Bijna twee maanden nadat de EU de beleggingssector heeft opgedragen klanten naar hun duurzaamheidsvoorkeuren te vragen, omarmen de meeste Belgische en buitenlandse beleggingsondernemingen de nieuwe regelgeving, maar de mate waarin ze daarvoor klaar zijn is uiteenlopend. Er is dus nog werk aan de winkel.
Vanaf 2 augustus moeten beleggingsadviseurs en vermogensbeheerders bij hun particuliere klanten specifieke informatie verzamelen over hun duurzaamheidsvoorkeuren en hen beleggingsproducten aanbieden die aan hun voorkeuren beantwoorden. Deze verplichting werd van kracht via een gedelegeerde handeling die deel uitmaakt van de EU-richtlijn Mifid II.
De ESG-regels van de EU zijn nog steeds ingewikkeld en blijft de vrees voor greenwashing blijft bestaan.
Sommige spelers in de sector voldoen wel aan de eisen, maar veel bedrijven houden zich nog afzijdig. EU-toezichthouder Esma zei in een reactie dat overtreding van de regels een administratieve overtreding en misschien zelfs een strafrechtelijke overtreding kan vormen.
De Europese Autoriteit voor effecten en markten, ofwel Esma, zei dat de sector geen andere keuze heeft dan de nieuwe eisen te aanvaarden. ‘Het verlenen van beleggingsdiensten in strijd met de toepasselijke wettelijke voorschriften is een overtreding die als een administratieve (of mogelijk zelfs strafrechtelijke) overtreding kan worden aangemerkt’, aldus een woordvoerder in een e-mail.
‘Grote mate van complexiteit’
De European Fund and Asset Management Association, ofwel Efama, schreef het beperkte enthousiasme toe aan de complexiteit van de regels. ‘Er is nog steeds een grote mate van complexiteit gemoeid met het incorporeren van de duurzaamheidsvoorkeuren van beleggers en veel onderling samenhangende regelgeving is nog in behandeling’, aldus Carolina De Giorgi, beleidsadviseur regelgeving bij Efama.
Esma erkende dat haar bijgewerkte ESG-richtsnoeren nog moeten worden gepubliceerd. In april van dit jaar publiceerde zij een consultatiedocument over de richtsnoeren. De Association of the Luxembourg Fund Industry heeft geklaagd over de ‘moeilijkheden die ontstaan door het verkeerd afstemmen van de toepassingsdata’ en vroeg om “flexibiliteit” bij de uitvoering.
Investment Officer sprak met een aantal duurzaamheidsverantwoordelijken en Chief Investment Officers van Belgische en buitenlandse partijen.
Degroof Petercam
Jérôme Van der Bruggen, Chief Investment Officer bij Degroof Petercam private banking, stelt dat de bank en het team sinds 2 augustus klaar zijn en de duurzaamheidsvoorkeuren van de klanten in kaart brengt in een vragenlijst, die ook aansluit bij hun risicoprofiel. ‘Het zijn een aantal vragen die de wetgeving vereist en ook aansluiten bij het financieel risicoprofiel van de klant.’
Van der Bruggen vindt dat een extra laag vragen integreren een toegevoegde waarde oplevert voor de klant. ‘Volgens mij is het altijd goed om je klanten beter te leren kennen. Uiteindelijk is MiFiD een oefening over hoe je moet omgaan met je klant. Hoe beter je hem kent, hoe beter de producten en diensten die je kan aanbieden bij hem passen’.
Hij vindt het dus een logische evolutie, maar stelt dat het nog te vroeg is om definitieve conclusies te trekken. ‘Het is het prille begin en volgens mij zullen de vragen ook nog verbeteren en evolueren.’ Toch zijn er volgens Van der Bruggen al honderden klanten die de vragenlijsten hebben beantwoord, maar ‘toch zullen we binnen afzienbare tijd statistisch relevante conclusies kunnen trekken.’ Hij besluit dat het een ‘grote culturele verandering is, en positief omdat je met de klant over duurzaamheid kan spreken en zijn behoeften en doelstellingen beter kan begrijpen. De leercurve is gigantisch steil en nog niet afgelopen. Als pionier in duurzaamheid hebben we wel een streepje voor om niet-financiële criteria op te nemen in onze strategieën, meen ik. Het is ook interessant om na te gaan welke impact je bedrijf heeft op milieu en maatschappij. Toch blijft het erg moeilijk om na te gaan welke impact een bedrijf heeft die factoren.’
