Willem Burgers van het Add Value Fund is een van de meest ervaren smallcapbeleggers van Nederland. In de interviewserie ‘De passie voor beleggen’ gaat hij in op de kick van het winnen, de pijn van het verliezen en het fingerspitzengefühl.
Willem Burgers beheert sinds 2007 het beursgenoteerde Add Value Fund, dat belegt in Nederlandse miden smallcaps. Burgers zette begin jaren 90 het Orange Fund bij Kempen op en is daarmee nu meer dan een kwarteeuw vooral met Nederlandse kleine en middelgrote aandelen bezig, wat hem de bijnaam ‘Mister Smallcap‘ heeft opgeleverd. Een gesprek over de passie voor beleggen, over waar het misging in 2018 en wat er in 2019 te verwachten is.
Waar komt de passie voor beleggen vandaan?
‘Daarvoor moeten we terug naar eind jaren 70, toen ik begon bij Robeco. Dat was de tijd van de tweede oliecrisis, er was niet veel te doen op aandelengebied en ik begon daar dan ook aan de obligatiekant. Via valuta en rente kom je dan uiteindelijk wel op de invloeden die daarvan uitgaan op de aandelenmarkten en dat vond ik toch een veel boeiender wereld. Met aandelen word je eigenlijk iedere dag afgerekend op je prestaties, dat sprak mij direct aan. Je hebt iedere dag een “score card” van hoe het erbij staat, er zit een veel duidelijker competitie-element in dan bij obligaties.’
Wat is uw methodiek, is dat duidelijk afgebakend of is er ook ruimte voor fingerspitzengefühl?
‘Dat is duidelijk bottom-up. Ik verdiep me in de individuele bedrijven, zonder daarbij enige benchmark in het oog te houden. Dat is ook moeilijk in het beperkte universum waarin wij werken natuurlijk. Wij proberen van weinig zo veel mogelijk te weten. Als ik maatstaven moet noemen waar je dan naar kijkt is dat toch vooral de toegevoegde waarde die bedrijven leveren, dat heeft alles te maken met het verdienmodel. Het is van belang dat een bedrijf voldoende beloond wordt voor de input die het levert en de risico’s die genomen worden.
Ruimte voor fingerspitzengefühl is er zeker, ik denk dat je met bedrijven in de technologiehoek zoals Flow Traders een inschatting moet kunnen maken van de winstpotentie op momenten dat die winst er misschien nog niet uitkomt. Je ziet dat je fingerspitzengefühl dan op termijn ook beloond kan worden. Flow Traders was in 2017 een van de zwakste broeders in onze portefeuille, maar in 2018 kwam het er wel uit.’
Wat is het mooiste aan beleggen, wat brengt de echte kick?
‘Zoiets als wat bij Flow Traders gebeurde, dat je uiteindelijk toch gelijk krijgt met je visie, dat is het mooiste van beleggen. Dat soort dingen resulteert in een trackrecord op de lange termijn waaruit - als het goed is - je meerwaarde blijkt. Een leuke dagwinst geeft natuurlijk ook een kick, maar dat is de korte termijn. Het gaat erom dat je in de niche waar je actief bent de benchmark op de lange termijn achter je laat, met een overzichtelijk risico.’
Wat zijn uw grootste mislukkingen, en waar ging dat toen mis?
‘Dan kom ik toch weer terug bij Imtech, dat blijft een pijnlijke misser. Het was natuurlijk een fraudezaak, maar het leert je wel dat je altijd goed moet blijven kijken naar de cijfers die je van een bedrijf krijgt voorgeschoteld. Je moet alles checken en dubbelchecken. Het geval Imtech heeft me ook veel voorzichtiger gemaakt met bedrijven die noodgedwongen veel werken met onderaannemers, orderboeken en projecten. Dat geeft toch plaatsen waar je tegenvallers een tijdje kan wegmoffelen. Om die reden ben ik nu voorzichtig met een bedrijf als Arcadis, dat ook risico’s in zijn orderportefeuille heeft.
Wat ook altijd om aandacht vraagt is de post goodwill, waar potentieel ook tegenvallers in kunnen zitten. Je moet als aandelenbelegger continu je investment case tegen het licht blijven houden om een inschatting te kunnen maken of die goodwill nog wel terecht is. Je ziet bij bedrijven als Blokker, in markten waar e-commerce heel snel opkomt, hoe snel de waarde van een merk kan afnemen.’
Waarom bleef Add Value in 2018 achter bij de markt?
‘In het afgelopen jaar zagen we sinds lange tijd eigenlijk dat de lokale aandelen achterbleven bij de AEX, dat de liquiditeit in de markt wat terugliep als gevolg van macro-economische en internationale ontwikkelingen. Tot eind mei ging het prima, daarna was er ineens een kopersstaking. De ervaring leert dat dit meestal een kortstondig fenomeen is. Waarderingen zijn behoorlijk naar beneden gekomen, terwijl ik bij de bedrijven hoor dat de ontwikkelingen niet veel anders zijn dan zes maanden geleden. Uiteraard speelt het feit dat de ECB stopt met zijn opkoopprogramma en de verwachte hogere renteniveaus wel een rol. Ook de onzekerheid over de brexit en de manier waarop Trump zich in het handelsconflict blijft opstellen zijn natuurlijk van belang.’
Wat zijn de vooruitzichten voor 2019?
‘De soep wordt vaak minder heet gegeten dan opgediend. Ik voorzie dat partijen in de discussie over de brexit uiteindelijk hun knopen zullen tellen en tot een deal komen die niet al te veel economische schade zal veroorzaken. Ook Trump zal zich met zijn eigen agenda in het achterhoofd realiseren dat hij zijn eigen achterban niet te veel tegen zich in het harnas kan jagen. Het zal een volatiel jaar worden, met forse uitslagen, maar ik zie nu al de M&A-activiteit aantrekken, dat is een goed teken. Kijk maar naar de hernieuwde benadering van Accell door Pon, daar gaan we meer van zien in 2019.’