geoffroy_vermeire_-_lid_van_het_managementcomit_-_rectangle_large_-_gray_-_low_res.jpeg

De Belg is nog niet helemaal klaar voor online vermogensbeheer, zo concludeert Van Lanschot op basis van de groeicijfers van haar digitale merk Evi.

De verwachtingen waren hooggespannen toen Van Lanschot in 2013 Evi in de markt zette. Daarmee waagde de private bank zich als een van de eerste aan online vermogensbeheer. Evi is een volledig digitaal verhaal, waar klanten al vanaf een minimumbedrag van 1.000 euro kunnen investeren in een fonds. De klanten van Evi hebben toegang tot dezelfde profielfondsen die ook aan de private banking-klanten worden aangeboden. Met dat nieuwe digitale merk wilde de private bank het klantenbestand uitbreiden en ook een nieuw aanvoerkanaal creëren voor de private bankingdiensten.

 Zes jaar na de lancering van de onlineportefeuilles blijkt de groei minder dan verwacht. ‘In de beginfase zijn we heel snel gegroeid. We zien ook nog altijd cliënten die bijstorten. Maar veel nieuwe rekeningen worden er niet geopend’, zegt Geoffroy Vermeire, lid van het managementcomité van Van Lanschot, in een exclusief gesprek met Investment Officer. In het jaarverslag van 2018 was al te lezen dat het beheerde vermogen via Evi stabiel bleef op 0,9 miljard euro (voor België en Nederland samen). En terwijl de private bank ook had verwacht met het online vermogensbeheer vooral jonge beleggers aan te spreken van 20 à 30 jaar, blijkt de gemiddelde leeftijd van de Evi-klant eerder rond 45 jaar te schommelen.

Kweekvijver

Toch ziet de private bank geen enkele reden om de stekker uit Evi te trekken. ‘Het is nog maar eens bevestigd dat Belgen geen early adopters zijn. Daardoor duurt het allemaal wat langer dan verwacht. Maar we hebben tijd. Bovendien is Evi ook een kweekvijver die ons toelaat om na te denken over de cliëntrelatie van de toekomt. En intussen groeit onze private bankingfranchise harder dan onze online-aanpak.  We zijn dan ook aan het kijken hoe we op ons nieuwe digitale platform in 2020 beide dichter bij elkaar kunnen brengen.’

De ervaring met Evi is voor Vermeire ook een bevestiging van het belang van de traditionele privatebankingactiviteiten. ‘Onze cliënten verwachten digitale ondersteuning. Maar wie een beleggingsportefeuille heeft van een miljoen euro, wil tegelijkertijd ook een diepgaand face-to-facecontact met zijn persoonlijke adviseur.’

Negatieve rente

Vermeire ziet in het aanhoudende lage renteklimaat wel nog een potentiële groeifactor voor het online vermogensbeheer. ‘Veel spaarrekeningen bieden nog slechts de wettelijke minimumrente van 0,11 procent. Het komt er dus op aan om duidelijke te maken dat er veel betere alternatieven zijn dan cash. Veel mensen moeten nog altijd de switch maken van sparen naar beleggen.’

Tegelijkertijd is de lage rente ook voor Van Lanschot zelf een uitdaging. Vermeire: ‘Zowel het beleid van de Europese Centrale Bank als de bankentaks van de overheid duwen financiële instellingen stilaan in het aanrekenen van negatieve rente.’ Concurrent Puilaetco Dewaay Private Bankers kondigde recent aan om vanaf 1 december een strafrente aan te rekenen van 0,5 procent voor inlagen boven 5 miljoen euro. Zo ver gaat Van Lanschot niet. ‘We bekijken de rendabiliteit van elke cliënt afzonderlijk. Cliënten die enkel cash aanhouden, zullen bij ons ook een vergoeding betalen. Cliënten die daarentegen ook voldoende beleggen, zullen we geen extra vergoeding aanrekenen. Maar dat is niet nieuw, want die politiek hanteren we al een hele tijd.’

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No