt Joost Beaumont, obligatiestrateeg bij ABN Amro. Beaumont analyseerde de recente uitgiftes van groene obligaties door nationale overheden. In Europa haalden Polen, België en Frankrijk geld op met deze manier van financieren.
Bij ‘groene’ obligaties lenen bedrijven, banken of overheden geld voor een van tevoren gedefinieerd ‘groen’ project. Het gaat dan om schone energie, maar bijvoorbeeld ook om het energiezuiniger maken van fabrieken en gebouwen. Het aantal uitgiftes groeit snel, maar het totaal is tot nu toe beperkt in verhouding tot de totale markt. Zo werd er volgens kredietbeoordelaar Moody’s vorig jaar voor $155 mrd aan groene obligaties uitgegeven. De totale obligatiemarkt is naar schatting $100.000 mrd groot.
Maar de belangstelling is wel groot ten opzichte van het aanbod. De uitgifte van eerste groene staatsobligatie van de Franse overheid was meer dan drie keer overtekend, terwijl gemiddeld genomen deze obligaties ‘slechts’ twee keer overtekend zijn, zo becijferde ABN.
Dit brengt de uitgevers van de obligaties in een comfortabele positie, waardoor zij in theorie minder rente zouden hoeven te betalen op de obligaties. Maar daar is dus vooralsnog weinig van te merken. ‘De markt is nog jong, zeker voor staatsobligaties in deze categorie’, zegt Beaumont van ABN. ‘En de rentes zijn al heel laag. Als overheden nog minder rente gaan vergoeden lopen zij het risico dat er bij de volgende groene uitgifte toch minder belangstelling is van beleggers. Ze spelen dus voorlopig op zeker.’
Maar ook op de al langer bestaande markt voor groene obligaties van instanties zoals de Wereldbank en die voor leningen van bedrijven, is vooralsnog weinig verschil te bespeuren tussen het rendement van ‘groen’ en ‘grijs’.
Volgens Dennis van der Putten, hoofd verantwoord beleggen bij vermogensbeheerder Actiam, ligt dat ook aan onduidelijkheid over de definitie van wat er nou eigenlijk groen is en wat niet. Daar is al jaren veel discussie over: volgens critici wordt de beleggingscategorie vaak misbruikt voor pr-doeleinden. Recentelijk was er ophef over een uitgifte van Indonesië, de grootste exporteur van steenkool ter wereld en een land waar op grote schaal bos wordt gekapt voor palmolieplantages.
Klein verschil
Vorige week werd bekend dat ook de Europese overheid zich met de definitie gaat bemoeien. De Europese Commissie werkt namelijk aan een raamwerk dat moet bepalen wat precies een ‘groene’ investering is en wat niet.
‘Als er meer duidelijkheid is over de definitie verwacht ik dat er uiteindelijk minder rendement zal worden vergoed op de echt groene obligaties, die aan de strengste definitie voldoen. Er is een categorie beleggers die bereid is genoegen te nemen met iets minder rendement in ruil voor een beter milieu’, zegt Van der Putten van Actiam. ‘Maar dat verschil zal niet meer zijn dan twee of drie basispunten. Verwacht niet dat beleggers met nog minder rendement genoegen zullen nemen.’
Copyright: Het Financieele Dagblad, 14 maart 2018