Het voelt voor veel mensen niet rechtvaardig belasting te betalen over een fictief rendement. Sparen of beleggen binnen een bv lost dat probleem op, maar is niet altijd aantrekkelijker.
We hadden het eind vorig jaar erg druk met klanten die nog voor de jaarwisseling een bv wilden oprichten om vermogen in onder te brengen. Het was duidelijk drukker dan het laatste kwartaal van 2015’, zegt Rick Schmitz. Hij is fiscalist en een van de oprichters van Firm24, een platform waar je terechtkunt voor het oprichten van een onderneming.
De stijging van de belasting op grote vermogens dit jaar (zie tabel) heeft meer mensen aangespoord een manier te vinden om de belastingdruk te verlagen. Vermogens boven de vijf ton (voor fiscaal partners) worden zwaarder belast dan voorheen.
Schmitz: ‘Mensen vinden het in principe redelijk om belasting te betalen. Maar het huidige systeem voelt voor velen niet rechtvaardig. Daarom wordt vaak een bv opgericht. Niet alleen om er spaargeld in te zetten, maar ook beleggingen.’
Het voordeel van een bv is dat alleen het werkelijke rendement wordt belast. U betaalt geen belasting over het veronderstelde — fictieve — rendement van de Belastingdienst, dat kan oplopen tot 5,39 procent.
Als u een vermogen van 600.000 euro op een spaarrekening zet tegen 0,3 procent rente, is het verschil tussen de belasting in box 3 en een bv ongeveer 6000 euro ten gunste van de bv (zie kader). Daar moeten dan nog wel de kosten voor de bv vanaf.
Toch is het niet per definitie voordelig om, als u meer dan twee ton vermogen heeft, daarvoor een onderneming op te richten. ‘Een spaar- of beleggings-bv is alleen gunstig als u met uw vermogen een laag rendement behaalt’, zegt Thimo Rietveld, directeur van PrivateWealthSuppport en financieel planner. ‘Als u belegt in aandelen of onroerend goed, is de belastingdruk in box 3 vaak lager dan in een bv.’
Omslagpunt
Het omslagpunt waarbij een bv voordeliger is dan box 3 hangt af van de omvang van het vermogen. Zo is bij een vermogen van 600.000 euro het theoretische omslagpunt 3,3 procent. Verwacht u minder rendement te boeken? Dan kan een bv interessant zijn.
U hoeft overigens niet al uw vermogen in de bv te zetten. Sterker, het kan lonen om uw vermogen in tweeën te knippen. Vermogen waarvan u een laag rendement verwacht, zoals spaargeld en obligaties van overheden en solide bedrijven, houdt u aan in een bv. De meer risicovolle, maar hopelijk ook rendabeler, beleggingen laat u in box 3 zitten.
Een overweging om toch alle beleggingen naar de bv over te brengen, kan zijn dat u dan geen belasting betaalt als u een jaar verlies maakt. Er ontstaat dan zelfs een verrekenbaar verlies, waarmee u de belastbare winst in toekomstige, winstgevende jaren verlaagt. Zo dempt u over de jaren heen het nettorendement. In box 3 daarentegen betaalt u elk jaar belasting, ook al maakt u verlies.
Maar zulke sommetjes zijn niet het hele verhaal. In de eerste plaats moet u rekening houden met de extra kosten die een bv met zich mee brengt. De oprichting kost zeker een paar honderd euro. Daarnaast moet elk jaar een jaarrekening worden gemaakt en aangifte voor de vennootschapsbelasting worden gedaan.
Dat hoeft u niet door een dure accountant te laten doen, kleine bureaus doen dit voor een paar honderd euro. U kunt het ook zelf doen, want zo moeilijk is het niet. Verder moet u een zakelijke bankrekening openen.
Een belangrijk punt is verder dat u het oorspronkelijk gestorte kapitaal niet zomaar uit uw onderneming kunt halen. Daarvoor moet u naar de notaris, reken op 500 euro per keer. Eventuele winsten kunt u wel kosteloos naar privé halen, al betaalt u daar 25 procent belasting over. Kortom, houd rekening met alle kostenposten voordat u een spaar- of beleggings-bv opricht.
‘Verder zou ik aanraden om geen spaargeld in de bv te stoppen als u ook met uw bv onderneemt’, zegt Rietveld. ‘Stel dat het onverwachts slecht gaat met de werk-bv, dan bestaat het risico dat uw spaargeld moet worden gebruikt om schuldeisers van de bv te betalen. Het is vanuit risicobeheersing beter om een paar honderd euro uit te geven aan het oprichten van een nieuwe bv.’
En hoe zit het met het risico dat de overheid de spaar- en beleggings-bv gaat aanpakken? Schmitz is daar niet bang voor. ‘Het kabinet heeft expliciet gezegd dat iedereen voor het beheer van vermogen een bv mag oprichten. Terecht, want met een spaar- of beleggings-bv betaal je gewoon belasting over je rendement.’
Dit artikel is gepubliceerd in het Fondsnieuws-magazine van april.