vba_munnik_anne_marie.jpg

Een beperking van de bonussen van bankiers en anderen in de financiële sector op twintig procent van het vaste salaris per jaar, zoals het kabinet wil, is vanuit concurrentieoverwegingen wel wat beperkt.

Nederland gaat hiermee verder dan Europa, dat een beperking tot 100 procent voorstaat. Bovendien is de hoogte van een bonus maar één dimensie.Dat zegt Anne-Marie Munnik, de nieuwe directeur van Vereniging van Beleggingsprofessionals VBA, in een gesprek met Fondsnieuws.‘Zou je niet ook moeten kijken naar hoe je de belangen van adviseurs en beleggers op één lijn krijgt met die van hun klanten? Door de bonus te koppelen aan de lange termijndoelstelling van de klant bijvoorbeeld, in plaats van aan korte termijndoelstellingen als verkoop- of omzettargets.

Korte termijnprikkels
We moeten af van de korte termijnprikkels. Er is nu te veel druk op ieder kwartaal goede cijfers kunnen laten zien. De vraag is hoe we weer naar een situatie komen waarin we een belegger weer drie jaar gunnen om tot goede resultaten te komen.’ 

Dat bonussen gemaximeerd worden, is volgens Munnik ‘best gezond’. Iedereen die goed werk doet, mag daar van haar voor beloond worden, maar dit moet wel in proportie zijn, zegt ze. ‘Een maximum past in de tijdsgeest en is ook passend voor een sector die er niet al te rooskleurig op staat.’

Meer achtergronden op Fondsnieuws:

Kabinet wil meer standaardproducten
Alfred Slager voorzitter VBA

Munnik is sinds 1 juli in functie en vult de lege plek op die na het vertrek van Fred Huibers ontstond. Huibers stapte vorig jaar november op na een klein half jaar in functie te zijn geweest omdat de functie niet te combineren zou zijn met zijn werkt bij HEK. Hij had gedacht dat het directeurschap in een halve dag per week te doen was.

Munnik werkte tot voor kort als hoofd beleggingsonderzoek bij MN, maar richt zich nu volledig op de VBA. Ze heeft een aanstelling voor 20 uur in de week.

Inzetten voor zelfregulering
Ze wil dat de VBA zich meer in het openbare debat gaat mengen en zich meer gaat inspannen voor zelfregulering, door best practices op te stellen bijvoorbeeld. Ze zegt hiermee niet te willen zeggen dat de AFM met alle leidraden die de toezichthouder de afgelopen jaren gepubliceerd heeft, buiten haar boekje is gegaan, maar vindt wel dat de VBA te afwachtend is geweest. ‘Als je zelf geen initiatief toont, doet een ander het.’

De AFM schreef de afgelopen jaren onder meer leidraden over actief en passief beleggen en over passend beleggingsadvies.

Er zijn volgens haar echter nog veel meer open normen in wetten en regels, die de VBA in samenwerking met anderen zou willen helpen invullen.

Risicoprofielen
Ze denkt dan aan het bonusplafond, maar bijvoorbeeld ook aan de risicoprofielen die vermogensbeheerders en banken hanteren. ‘Wij kunnen hier bijvoorbeeld invulling aan geven door te formuleren wat wij goede risicoprofielen vinden.’

De AFM heeft ooit wel gepleit voor het uniform maken van deze risicoprofielen. Nu kan een ‘neutraal profiel’ bij ene bank heel anders worden ingevuld dan bij de andere. Volgens Munnik gaat het echter niet zozeer om uniformiteit maar meer om of de klant het begrijpt. ‘Het moet uitlegbaar zijn waarom je iets op een bepaalde manier doet.’

Bankierseed
Zaken als de bankierseed of het provisieverbod, ziet ze als ‘vaststaande feiten’. Beide zijn volgens haar ‘in principe goed’.

‘Met de bankierseed geef je goed het belang van bankiers aan voor de samenleving en dat ze daarop aangesproken mogen worden. Maar anders dan misschien in de medische wereld het geval is, is hier niet altijd duidelijk wat in het klantbelang is. Want wat is prudent beleggen dan precies? Dit kan in een bepaalde situatie door verschillende mensen anders uitgelegd worden.’

Provisieverbod
Over het provisieverbod rondom beleggingsdienstverlening zegt ze dat het goed is dat dit zorgt voor meer transparantie, maar dat dit niet automatisch betekent dat dit ook goed uitpakt voor de klant. ‘Dit kan leiden tot concurrentie op adviesprijs, terwijl het goedkoopste advies niet altijd het beste hoeft te zijn.’

De VBA telt momenteel zo’n 1250 leden. Dit zijn beursanalisten, portfoliomanagers, private bankers, beleggingsadviseurs, accountants, consultants en beleggingsprofessionals bij verzekeraars en pensioenuitvoerders.

Hoe al deze bloedgroepen zich precies tot elkaar verhouden, is Munnik naar eigen zeggen nog in kaart aan het brengen. Eerder klonk van binnenuit kritiek dat de vereniging zich te veel op institutionele beleggers zou richten.

Scheefgroei
Munnik zegt de kritiek gehoord te hebben en te willen proberen het evenwicht te herstellen. ‘De scheefgroei uitte zich bijvoorbeeld in bijdragen van het VBA Journaal. Er komen meer bijdragen uit de institutionele hoek. Maar ja, daar hebben ze ook hele afdelingen voor research en opinievorming.’

Daarnaast zal de VBA zich blijven richten op haar opleiding en op permanente educatie. Munnik: ‘Dé manier om het vertrouwen van klanten terug te winnen, is natuurlijk je te focussen op ethiek en kwaliteit.’

 

Categories
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No