Het resultatenseizoen heeft zijn aftrap genomen. Vooraf was de nodige ellende voorspeld. Maar de aftrap was - traditiegetrouw -voor Amerikaanse grootbanken en die overtroffen de verwachtingen van analisten ruimschoots. Fier aan kop ging JP Morgan Chase.
De Amerikaanse grootbank zag de winst in het eerste kwartaal met 52 procent toenemen tot 12,62 miljard dollar. Daarmee komt de winst per aandeel uit op 4,10 dollar, wat hoger is dan verwacht.
De gestegen rente vertaalde zich in fors hogere resultaten voor de consumententak. De divisies investment banking presteerde minder goed door de zwakke markt voor fusies, overnames en aandelenuitgiftes. De bank legde voor 2,3 miljard dollar reserves aan - 56 procent meer dan een jaar eerder.
Wells Fargo verraste beleggers ook. De Amerikaanse bank boekte een kwartaalwinst van 1,23 dollar per aandeel, terwijl analisten waren uitgegaan van 1,13 dollar. De omzet was met 20,73 miljard dollar in het eerste kwartaal hoger dan de verwachting.
Vooral hoger dan verwachte nettorente-inkomsten droegen bij aan de winst. De stijging bedroeg 45 procent, waar de analisten hadden gerekend op een groei van 42 procent. Het waren vooral de renteverhogingen van de Federal Reserve die aan de rentebaten hebben bijgedragen. Tegelijkertijd houdt Wells Fargo wel rekening met een verslechterend macro-economisch klimaat en vulde de reserves met 643 miljoen euro aan tot 1,2 miljard dollar. Er worden vooral verliezen gevreesd op commercieel vastgoed, creditcard- en autoleningen.
Ook Citigroup overtrof de verwachting van analisten: de winst per aandeel kwam uit op 1,86 dollar tegenover een consensus van 1,65 dollar. De inkomsten klommen van 19,2 naar 21,4 miljard dollar waarbij de bank de opbrengsten uit de obligatiehandel 4 procent zag klimmen tot 4,5 miljard dollar. Ook hier was de verbetering te danken aan de renteontwikkeling.
De bankensector ging vorige maand nog door een hele moeilijke maand. Dat kwam doordat de banken Silicon Valley Bank en Signature Bank over de kop gingen en in Europa Credit Suisse moest worden ingelijfd door branchegenoot UBS. Bij opening van Wall Street gingen Amerikaanse bankaandelen vrijdag met 3 tot 7 procent omhoog.
De eerste kwartaalcijfers van S&P-bedrijven verrasten de markt, omdat de tot dusver gerapporteerde winsten (6 procent van het totaal) boven het tienjaarsgemiddelde liggen, stelt Factset. Maar liefst 90 procent heeft een winst per aandeel gerapporteerd die hoger was dan de consensus onder analisten; tevens is 77 procent daarvan boven het vijfjaarsgemiddelde. Gemiddeld rapporteerden beursfondsen winsten die 7,9 procent boven de verwachting waren.
Vijf van de elf sectoren in de S&P rapporteerden een jaar op jaar winstgroei. Aan kop ging daarbij consumentengoederen en industriële sectoren. Daarentegen presteren materialen, gezondheidszorg, informatietechnologie en communicatie slechter op jaarbasis.
De goede openingscijfers van het resultatenseizoen zorgde ook voor Europese beurzen voor een goede stemming. Voor de vier week op rij verschenen er positieve cijfers op de koersborden.
Voor het tweede kwartaal van dit jaar rekenen analisten op een daling van de winsten in de S&P index van -4,6 procent, terwijl voor het derde en vierde kwartaalseizoen wordt gerekend op een winstgroei van 1,9 en 8,8 procent. Voor het hele jaar wordt de winstgroei geschat op 0,9 procent. Komende week zullen 60 van de 500 S&P-fondsen hun cijfers publiceren.