Randy Pattiselanno, Dufas
i-DHGX92G-L.jpg

De Europese taxonomie is een ‘eerste belangrijke stap’ op weg naar een duurzamere wereld. Maar voor het gebruik van de taxonomie op grote schaal is de aanwezigheid van kwalitatief goede data cruciaal, stelt manager strategie en regelgeving Randy Pattiselanno van branchevereniging Dufas.

De Technische Expert Groep voor taxonomie (TEG) bracht deze zomer een rapport uit over de definitie van duurzame economische activiteiten. De TEG was ingesteld door de Europese Commissie. 

‘Het rapport van de TEG loopt eigenlijk vooruit op de finale Europese wetgeving over taxonomie. Hierover is nog steeds geen Europees politiek akkoord. Toch is het rapport een belangrijke mijlpaal’, aldus Pattiselanno, die naast manager ‘Strategy & Regulatory Affairs’ bij de branchverening voor asset managers tevens als docent verbonden is aan de UvA Academie voor Bank & Verzekeringen. 

Wat is de taxonomie?

De Europese taxonomie is een classificatiesysteem op basis waarvan beleggers kunnen bepalen of een belegging ecologisch duurzaam is. Het gaat om een ‘gemeenschappelijke taal’. Of zoals de TEG het zelf verwoordt: ‘A Taxonomy is a classification tool to help investors and companies make informed investment decisions on environmentally friendly economic activities.’

Een belegging is duurzaam of ecologisch duurzaam als voldaan is aan vier voorwaarden, legt Pattiselanno uit. Ten eerste moet een economische activiteit  bijdragen aan de klimaatdoelen die in conceptversie van de Europese taxonomiewetgeving geformuleerd zijn. Ten tweede mag de economische activiteit geen aanzienlijke schade berokkenen aan één van de genoemde klimaatdoelstellingen, het zogenaamde ‘Doing No Significant Harm’ (‘DNSH’) criterium.

Ten derde moet de economische activiteit voldoen aan bepaalde minimum garanties op het gebied van arbeidsrecht. En tot slot worden technische screeningscriteria voorgeschreven.

‘Daar komt het werk van de TEG in beeld. De TEG heeft in haar rapport technische screeningcriteria opgesteld voor 67 economische activiteiten die een substantiële bijdrage kunnen leveren aan de klimaatverandering in de sectoren landbouw, bosbouw, productie, energie, vervoer, water en afval, ICT en gebouwen. De lijst is niet limitatief. De TEG haast erbij te vermelden dat haar rapport niet tot doel heeft een onderscheid te maken in ‘groene’ en ‘bruine’ beleggingen. Ook is de taxonomie geen lijst van beleggingen of sectoren waarin de belegger in moet investeren. In dat opzicht ziet de TEG de taxonomie als een vrij neutraal classificatiesysteem.’

Gebruik van de taxonomie

De TEG biedt handvatten op basis waarvan de belegger de taxonomie kan gebruiken. Zij doet dit aan de hand van een vijfstappenplan, vervolgt de manager. De eerste stap heeft betrekking op de identificatie van de economische activiteit van de onderneming. Ten tweede moet de belegger beoordelen of de betreffende activiteit van de onderneming bijdraagt aan een klimaatdoelstelling. De CO2-voetafdruk van een bepaalde activiteit moet bijvoorbeeld onder een drempel van  [x] <100g CO2/kWh blijven.

Ten derde moet beoordeeld worden of de onderneming voldoet aan het eerder genoemde ‘DNSH’ criterium. Ten vierde zal een ‘due diligence’ door de belegger moeten uitwijzen of de minimale sociale waarborgen met betrekking tot arbeid worden nageleefd. Tot slot moet de belegger het aandeel van de duurzame activiteiten berekenen op portefeuilleniveau. 

Noodzaak van data

Cruciaal voor de bruikbaarheid van de taxonomie door portefeuillemanagers echter is de beschikbaarheid, de kwaliteit en de vergelijkbaarheid van data. ‘Als het gaat om beschikbaarheid van data is veel afhankelijk van rapportages van ondernemingen over de CO2-voetafdruk. Steeds meer bedrijven rapporteren hierover, maar zijn nog niet juridisch verplicht dit op dezelfde manier te doen. Wel heeft de Europese Commissie op 17 juni 2019 hiervoor niet-bindende richtlijnen opgesteld, namelijk  de “Guidelines on non-financial reporting: Supplement on reporting climate-related information”.’

Naast de beschikbaarheid van data is de kwaliteit van groot belang, vervolgt Pattiselanno. ‘Uiteraard zijn ondernemingen zelf verantwoordelijk voor deze data. Maar veel data zal gebaseerd zijn op schattingen. Daarnaast lijken ondernemingen zelf verantwoordelijk te worden voor de invulling van het ‘DNSH’ criterium. Kan de portefeuillemanager goed beoordelen of een onderneming dit goed inschat? Data vendors en research bureaus zullen ook een grote, zo niet een cruciale, rol spelen in zowel de beschikbaarheid als kwaliteit van de data. Uiteindelijk is van belang dat de taxonomie kan worden vertaald naar data die de belegger dan wel portefeuillemanager begrijpt en relatief eenvoudig kan toepassen in het beleggingsproces.’

Eerste stap?

Net zoals Rome niet in een dag gebouwd is, zal ook de taxonomie nog verder doorontwikkeld moeten worden en is het zeker niet bedoeld als een statisch raamwerk, besluit de Dufas-manager. ‘De TEG benadrukt dat ook in haar rapport en roept de sector op om feedback te geven op haar rapport. Het TEG rapport lijkt een eerste belangrijke stap in de goede richting. Maar voor het gebruik van de taxonomie op grote schaal is de aanwezigheid van kwalitatief goede data cruciaal. Vermoedelijk zal dit ook één van de belangrijkste afwegingen zijn voor een portefeuillemanager om de taxonomie (voorlopig) al dan niet te gebruiken.’   

Meer achtergronden op Fondsnieuws:

 

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No