Volgens een studie in opdracht van Van Lanschot is nog slechts 12 procent van de beleggers van het traditionele type, dat geen belang hecht aan duurzaamheid.
Duurzaam beleggen wordt stilaan mainstream doordat steeds meer banken en financiële instellingen een duurzaamheidsfilosofie ontwikkelen en hun duurzame productaanbod uitbreiden. Ook de toenemende standaardisering op het vlak van zowel ESG-analyse en -certificering (denk maar aan het Towards Sustainability Label van Febelfin) spelen in de kaart van duurzame beleggingen. ‘Binnen tien jaar maken we geen onderscheid meer tussen duurzame en niet-duurzame beleggingen. Dan is het duurzaam of het is niets’, zegt Staf Lavergne (foto), directeur institutionele relaties en ESG-officer bij Van Lanschot. Het beleggingsaanbod van de private banker is intussen helemaal verduurzaamd. ‘We hebben die transitie voor al onze cliënten gemaakt. Maar geen enkele cliënt is opgestapt omdat we schadelijke beleggingen uit de portefeuilles hebben verwijderd.’
Om toch een iets gedetailleerder zicht te krijgen op de houding van beleggers tegenover duurzaam beleggen, werd een ruime bevraging gedaan bij bijna 900 respondenten (waarvan de helft ouder dan 61 jaar). De enquête werd verspreid onder de medewerkers van de bank, haar klanten en onder een breder publiek via sociale media.
Het profiel van de belegger
De studie van Van Lanschot legt een duidelijke verschuiving bloot naargelang het beleggerstype.
12 procent van de respondenten valt in het traditionele beleggerstype, dat helemaal geen belang hecht aan duurzaamheid.
Zo’n 45 procent is een verantwoorde belegger: ook al primeert het financiële rendement, toch wil deze belegger schadelijke producten en onethisch gedrag niet ondersteunen met zijn of haar beleggingen.
Verder is 39 procent een duurzame belegger en 4 procent is impactbelegger. Deze beleggers kiezen voor bedrijven die een duidelijk duurzaam profiel hebben. Ze hechten evenveel belang aan het sociale en maatschappelijke rendement als aan het economische en financiële rendement van zijn of haar portfolio. Daarom gaan deze belegger actief op zoek naar beleggingen die een positief verschil maken.
Lavergne ziet in de resultaten een bevestiging van de ingeslagen weg. ‘Het klopt dat bijna 12 procent geen belang hecht aan duurzaamheid, maar voor 88 procent is dat wel een belangrijke factor. Duurzaamheid is echt wel een verhaal voor de toekomst, waarvan we zelf merken dat jongeren er meer belang aan hechten. Het gebeurt geregeld dat de pater familias zelf minder belang hecht aan duurzaam beleggen, maar dat de jonge generaties het familievermogen toch al in een meer duurzame richting sturen.’
Nog enkele opvallende resultaten…
80 procent van de beleggers streeft en zo hoog mogelijk financieel rendement na, maar voor 57 procent is dat wel even belangrijk als het realiseren van een positieve impact.
Het is opvallend dat slechts 3 procent van de respondenten ‘impact investment’ als belangrijkste beleggingswijze verkiest. Weinig beleggers kiezen ook voor de beleggingsstrategie ‘ESG-integratie’. Slechts 8 procent focust namelijk op maatschappelijke thema’s bij het beleggen. De respondenten kiezen het vaakst voor de ‘actief aandeelhouderschap’ en de ‘best in class’ strategie om zo via hun beleggingen een positieve invloed te hebben op duurzame thema’s.
De beleggers hechten vooral belang aan thema’s zoals klimaat en milieu (40 procent), sociale integratie (37 procent - populairder bij vrouwen), goed bestuur (36 procent - vooral bij de oudere leeftijdsgroepen met een vermogen hoger dan 750.000 euro) en circulaire economie (27 procent - vooral populair bij mannen).