Begin dit jaar opende de Luxemburgse levensverzekeraar Vitis Life een bijkantoor in België. Volgens Filip Potteau, die het Belgische kantoor leidt, was die stap noodzakelijk omdat er door nieuwe wetgeving iets veranderde in de hoofden van Belgische investeerders. ‘Het is niet meer zo sexy om in Luxemburg te beleggen.’
Sinds enkele jaren is het bij wet verplicht om levensverzekeringen op te nemen in de belastingaangifte. De Common Reporting Standards (CRS) verplichten financiële instellingen om de namen en tegoeden van klanten bekend te maken aan de Luxemburgse fiscus, die op haar beurt die namen en tegoeden weer doorspeelt aan België. Daar houden veel beleggers niet van, zelfs als ze niets verkeerd doen, constateerde de levensverzekeraar.
Belgisch contract
Belgische klanten krijgen bij Vitis Life – Belgian Branch nu een Belgisch contract waardoor de aangifte van tegoeden in het buitenland komt te vervallen, legt Potteau uit. De aantrekkelijke juridische architectuur die vermogensplanning gemakkelijker maakt, blijft Luxemburgs.
‘In Luxemburg beleggen is perfect legaal, maar als er wordt afgekocht en geld van Luxemburg naar België vloeit, gaan bij banken de alarmbellen af. Zij blokkeren de afkopen van Luxemburgse levensverzekeringscontracten omwille van de vele onzekerheden die bestaan omtrent de regularisatie van de tegoeden in het buitenland. Daardoor komt zowel de klant als de makelaar in de problemen. Met puur Belgische contracten bestaat dit probleem helemaal niet’.
Op zoek naar flexibele asset managers
‘We richten ons op private bankiers en makelaars die zich toeleggen op tak 23-levensverzekeringscontracten’, vervolgt Potteau. ‘Vanaf 50.000 euro kunnen hun klanten bij ons terecht, al merken we dat onze eerste contracten aanzienlijk grotere vermogens zijn.’
De levensverzekeraar wil voor het ‘tussensegment’ uitpakken met flexibele fondsen die zich makkelijk aan wisselende marktomstandigheden kunnen aanpassen. Volgens Potteau vragen de huidige marktomstandigheden om een dergelijke aanpak. Zeker nu beleggen in obligaties met de dreiging van een stijgende rente een grote uitdaging wordt. Potteau vindt dat er maar weinig asset managers zijn die werkelijk flexibel genoeg zijn om direct te kunnen reageren op actuele marktontwikkelingen.
‘Voor klanten met een balanced profiel beleggen banken vaak vijftig procent in aandelen en vijftig procent in obligaties en die verhouding ligt dan jaren vast. Dat vind ik een gevaarlijke strategie, want winden kunnen snel van richting veranderen. Slechts een minderheid van de asset managers en de fondsen op de markt biedt echt hele flexibele strategieën aan.’
Voor dit segment van beleggers maakte Vitis Life – Belgian Branch een selectie van tien asset managers die hier volgens de levensverzekeraar wel in slagen: Amiral Gestion, BDL Capital Management, Capital Group, DNCA Finance, FLossbach von Storch, M&G, Mercier Vanderlinden, Nordea, Rouvier en Varenne.
Huidige verdienmodel heeft geen toekomst
Voor deze oplossing vanaf 50.000 euro kiest de levensverzekeraar heel duidelijk voor een afgeslankte kostenstructuur die de klant volgens Potteau een jaarlijkse kostenbesparing van 1,26 procent kan opleveren. Hij stelt dat het verdienmodel met hoge kosten en commissielonen geen toekomst meer heeft.
‘Ik zie de toekomst veel transparanter, maar vooral veel slanker. Er zit nogal wat vet op de fondsenindustrie in de vorm van retrosessies en andere kickbacks. Voor het beheer van een fonds rekenen wij 0,20 procent aan (vrij van btw). Hierdoor zijn de beheerskosten beduidend lager dan voor andere dakfondsen.’
Voor vermogens vanaf 125.000 euro kunnen klanten in zogenaamde ‘fonds dédiés’ zelf hun asset manager en bewaarbank kiezen. De verzekeraar heeft relaties met talrijke asset managers en bewaarbanken over heel Europa.