Sarah Williamson, FCLTGlobal
i-5ghnsmB-L.jpg

Het bewijs voor de positieve impact van langetermijninvesteringen neemt toe. Zowel asset owners, asset managers als asset creators kunnen hiervan profiteren. De kloof tussen de investeringsintentie en de daadwerkelijke allocatie van kapitaal blijft echter groot.

Het is één van de conclusies van het eerste FCLTCompass onderzoek, een rapport dat inzicht geeft in de geldstromen tussen asset owners, asset managers én bedrijven, ofwel de asset creators. 

Op basis van meer dan 10 jaar aan financiële data heeft de non profit-organisatie FCLTGlobal (Focusing Capital on the Long Term) het vermogen van asset owners in kaart gebracht. Vervolgens is getraceerd hoe dit via verschillende asset categorieën uiteindelijk bij bedrijven terecht komt die het op hun beurt inzetten ter ondersteuning van economische groei. 

Het rapport zal vanaf nu jaarlijks verschijnen en het moet langetermijnbeleggers handvatten geven om toekomstgerichte beleggingsbeslissingen te kunnen nemen. Een project waar het researchteam van FCLTGlobal ruim 4 jaar intensief aan heeft gewerkt, vertelt CEO Sarah Williamson (foto) in een gesprek met Fondsnieuws. 

‘We werden in de eerste plaats gedreven door de vraag of investeren voor de lange termijn ook echt beter is dan investeren voor een kortere termijn. En dat bleek het geval. Voor zowel bedrijven, asset owners als asset managers is deze claim te verdedigen.’ 

Langetermijnbeleggen heeft voordelen

Zo valt in het rapport te lezen dat asset managers een netto langetermijnpremie van maximaal 1,5 procent per jaar verdienen ten opzichte van een marktkapitalisatiegewogen index. Langetermijnbeleggers kunnen bovendien een liquiditeitspremie van 0,5 tot 2,0 procent per jaar verdienen. Tot slot kunnen beleggers met een lange horizon aanzienlijke besparingen op transactiekosten realiseren door onnodige turnover te vermijden.

Maar misschien nog wel belangrijker is dat langetermijnbeleggers zich bezig houden met langetermijnkwesties, een praktijk die alle belanghebbenden ten goede komt, inclusief henzelf. Op basis van onderzoek van Willis Towers Watson stelt FCLTGlobal dat langetermijnbeleggers gemiddeld 2,3 procent extra rendement behalen in het jaar na een engagement-traject. En dat rendement blijkt structureel, want over een periode van vijf jaar behaalden de beoogde bedrijven een cumulatief gemiddeld extra rendement van 12,3 procent boven de benchmark. 

Maar hoe zijn kapitaalmarkten dan uiteindelijk op het punt beland waar de investeringsintentie en allocatie van kapitaal zover uit elkaar lopen? Want uit het onderzoek blijkt dat zowel asset owners als asset creators doorgaans wel de intentie hebben om hun kapitaal voor een lange tijd te investeren, maar dat ze daar in de praktijk maar weinig in slagen.

Kloof tussen investeringsintentie en allocatie kapitaal

De oorzaak ligt in drie ontwikkelingen. De eerste is de toegenomen acceptatie van bedrijfsmodellen met minder vaste activa, de zogenoemde fixed asset-light-modellen. Dit heeft eraan bijgedragen dat de investeringshorizon 14 procent korter is geworden. 

Een andere ontwikkeling is de stijging van het percentage uitstaande schulden ten opzichte van de totale bedrijfsfinanciering, die zich deels laat verklaren door het aanhoudend lagerenteklimaat. Maar ook de toenemende druk om kapitaal aan aandeelhouders terug te geven speelt mee. Tot slot loopt de afname van de horizon voor bedrijfsinvesteringen parallel met de kortere zittingstermijn van CEO’s. 

Een belegger met een uitgesproken voorkeur voor de langetermijnbenadering is Van Lanschot Kempen. CIO Lars Dijkstra is dan ook vanaf het eerste uur betrokken bij het FCLT-initiatief dat in 2013 werd opgericht. ‘Ons streven is een langetermijnperspectief toe te passen in al onze beleggingsactiviteiten. Wij zijn ervan overtuigd dat de wereldwijde gegevens en de studie van gedragtrends in de beleggingssector uit dit onderzoek zowel bedrijven als beleggers helpen hun langetermijndoelen te bereiken.’

‘Voorkom kip-en-ei discussie’

Maar hoe werkt dit voor een asset manager die beide uiteinden van de investeringswaardeketen met elkaar verbindt? Zowel asset owners, als creators slagen er immers tot nu toe niet in om hun investeringsintenties en daadwerkelijke allocatie van kapitaal met elkaar in lijn te brengen. 

Wat in ieder geval moet worden voorkomen is dat er een kip-en-eiprobleem ontstaat, stelt het rapport. Zijn de uiteindelijke asset owners echt niet zo langetermijngeoriënteerd? Of hebben ze juist moeite om een langetermijnfocus te houden omdat ze moeten kiezen uit een reeks investeringsmogelijkheden die niet aan hun behoeften voldoet?

Om dit probleem op te lossen, is het noodzakelijk om moeilijke vragen onder ogen te zien over de aard en structuur van de huidige relaties tussen asset owners en asset managers. En volgens FCLTGlobal is er op dit front reden tot optimisme.

‘Uit eerder onderzoek blijkt dat asset owners die een groter deel van hun vermogen alloceren naar aandelen op de lange termijn beter presteren dan zij die dit niet doen. Daarnaast is er een trend zichtbaar waarin de gemiddelde beleggingshorizon van beursgenoteerde aandelen (of de gemiddelde periode van bezit van aandelen) steeds langer wordt. Dit komt door de opkomst van indexproducten en duurzame strategieën. Productinnovaties die beide zijn ontstaan ​​in reactie op de vraag van asset owners. Hieruit blijkt de bereidheid van asset managers om langetermijngeoriënteerde producten aan te bieden.’

Volgens Dijkstra is het daarnaast essentieel om de langetermijnfocus te integreren in de dagelijkse praktijk van een asset management organisatie. ‘Toen ik 15 jaar geleden begon bij Van Lanschot Kempen werd er gestuurd op de 1-jaars performance en dat hebben we inmiddels veranderd naar een 3-5-jaars periode. Daarnaast was het in het begin hoofdzakelijk alpha-gedreven. Hier hebben we de afgelopen jaren duurzame doelstellingen aan toegevoegd, waardoor er een meer geïntegreerd KPI-systeem is ontstaan.’

Het in lijn brengen van de incentives is sowieso erg belangrijk vult Williamson aan. ‘Tussen de verschillende stakeholders, maar inderdaad in de eerste plaats op intern niveau binnen een (corporate) organisatie.’ 

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No