We staan aan de vooravond van een revolutie in de pensioenmarkt. Individueel pensioen wordt de norm, wat het naar elkaar toegroeien van institutioneel en wholesale bespoedigt en grote kansen biedt aan de markt.
Er was een tijd dat de beleggingsadviseur samen met zijn klant een portefeuille in elkaar knutselde. De ene keer zorgde dat voor mooie rendementen en tevreden klanten, de andere keer ging het gruwelijk mis.
Klanten werden exotische producten verkocht, die hemelse rendementen zouden opbrengen. Bij de beurscrash van 2008 die op de ondergang van Lehman Brothers volgde, gingen indices tot wel 40 procent onderuit. Verbijsterde en verbitterde klanten waren het gevolg. Ze sleepten banken met schadeclaims voor de rechter.
De les van deze zware crisis was dat niet-gecorreleerde categorieën, zoals obligaties en aandelen, wel degelijk gecorreleerd konden zijn en dat ook defensieve portefeuilles zwaar onderuitgingen. Dergelijke zeperds konden banken zich niet meer veroorloven en zetten hen aan tot de oprichting of professionalisering van de zogenoemde investment offices.
Dat zijn afdelingen van beleggingsexperts die voor alle klanten van de bank strategieën ontwikkelen en producten selecteren ten behoeve van modelportefeuilles. Bovendien gingen zij op dagelijkse basis de vinger aan de pols van de assetallocatie houden.
In de afgelopen tien jaar hebben de investment offices van de grootbanken een hoge kwaliteit bereikt, is een mening die door assetmanagers unaniem gedeeld wordt. De kwaliteit, zegt Roelof Salomons, assetallocatiestrateeg van Kempen Capital Management, komt steeds meer op het niveau van de institutionele wereld.
‘Ik zit zowel bij institutionele als wholesale klanten aan tafel. Het selectieproces bij de banken wordt steeds transparanter en professioneler en lijkt steeds meer op dat van institutionele partijen. Er wordt niet alleen naar performance, maar ook naar het proces, de samenstelling van het team, als ook naar de kosten gekeken.’
Pensioenstelsel op de schop
Deze trend van wederzijdse kruisbestuiving zal zich doorzetten. De reden daarvoor is een combinatie van maatschappelijke trends en van wet- en regelgeving.
Zo gaat het pensioenstelsel op de schop dat zzp’ers buitenspel heeft gezet en ook geen rekening houdt met het feit dat veel werknemers een grillige carrière kennen en dus vaak een pensioengat hebben. Salomons, die tevens actief is als hoogleraar beleggingstheorie en vermogensbeheer aan de Rijksuniversiteit Groningen, verwacht dat al bij deze kabinetsformatie wordt uitgesproken dat het individuele pensioen de norm wordt.
De markt loopt hier al op vooruit. Die voorziet een verdere verschuiving van zogenoemde defined benefit (DB) naar defined contribution-regelingen (DC). DB was de heersende praktijk en houdt in dat pensioenfondsen deelnemers bij pensionering de levenslange uitkering van een middelloon garanderen.
Bij DC is alleen de inleg van de deelnemer bepaald, maar wordt over de uitkering geen garantie afgegeven. Dit betekent dat steeds meer verantwoordelijkheid bij de beroepsbevolking zelf wordt gelegd. Hierdoor zullen particulieren zich steeds meer moeten richten op het behalen van langetermijndoelen, zoals pensioen, zorg en de studie van de kinderen. Deze doelen zullen dan ook de kern (moeten) worden van de financiële huishouding van mensen.
Voor financiële dienstverleners, zoals pensioenbeleggers, verzekeraars, banken en assetmanagers biedt deze ontwikkeling veel kansen. Het zal er inderdaad voor zorgen dat wholesale meer de trekken van de institutionele markt krijgt, zegt ook Maureen Schlejen, die bij NN Investment Partners verantwoordelijk is voor institutionele relaties in Nederland.
‘Als je als particulier steeds meer zelf verantwoordelijk wordt voor het behalen van langetermijndoelstellingen, zoals het pensioen, dan is er veel te leren van de institutionele wereld waar het langlevenrisico en het renterisico, als ook het gebruik van illiquide assets al langer praktijk zijn’ (zie in dit kader ook p. 21).
