De Europese Mifid II-richtlijn die in januari 2018 van kracht wordt, stelt specifieke eisen op het gebied van de passendheid en geschiktheid van beleggingsproducten. Een white paper van Ortec Finance, de VU en PWC geeft handvatten.
Een van de doelen van Mifid II is particuliere beleggers beter te beschermen. Daarom worden onder meer specifieke eisen gesteld aan de passendheid en geschiktheid van beleggingsproducten.
Als gevolg hiervan zullen banken en vermogensbeheerders veel beter inzicht moeten krijgen in de financiële situatie van individuele klanten, inclusief hun kennis en ervaring en hun wensen en doelen. Het verzamelen van deze gegevens en het rapporteren hierover aan de toezichthouders is een echter complexe taak.
In de white paper Mifid II: Suitability and appropriateness geven managing director Private Client Solutions Ronald Janssen van Ortec Finance, directeur van de Asset & Wealth Management beroepspraktijk van PwC Arthur Kilian en hoogleraar Effectiviteit van regelgeving bij beleggingsondernemingen aan de Vrije Universiteit Tom Loonen praktische handvatten voor de implementatie van deze nieuwe regels door beleggingsondernemingen, zoals banken en vermogensbeheerders.
Geschiktheid betekent in deze context dat voordat een bepaalde beleggingsportefeuille aan een particuliere belegger mag worden voorgesteld een beleggingsonderneming eerst moet vaststellen wat de financiële situatie is van de desbetreffende cliënt. Daaronder vallen zowel inkomsten, uitgaven als doelstellingen van cliënten.
Passendheid wil zeggen dat een beleggingsdienst of een voorgenomen transactie moet aansluiten bij de beleggingskennis en -ervaring van een cliënt.
Wat het volgens de auteurs extra lastig maakt, is het vinden van een antwoord op de vraag hoe een beleggingsonderneming de data die het heeft of verzamelt, kan vertalen in verantwoorde conclusies en adviezen. ‘In de toekomst zal dit een volledig digitale aangelegenheid zijn, maar op het moment is het voor veel beleggingsondernemingen nog handwerk. Het betekent ook dat de tijd moet worden genomen om met cliënten te praten’.