De financiële sector krijgt volgend jaar vooral te maken met de naweeën van eerder ingevoerde regels. Particulieren kunnen voor het eind van het jaar kijken naar mogelijkheden om hun vermogen te verlagen.
In vergelijking met vorig jaar toen Mifid II bijna van kracht werd, hoeft de financiële sector zich nu veel minder schrap te zetten voor allerlei nieuwe regels. ‘Vorig jaar was een race tegen de klok’, zegt Suzanne Kröner (foto) van Stibbe.
Mifid II had impact op de hele financiële sector. Nu hebben financiële instellingen vooral te maken met de aanscherping en uitwerking van regels. ‘Dat geldt met name voor de antiwitwasregels. Je moet je klant kennen en beoordelen welk risico de onderneming neemt door met die klant in zee te gaan. Wat is bijvoorbeeld de bron van zijn middelen?’, zegt Kröner.
Ook advocaat Frank ’t Hart waarschuwt dat beleggingsondernemingen niet op hun lauweren kunnen rusten. ‘Mifid II schrijft voor dat je gedurende de relatie met de klant alert moet zijn. Daar moeten beleggingsondernemingen nu iets mee gaan doen.’
Periodiek controleren
Beleggingsondernemingen die beheerdiensten verlenen, moeten periodiek controleren of de producten nog wel passen bij de doelstelling van de klant. De persoonlijke situatie kan zijn gewijzigd. Het is ook denkbaar dat schommelingen op de financiële markten aanleiding zijn wijzigingen door te voeren. ‘Beleggingsondernemingen dienen steeds vaker hun klanten actief te benaderen’, aldus ’t Hart. ‘Dit is een belangrijk onderdeel van de nazorg.’
De klantgegevens moeten actueel blijven. Dit vergt het doorlopend monitoren van een zakelijke relatie met het oog op risico’s. ‘Als bij een klant het transactiepatroon wijzigt, moet de instelling de transactie en zo nodig ook de bron van de middelen onderzoeken. De instelling moet die informatie vastleggen. Alleen mutaties doorvoeren, volstaat niet’, aldus Kröner. ‘Deze antiwitwasregels zijn afgelopen zomer al van kracht geworden en zullen binnen afzienbare tijd worden aangescherpt.’
Financiële instellingen zijn bij de nazorg vaak afhankelijk van de medewerking van hun klanten. Die moeten immers veranderingen melden. Een probleem is dat lang niet alle klanten dat doen. Zelfs niet na vragen van de instelling. ‘Soms is het uitblijven van een reactie na enkele pogingen tot activering reden om afscheid te nemen van klanten’, zegt ’t Hart. ‘In andere gevallen legt de instelling dit vast zodat aantoonbaar is dat is geprobeerd informatie boven tafel te krijgen.’
Een manier om klanten wakker te schudden, is nudging. ’t Hart: ‘De AFM is erg gecharmeerd van deze methode. Nergens in de wet staat dat je het zo moet doen, maar het is duidelijk dat de AFM hierop aanstuurt. Dat is te zien in AFM-leidraden. Nudging betekent dat klanten informatie krijgen die ze in de juiste richting stuurt. Daarom is het belangrijk om klanten handelingsperspectief te bieden. Dan weet een klant niet alleen wat er aan de hand is, maar ook wat hij moet doen.’
Voor institutionele beleggers is de aandeelhoudersrechtenrichtlijn van belang in 2019. Kröner: ‘Deze Europese richtlijn moet nog worden verankerd in de Nederlandse wetgeving, maar de richting is duidelijk. Het doel is bevordering van effectieve en duurzame aandeelhoudersbetrokkenheid bij beursgenoteerde ondernemingen. Voor aandeelhouders wordt het wat eenvoudiger invloed uit te oefenen. Bedrijven moeten bijvoorbeeld eens in de vier jaar hun beloningsbeleid voor de bestuurders actualiseren en laten vaststellen in de aandeelhoudersvergadering.’
In het kader van de vergroting van de transparantie dienen ze open te zijn over transacties met verbonden partijen. ‘Transacties van betekenis zullen goedkeuring van de raad van commissarissen vergen en moeten openbaar worden gemaakt’, aldus Kröner.
Particulieren
Omdat begin van het jaar het peilmoment is voor box III kan het voor particulieren interessant zijn voor het jaareinde het vermogen te verlagen. ‘Dat kan bijvoorbeeld door grote uitgaven nog voor het eind van het jaar te doen’, zegt Mitra Tydeman van het PwC Knowledge Centre. ‘Een belastingaanslag is een voorbeeld. De schuld aan de fiscus wordt niet in mindering gebracht op het box IIIvermogen, maar als je hebt betaald is het vermogen wel lager.’
Schenken is eveneens een manier om het vermogen te verlagen. Voor schenkingen aan kinderen geldt een jaarlijkse vrijstelling van 5.363 euro, voor kleinkinderen en derden 2.147 euro. Daarnaast mogen ouders eenmalig een kind tussen de 18 en 40 jaar een vrijgestelde schenking doen van 25.731 euro.
‘Dat bedrag is vrij te besteden. Meer schenken is mogelijk, maar dan moet de bestemming een dure studie of een huis zijn’, zegt Tydeman. ‘Dat het een dure studie is, moet je wel kunnen aantonen. In dat geval is de maximale vrijgestelde schenking € 53.602. Bij een huis is het maximum circa een ton. Je kunt deze schenkingen niet bij elkaar optellen.’
Vermogende particulieren kunnen het vermogen ook omlaag brengen door de hypotheekschuld over te hevelen van box I naar box III. ‘Voorwaarde is wel dat die schuld dan geen relatie meer heeft met de woning’, aldus Pjotr Anthoni, eveneens van het PwC Knowledge Centre. ‘De schuld moet als het ware worden losgeweekt van de woning.’
‘Dit kan al interessant zijn voor huizenbezitters met meer dan twee ton aan privévermogen, maar in ieder geval voor huizeneigenaars met meer dan een miljoen’, zegt Anthoni. Die vallen in de hoogste forfaitaire rendementsschijf van 5,6 procent waarover ze 30 procent box III-belasting betalen.
Dit artikel is afgedrukt in het Fondsnieuws-magazine van december.