Tijdens het vragenuurtje na het rentebesluit van het FOMC deed Jerome Powell een zeer gedurfde uitspraak over het monetaire beleid in de toekomst. Op de vraag wanneer we ons mochten verwachten aan een minder agressief monetair beleid, antwoordde Powell dat het economische herstel verre van afgerond is (arbeidsmarkt en werkloosheid) en dat we voor eind 2023 geen monetaire verstrakking moesten verwachten.
Christofer Govaerts, de hoofdstrateeg van Nagelmackers, geeft de volgende toelichting in zijn marktcommentaar: ‘Een forward guidance dus van drie jaar is ongezien! Christine Lagarde (ECB) deed in meer verholen termen uitspraken die in lijn lagen met die van Powell, maar behield wel wat meer flexibiliteit. Dat is wijs en wat centrale bankiers meestal doen. “In functie van nieuwe data” heet het dan.’
Peter De Coensel, CIO Fixed Income van Degroof Petercam Asset Management (DPAM), stelt dat het decennium dat voor ons ligt, er hoopgevend uitziet nu innovaties op het gebied van bedrijfs- en arbeidspraktijken een gestage en veelbelovende groei mogelijk kunnen maken. ‘Deze innovaties zouden de productiviteit moeten ondersteunen en opkrikken. Dat zal essentieel zijn om te voorkomen dat een schadelijke inflatie voet aan de grond krijgt.’
Activa-zeepbellen
De afgelopen maanden gaan de huizenprijzen fors hoger, met zowat 6 procent op jaarbasis. Ook de aandelenmarkten bereiken nieuwe records. Dat doet vermoeden dat we volop met asset inflatie geconfronteerd worden.
De Coensel verwacht geen ingrijpen van de Fed: ‘De Fed zal de activa-inflatie waarvan we het afgelopen jaar getuige zijn geweest, niet aanpakken. De Fed zal niet de rol van scheidsrechter spelen bij speculatie op de markten.’
De strategie van de Fed is volgens De Coensel duidelijk voor marktdeelnemers en wijst op een richtrente van 2,25 tot 2,50 procent tegen 2025. Verwacht volgens hem geen hogere niveaus, want meer verkrapping kan de markten doen ontsporen en uiteindelijk gevolgen hebben voor de gewone consument. ‘De fouten die tot de beurscrash van 1929 hebben geleid, zullen niet worden herhaald.’
Beleidsfouten
De Coensel verwoordt het als volgt in zijn marktcommentaar: ‘Benjamin Strong, gouverneur van de centrale bank van New York, verzette zich tegen pogingen om het monetaire beleid op de aandelenmarkt te richten, wijzend op mogelijk negatieve gevolgen. Helaas overleed hij in 1928 en kwam de Fed onder controle van ‘zeepbelbestrijders’. De Fed trok de rente op van 3,5 procent in januari 1928 tot 6 procent in augustus 1929. Wat volgde is een crash die tot een langdurige depressie heeft geleid.’
Bernanke stelt dat de gangbare interpretatie van de jaren 1920 niet de juiste is. Het verhaal gaat dat de aandelenmarkt overgewaardeerd raakte, instortte en de Grote Depressie veroorzaakte.
De Coensel: ‘De waarheid is echter dat een al te ambitieuze Fed de stijging van de waarderingen op de activamarkten een halt wilde toeroepen. Ik denk dat de Fed die fout niet zal herhalen. Geleidelijkheid zal weer de voorkeursstrategie zijn. Of de Fed erin slaagt de momenteel ingeprijsde richtrente van 2,50 procent te halen, zou vandaag centraal moeten staan in het debat. Zoals ik al eerder stelde, moeten we ons in een scenario met een richtrente van 1,5 procent voorbereiden op sterke Amerikaanse obligatiemarkten in de komende jaren.’