Belfius
Nicolas Deltour, hoofd beleggingsstrategie van Belfius Bank, stelt dat de bank ‘de lat hoog legt in haar beleggingsgamma. Zo wordt er niet belegd in bedrijven of overheden die we onvoldoende duurzaam vinden. We passen daarom een uitsluitingsbeleid toe in ons beleggingsaanbod.’
Hij stelt dat de bank de vragenlijst in augustus al geïmplementeerd heeft, met impact/filter op de voorgestelde beleggingen vanaf november. ‘Ons assortiment was al ver gevorderd voor de implementatie van de vragenlijst; de overgrote meerderheid is artikel 8 of 9.’
Febelfin
Tom Van den Berghe, die voor Febelfin verantwoordelijk is voor het Towards Sustainability Label, stelt in een schriftelijke reactie dat Febelfin hierover samen met Assuralia een brochure heeft ontwikkeld.
‘Je zal zien dat we dit omarmen maar wijzen op de nood aan een geleidelijke operationele uitwerking wegens gebrekkige data. Het Towards Sustainability label profileert zich in dit kader als een handig instrument voor (retail) beleggers om wegwijs te raken in het aanbod van producten die mogelijk aansluiten bij hun duurzaamheidsvoorkeuren. Hiertoe wordt voor elk gelabelde product een duurzaamheidsfiche gepubliceerd die antwoord biedt op de 3 MiFID-vragen (taxonomie, SFDR en PAI). Let wel dat door gebrek aan data dit nog zeer onvolledig is maar dat zal vanaf begin 2023 sterk verbeteren. Er wordt ook een filtermogelijkheid geboden om te zoeken volgens duurzaamheidskarakteristiek.’
LFDE
La Financière de l’Echiquier (LFDE), stel dat de definitie van duurzame beleggingen heterogeen is. Tot dusver heeft de vermogensbeheersector te kampen met een gebrek aan benchmarks en gegevens om te kunnen communiceren over een minimumpercentage duurzame beleggingen, een minimumpercentage afstemming met de taxonomie en het rekening houden met de Principle Adverse Impact.
Caroline Farrugia, directeur Compliance en Interne Audit reageert: ‘Het voordeel van deze verordening is de standaardisering van de regelgeving. Door de verwevenheid van de teksten met de SFDR en de Europese taxonomie zullen duurzame producten transparanter worden en kunnen we greenwashing bestrijden.
Coline Pavot, Head of Responsible Investment Research, voegt eraan toe: ‘De verschillende wettelijke vereisten op het gebied van duurzame financiering doen vandaag de dag de vraag rijzen naar de specifieke gegevens en methodologische interpretatie van elke speler. De herziening van MiFID2 vormt geen uitzondering op de regel. Hoewel de uitvoering ervan complex is, zullen de effecten ervan op lange termijn hoogstwaarschijnlijk gunstig zijn voor de ontwikkeling van duurzame financiering onder retailbeleggers. Het verheugt ons dat het onderwerp duurzame investeringen bij distributeurs in de verordening wordt behandeld.
Easyvest
Ook een kleinere speler zoals het Belgische online beleggingsplatform Easyvest omarmt de nieuwe wetgeving. Ze houdt naar eigen zeggen rekening met de ecologische, sociale en bestuurlijke voorkeuren van haar klanten. Ze leggen die informatie vast in de onboarding vragenlijst van hun klanten.
Antoine Bouvy van Easyvest: ‘Wij monitoren milieu-, sociale en governanceaspecten volgens ons duurzaamheidsrisicobeleid.
Wij bieden echter geen thematische beleggingen aan die specifiek gericht zijn op milieu of sociale duurzaamheid, en cliënten kunnen niet zelf de allocatie van die thema’s in hun portefeuille kiezen. Om een rekening te openen moet een cliënt instemmen met ons duurzaamheidsbeleid. Medio augustus hebben wij een snelle rondgang op de markt gemaakt om te zien hoe de verschillende spelers met deze nieuwe regelgeving omgaan. We stelden vast dat slechts weinigen vragen of verwijzingen naar de nieuwe verordening opnamen in hun onboarding-vragenlijst. Het lijkt er dus op dat de sector enige vertraging heeft opgelopen bij de tenuitvoerlegging.’