Het debat over actief versus passief beleggen woedt nu al meer dan vijftig jaar en concentreert zich vooral op rendement en kosten. Hoog tijd dat daar verandering in komt.
Dat betoogt Chris Wagstaff, hoofd ‘pensions & investment education’ bij Columbia Threadneedle Investments, in een white paper.
Betrekkelijk weinig actief beheerde beleggingsfondsen weten hun benchmark te verslaan. 2014 was voor actieve aandelenfondsen zelfs een van de slechtste jaren ooit.
Het verklaart mede de sterke opkomst van passief beleggen, ofwel indexfondsen en ETFs die een index volgen tegen vaak geringe kosten.
Omdat dit algemeen bekend verondersteld mag worden, zou de nadruk in het actief versus passief debat moeten komen te liggen bij het identificeren van de juiste actieve managers. Ofwel managers die het wel consistent beter doen dan ‘de markt’.
Want, ‘niet alle actieve managers zijn gelijk’, stelt Wagstaff die daarmee een verwijzing maakt naar het boek Animal Farm van George Orwell waarin alle dieren aanvankelijk gelijk zijn, maar later niet meer. Sommige actieve managers voegen wel degelijk waarde toe waarmee beleggers hun gewenste doelstellingen kunnen behalen.
Edge
Om te bepalen welke manager een ‘edge’ heeft, heeft Wagstaff een lijst met eigenschappen opgesteld die beleggers kunnen helpen bij het selecteren van een actieve manager.
Houdt de manager bijvoorbeeld vast aan een ‘beproefd en reproduceerbaar beleggingsproces dat een weergave is van de beleggingsfilosofie en de waardetoevoegende processen van de beheerder’?
En heeft de manager een winnaarsmentaliteit, die gewoonlijk tot uiting komt in een hoge active share en tracking error? In de bijlage worden alle punten opgesomd en toegelicht.
Geduld
Wagstaff waarschuwt er wel voor dat het soms even kan duren voordat de expertise van de beheerder zijn vruchten begint af te werpen.
‘Beleggers gaan er maar al te vaak van uit dat een periode van laag rendement een teken van zwakker beheer is, terwijl de meest begaafde beheerder van tijd tot tijd een underperformance levert.’