De Britse financiële toezichthouder FCA heeft de markttoegang voor beleggingsfondsen uit de Europese Unie met maximaal drie jaar verlengd tot na het einde van de overgangsperiode na de Brexit. Alternatieve beleggingsfondsen zijn echter uitgesloten van dit zogenaamde Temporary Permissions Regime (TPR).
‘Dankzij de TPR kunnen relevante bedrijven en fondsen die vanuit de EER actief zijn in het VK, vanaf het einde van de overgangsperiode actief blijven in het VK’, aldus de FCA. ‘De regeling geeft bedrijven en beleggingsfondsen de tijd om, indien nodig, een vergunning of erkenning in het VK te verkrijgen.’
Beheerders van internationale alternatieve beleggingsfondsen (AIF’s) zijn expliciet uitgesloten van deze regeling. ‘Na de overgangsperiode kunnen alleen bedrijven gevestigd in het VK toestemming krijgen om een Alternatief Beleggingsfonds te beheren’, aldus de FCA.
In september hadden al meer dan 1500 bedrijven de toezichthouder gevraagd om een verlenging van de markttoegang, en naar verwachting zal dit aantal tot het einde van het jaar verder stijgen. ‘We verwachten dat veel van deze bedrijven Britse toestemming willen vragen als dit nodig is om op langere termijn in het Verenigd Koninkrijk te kunnen blijven opereren’, voegde de FCA eraan toe.
Na TPR, wel een vereiste voor actieve vestiging
Om uiteindelijk toestemming te krijgen om hun diensten en producten in het VK te kunnen blijven aanbieden nadat de TPR is afgelopen, wordt van EER-bedrijven verwacht dat ze ‘een actieve vestiging hebben in het VK. Slechts een geregistreerd adres in het VK is hiervoor niet voldoende.’
‘We hebben bovendien de zekerheid nodig dat het personeel, inclusief het management, en de systemen en controles (rekening houdend met eventuele offshore- of outsourcingafhankelijkheden) voldoende zijn om effectief toezicht te houden op de Britse activiteiten van het bedrijf’, voegt de FCA toe.
‘Indien nodig zullen we ook beoordelen of de Britse activiteiten voldoende financiële middelen krijgen van het bedrijf als geheel, om het risico te vermijden dat het bedrijf niet kan voldoen aan wettelijke en regelgevende verplichtingen die voortvloeien uit de activiteiten van het bijkantoor. ‘
De maatregel van het VK is tot nu toe niet beantwoord door de EU. Britse bedrijven zullen vanaf 1 januari 2021 een statutaire zetel moeten hebben in de EU, onder toezicht van lokale toezichthouders, om hun diensten in het blok te kunnen blijven verkopen.