Traditionele inkomensbronnen drogen op. Door een gebrek aan rendement in de fixed income markten zoeken beleggers het bij risicovollere schuld, om het gebrek aan rendement te compenseren. Maar dat maakt hen extra kwetsbaar in perioden van marktstress. Sean Markowicz, strateeg bij Schroders, meent dat beleggers geen genoegen hoeven te nemen met minder rendement, maar ook niet met meer risico. Een flexibele benadering kan profiteren van de diversiteit in de schuldmarkten.
Uit de Schroders Global Investor Study van 2019 bleek dat 79 procent van de consumenten belegt met het doel om 4 procent rendement te behalen. Dat lukt niet meer met traditionele inkomensbronnen. Om dat te compenseren kopen veel beleggers risicovoller schuldpapier. Markowicz vindt dat geen geschikte strategie, die ook voor onaangename verrassingen kan zorgen als het slechter gaat met de markten. Toch betekent dat ook niet dat beleggers maar tevreden moeten zijn met magere rendementen. De portefeuille kan beter renderen, als men twee factoren in het oog houdt.
Verschil tussen segmenten
Er is een significante variatie in rendementen tussen de verschillende segmenten van de obligatiemarkten. Dat betekent dat men het rendement kan verhogen door de allocatie te laten variëren. Dit hogere rendement kan bereikt worden zonder een structurele blootstelling aan risicovollere schuld.Gedurende een economische cyclus verschillen rendementen tussen en binnen subcategorieën van de schuldmarkten. Sinds 2005 bedraagt het verschil tussen de top en bodem van de marktprestaties gemiddeld 17 procent. Het is deze variatie, waar een portefeuille van kan profiteren, op voorwaarde dat een belegger vrij is om zijn kapitaal actief aan te wenden. Door een grotere flexibiliteit kan het rendement verbeterd worden.
Verschil binnen segmenten
Er is een significante variatie in rendement en yield tussen effecten binnen ieder segment. Dat betekent dat het mogelijk is om het rendement te verhogen dat per segment behaald wordt. Deze bron van extra rendement is historisch gezien het grootst als de obligatierendementen onder druk staan.
Uit onderzoek van Schroders blijkt dat gedurende de afgelopen 20 jaar tussen de 34 procent en 84 procent van het obligatiespectrum op jaarbasis beter presteerde dan de markt. Het percentage dat het beter deed dan de markt is zelfs omgekeerd gerelateerd aan de markt. Als de obligatiemarkten minder presteerden, dan overtrof een hoger percentage van de individuele obligaties de markt. De verklaring zoekt Markowicz in de samenstelling van de indices, waarbij de grootste emittenten de zwaarste weging krijgen. Die bedrijven worden in mindere tijden ook zwaarder geraakt.
Flexibel en selectief
Het onderstreept opnieuw dat een flexibele en selectieve benadering van de obligatiemarkten een belangrijke sleutel is voor de prestaties van de portefeuille. Dit is met name van belang als het einde van de cyclus nadert. De flexibiliteit om te verkopen voor een downgrade, of juist aan te houden tot ruim daarna, kan leiden tot een beter resultaat.
Beleggers denken al snel dat als het indexrendement daalt, ook de kansen voor inkomen verminderen. Maar het is goed om even dieper te kijken, onder de oppervlakte blijken kansen voor extra inkomen te zijn. Er is een breed spectrum aan obligatierendementen beschikbaar voor beleggers bij hetzelfde renterisico. Zorgvuldige selectie kan tot een hoger inkomen leiden. Lagere liquiditeit en kleinere emittenten kunnen soms ook zorgen voor verkeerd geprijsde obligaties. Daarom is fundamentele research van belang, om die obligaties te vermijden die om terechte redenen goedkoop zijn.
Een selectieve benadering binnen een breed spectrum aan obligaties kan leiden tot een bevredigender rendement.