Geïntegreerde oplossingen
NN IP anticipeert op deze ontwikkeling. Institutioneel en wholesale werken intern nauw samen en wisselen intensief kennis uit, zegt Schlejen. ‘We zoeken steeds meer naar geïntegreerde oplossingen. Wet- en regelgeving speelt daarin een belangrijke rol. Zo zal de Europese richtlijn Mifid II er mogelijk toe leiden dat banken minder advies- en execution only-diensten zullen aanbieden en steeds meer zullen toe groeien naar beheeroplossingen voor de lange termijn.’
Salomons is het met haar eens. ‘Het zogenoemde asset liabilty-management, waarvan pensioenfondsen gebruikmaken om hun langetermijnverplichtingen te realiseren, zal ook steeds meer door banken worden geïmplementeerd. Voor alle aanbieders is de vraagstelling namelijk hetzelfde: de klant formuleert zijn doelen, de aanbieder moet zorgen dat de klant koers houdt.’ Volgens hem is de risicobereidheid van een pensioenfonds, verzekeraar of bank verschillend, maar het behouden van de koers niet.
New kids on the block
De groei naar een DC-markt, die binnen enkele jaren dominant zal zijn, biedt ruimte voor ‘new kids on the block’. Zo worden naast de oplossingen van pensioenfondsen en verzekeraars ook PPI’s aangeboden. In deze Premie Pensioen Instellingen kunnen bedrijven pensioen opbouwen voor deelnemers, zonder dat zij het risico dragen. Hierdoor zijn de kosten lager.
PPI’s beleggen in ieder geval tot de pensioengerechtigde leeftijd volgens de life cycle-systematiek. Life cycle-fondsen hebben het nadeel dat zij de risico’s van de vermogensopbouw afbouwen naarmate de pensioengerechtigde leeftijd dichterbij komt. Het nadeel hiervan is dat er onvoldoende rekening wordt gehouden met de specifieke behoeften en risicokarakteristieken van individuele klanten, zegt Salomons.
‘Heel lang werd de regel aangehouden dat je “100 minus je leeftijd” in aandelen mocht beleggen. Maar dat is achterhaald. Je moet namelijk de vraag stellen wat het human capital is van een klant, dat wil zeggen wat is zijn verdiencapaciteit. Iemand die heel zeker is van zijn baan, zal minder fluctuatie kennen in zijn inkomen en kan meer in aandelen beleggen.’
Voor verzekeraars is de ontwikkeling naar een DC-markt een geweldige kans. Deze sector zag de levensverzekeringsmarkt in de afgelopen vijftien jaar langzaam maar zeker opdrogen, omdat deze veel te duur en te weinig transparant was.
‘De kennis die we in de institutionele markt hebben opgedaan, heeft ons als assetmanager veel kennis bezorgd en vertaalt zich nu onder meer naar individuele pensioenoplossingen, zoals het platform BeFrank van Delta Lloyd dat aanbiedt,’ zegt Jacco Maters, de ceo van de assetmanagementtak van Delta Lloyd.
Bij life cycle-oplossingen houdt dat volgens hem in dat je naar zowel het langlevenrisico als naar de persoonlijke financiële positie van een klant kijkt.
Solvency II
‘Tegelijkertijd hebben we ook veel geleerd van Solvency II dat in Nederland voor verzekeraars — anders dan in omringende landen — al van kracht is geworden en dat tot een hoog kapitaalbeslag voor aandelen leidt, wat betekent dat je van de uitstaande aandelen 40 procent aan reserves moet aanhouden.
Dat heeft ons aangezet tot andersoortige beleggingen, met een lager kapitaalbeslag maar met een rendement dat vergelijkbaar is met dat van aandelen. Dan kom je uit bij directe leningen aan mkb-bedrijven (private debt, red.) en hypotheken die een onderpand kennen en dus een substantieel lager kapitaalbeslag verlangen.
Dergelijke producten en oplossingen kunnen we in aangepaste vorm vertalen naar individuele (pensioen)oplossingen. Dat is een concreet voorbeeld van de kruisbestuiving tussen institutioneel en wholesale die thans plaatsvindt.’
Dit artikel is gepubliceerd in het Fondsnieuws-magazine dat op 19 april verschijnt als bijlage bij Het Financieele Dagblad.