Wat te doen als iemand wel geld aan zijn dochter wil schenken, maar niet wil dat dit geld na haar overlijden of na een scheiding bij haar echtgenoot terechtkomt?
Je kunt op verschillende manieren voorwaarden stellen bij het doen van de schenking, zegt structureerder Hanneke Kroonenberg van Van Lanschot Bankiers. Maar je kan dit alleen doen ten tijde van de schenking en niet achteraf.
‘Je kunt een zogenaamde uitsluitingsclausule opnemen. Dit hoeft niet per se notarieel te worden vastgelegd maar kan ook in een onderhandse akte. Je legt dan schriftelijk vast dat de schenking altijd blijft behoren tot het privévermogen van je dochter.
Mocht de dochter trouwen in gemeenschap van goederen dan blijft het geld ook na een scheiding van haar. Er is op dit moment een wetvoorstel in behandeling bij de Tweede Kamer dat regelt dat dit automatisch het geval is. Belangrijk blijft dan wel dat je dochter het bedrag van de schenking apart administreert.’
Veel mensen vergeten volgens Kroonenberg bovendien dat als de dochter overlijdt, het geld vaak wel alsnog bij de partner terechtkomt. Overlijdt de dochter dan bestaat haar nalatenschap uit de helft van het gemeenschappelijk vermogen en haar hele privévermogen (inclusief de schenking).
Heeft ze geen testament dan zal op grond van de wettelijke regeling de hele nalatenschap naar haar echtgenoot gaan. Als er kinderen zijn dan krijgen die een vordering op hun vader ter grootte van hun wettelijk erfdeel.
Deze vordering is pas opeisbaar bij faillissement of overlijden van hun vader. Mocht de dochter een testament maken dan kan zij bepalen wie haar erfgenamen zijn.
Een ouder die geld schenkt, kan echter ook bepalen waar het geld na het overlijden van het kind dat het geld krijgt, naartoe moet. Dit kan door bij de schenking een tweetrapsmaking vast te leggen. Dan leg je als schenker vast aan wie het geld toekomt na het overlijden van degene aan wie je het eerst schenkt. De dochter kan hier in principe dan niet testamentair van afwijken.
Herroepelijk schenken
Een andere optie is herroepelijk te schenken. Wie dit doet, kan aangeven in welke gevallen hij het geld weer terug wil hebben. ‘Dit klinkt een beetje raar misschien’, zegt Kroonenberg, ‘maar hierdoor kan je regelen dat als er een echtscheiding komt of je dochter overlijdt, de schenking ongedaan gemaakt wordt en jij het geld weer terugkrijgt. In de praktijk komt dit laatste weinig voor. Over het algemeen wordt er gewerkt met de uitsluitingsclausule eventueel in combinatie met de tweetrapsmaking.’
Heeft u ook een vraag op het gebied van vermogensregie, portefeuilleinrichting of beleggingsadvies die u graag behandeld zou willen zien in deze rubriek of wilt u reageren? Stuur dan een e-mail naar: barbara.nieuwenhuijsen@fondsnieuws.nl met als titel Dilemma.
Dit artikel is gepubliceerd in het Fondsnieuws-magazine ‘De staat is de echte innovator’ dat deze week is verschenen.