Jarenlang was het taboe voor fondsen om geld te stoppen in wapenfabrikanten. Nu de focus verschuift naar de bescherming die wapens bieden, eerder dan de schade die ze veroorzaken, komen ze opnieuw in beeld als belegging. Vermogensbeheerders vrezen anders achter te blijven op de markt.
Wie vrede wil, moet zich voorbereiden op oorlog, schreef de Romeinse auteur Vegetius zo’n zestien eeuwen geleden. En als er toch oorlog woedt, is er nog altijd een weg terug naar vrede. Want wat anders is oorlog dan de voortzetting van politiek met andere middelen, in de woorden van de 19de-eeuwse Pruisische militaire strateeg Carl von Clausewitz.
Deze eeuwenoude stellingen zijn vandaag argumenten waarom vermogensbeheerders en institutionele partijen zoals pensioenfondsen toch in de defensie-industrie moeten kunnen beleggen. Tot voor kort was dat in België taboe, zegt Marc Van de Gucht, directeur-generaal van de Belgische fondsenfederatie Beama. ‘In bijna geen enkel fonds zitten er vandaag wapenbedrijven.’
Debat laait op
Er lijkt verandering op komst. ‘Nu er voor de deur van Europa meerdere gewapende conflicten plaatsvinden, laait het debat over de financiering van de defensie-industrie weer op’, stelt beleggingsstrateeg Johanna Schmidt van Triodos Investment Management vast. ‘De druk groeit om meer uit te geven aan wapens. En om de benodigde miljarden bij elkaar te krijgen, zijn veel ogen gericht op investeerders, ook particulieren.’
In verschillende landen roepen regeringen institutionele beleggers op om geld te stoppen in deze voorheen verfoeide sector. Zo verklaarde de Nederlandse demissionaire minister van Defensie Kajsa Ollongren enkele weken geleden dat pensioenfondsen die minder investeren in wapenproductie ‘onderdeel van het probleem’ zijn geworden.
Is het gebrek aan solidariteit om niet in de defensie-industrie te beleggen in tijden waarin onze vrijheid en die van anderen op het spel staat? Een terechte vraag, vindt Schmidt, die daar ook een duidelijk antwoord op geeft. ‘Onze rol is om kapitaal in beweging te zetten naar bedrijven en projecten die een blijvende positieve impact hebben op maatschappij en milieu. Investeren in wapens betekent dat je profiteert van oorlog en vernietiging. Voor Triodos is dat een onethische keuze.’
Voor anderen is het een grotere worsteling. Een grote vermogensbeheerder reageerde tegen Investment Officer dat er nog intern over gedebatteerd wordt en er daardoor voorlopig geen eenduidig standpunt is. Een grootbank ‘herbekijkt’ het beleid ten aanzien van wapenbeleggingen, maar ‘dat zit nog in de fase van uitkristallisatie’. Geen van beide wilde met naam genoemd worden.
De vraag naar meer wapenbeleggingen komt niet zozeer van individuele klanten, zegt Guy Janssens, hoofd beleggingsspecialisten bij BNP Paribas Fortis. ‘Het aantal vragen hierover is echt verwaarloosbaar. Wij krijgen makkelijk vijftig keer meer vragen over beleggen in goud, en dat geldt ook voor grondstoffen en artificiële intelligentie.’
Minder goed presteren
Wie specifiek wil investeren in de markt voor defensiebedrijven, kan het advies krijgen om dat te doen via trackers die deze sector volgen. Een daarvan is de Defense ETF van VanEck, waarin ongeveer 500 miljoen euro zit. ‘De snelst groeiende ETF die wij ooit gelanceerd hebben in Europa’, aldus de Amerikaanse vermogensbeheerder. Controversiële wapens zoals clustermunitie en anti-persoonsmijnen zijn daarbij uitgesloten.
Een belangrijkere verklaring voor de interesse van vermogensbeheerders in wapenbeleggingen, is dat fondsen die dergelijke bedrijven uitsluiten minder goed presteren dan de benchmark waarin die wel zitten. Kijk bijvoorbeeld naar het beurstraject van het Duitse conglomeraat Rheinmetall, dat wapens, tanks en munitie maakt. Die koers is sinds begin 2022 maal zes gegaan. Bij de Zweedse defensiegroep Saab is dat bijna maal vier, bij de Franse concurrent Thales maal twee.
Het valt te verwachten dat dergelijke bedrijven het ook de komende jaren bijzonder goed zullen doen op de beurs. De belangrijkste aanjagers voor hun orderboek zijn immers overheden, die vaak na jaren van onderinvesteringen bezig zijn hun defensieuitgaven flink op te drijven.
Deur open zetten
De worsteling van vermogensbeheerders zit onder meer bij klanten in discretionair beheer die hebben gekozen voor een ESG-profiel. Bij dit duurzaamheidsbeleid hechten beleggers veel belang aan de ecologische en sociale gevolgen van bedrijfsactiviteiten, alsook de kwaliteit van het deugdelijk bestuur.
Wapenfabrikanten zijn daar tot nog toe geweerd, maar dat hoeft niet zo te blijven. Er gaan stemmen op om de deur open te zetten voor deze beleggingen. De focus ligt dan niet op de schade die wapens kunnen veroorzaken, maar wel over de bescherming die ze kunnen bieden. Bijvoorbeeld tegen autocratische regimes zoals Rusland.
Een gezond debat, zegt Philippe Gijsels, hoofdstrateeg van BNP Paribas Fortis. ‘We willen allemaal een betere wereld, duurzaam en zonder oorlogen, maar de realiteit is anders. Dan bots je op vragen zoals die nu op tafel liggen, en die moet je proberen op te lossen zonder dogmatisch te zijn.’
Is er in navolging van “greenwashing”, waarbij producten duurzamer worden voorgesteld dan ze zijn, ook gevaar voor “peacewashing”? Dus het beleggen in wapenbedrijven onder het mom van goed doen? ‘Er is altijd een spanningsveld tussen wat goed is voor de mens en wat financieel goed is’, zegt Gijsels.’ Je moet een manier vinden om die met elkaar te verzoenen.’
Gemeenschappelijk standpunt
Door de oplopende geopolitieke spanningen, zie ook het conflict tussen Israël en Palestina, zal het vraagstuk over beleggen in defensie enkel aan pertinentie winnen. Het is daarom wenselijk dat er een lijn zit in wat banken en vermogensbeheerders doen, klinkt het in de sector.
Met uitzondering van fondsen die het “Towards Sustainability label” hebben, waar de wapenindustrie volledig is uitgesloten, is er echter geen gemeenschappelijk standpunt over de mogelijkheid en de voorwaarden om te beleggen in de wapen- en defensiesector, zegt Marc Van de Gucht van Beama. ‘Idealiter komt er een gemeenschappelijk standpunt op sectorniveau, maar daar is het nu nog veel te vroeg voor.’
De verschillende standpunten lijken vooralsnog flink uit elkaar te liggen. Uitsluiting van wapens was lang een algemeen aanvaard uitsluitingscriterium in de beleggingsindustrie, merkt Schmidt op. ‘Nu dreigt het gevaar van een normverschuiving naar brede acceptatie en bereidheid om te investeren in de defensie-industrie, zowel in tijden van oorlog als in tijden van vrede.’