Niet India of China, maar Vietnam is voor opkomende marktenbeleggers the place to be, betoogde Vina Capital, een van de grootste asset managers van het land, onlangs tijdens een bezoek aan Amsterdam.
De economische groei in Vietnam lag de afgelopen drie jaar gemiddeld op zo’n 6 procent. Dat is iets minder dan in India, China of de Filipijnen, maar het potentieel van het land is enorm. ‘Dit is de beste beleggingscase die ik de afgelopen jaren ben tegengekomen’, aldus Michael Kokalari, die sinds een paar maanden hoofdeconoom is bij Vina Capital.
Kokalari woont sinds zeven jaar in Vietnam. Eerder werkte hij onder meer bij Lehman Brothers, JPMorgan en Credit Suisse.
Onlangs was hij voor een presentatie voor potentiële klanten in Amsterdam.
Vietnam heeft de snelstgroeiende middenklasse van Azië, vertelde Kokalari. Momenteel beslaat deze zo’n 20 procent van de bevolking. De verwachting is dat deze in 2020 zo’n de 33 procent zal beslaan.
De groei van de export wordt gedreven door buitenlandse investeringen en het land investeert enorm in infrastructuur. Zo’n 30 procent van de mobiel telefoons van Samsung wordt bijvoorbeeld gemaakt in Vietnam en een bedrijf als Microsoft verplaatste recent 39 productielijnen van Hongarije, China en Mexico naar Vietnam.
Kokalari verklaart dit door te wijzen op de lage lonen (ongeveer half zo hoog als die in China) en de goed opgeleide bevolking in het land.
De verstedelijking in het land neemt toe, maar is nog lang niet zo ver als in bijvoorbeeld China. De penetratiegraad van producten als melk, ijs, maar ook levensverzekeringen en creditcards is nog altijd erg laag. Vietnam heeft een eenpartijstelsel en de politieke situatie in het land is volgens Kolari stabiel. De groei is hoog en de inflatie is ‘onder controle’. Dat laatste schommelt tussen de 4 tot 5 procent.
Aandachtspunten
Toch zijn er wel ook aandachtspunten, aldus de hoofdeconoom. Het exportvoordeel van Vietnam wordt langzaamaan kleiner omdat de Vietnamese Dong steeds sterker wordt.
Ook liggen de overheidsbestedingen onder druk. De laatste jaren is veel geld uitgegeven aan infrastructuur. De staatsschuld bedroeg bedroeg in 2016 65 procent van het bbp. ‘Te veel voor een opkomend land’, aldus Kokalari.
Daarnaast zullen Vietnamese banken de komende tijd zo’n 7 miljard dollar aan nieuw kapitaal moeten ophalen om voldoende kredieten te kunnen blijven verstrekken. En last-but-not-least is corruptie in het land een punt van aandacht.
Kenmerkend voor het land is verder dat steeds meer bedrijven worden geprivatiseerd. Vroeger was alles in overheidshanden, maar dat is aan het veranderen.
Brede aandelenmarkt
Er zijn inmiddels 704 beursgenoteerde bedrijven - in 2000 waren dat er nog twee - genoteerd aan twee beurzen. Hun totale marktkapitalisatie is 84,3 miljard dollar. In 2007 piekte de index nadat Goldman Sachs het land aangeprezen had als the place-to-be. Er stroomde veel ‘hot money’ het land binnen, waarna er in 2009 een flinke dip volgde.
Inmiddels ligt de koers-winstverhouding op een kleine 14, wat vergelijkbaar is met Singapore en iets hoger dan China. De return-on-equity is met ruim 14 procent echter veel hoger in Vietnam. Dit komt volgens Vina Capital omdat de markt nog veel minder toegankelijk en transparant is.