Image
Access
Public

Plannen, vooruitkijken, de lange termijn voorop stellen: veel beleggers en aandeelhouders hebben er moeite mee. ‘Zou dat aan onze volksaard liggen?’, vraagt journalist Roos Schlikker zich af. Ze vroeg het Herman Pleij, een van de sprekers op het Outlook 2016-seminar bij Kempen Capital Management.


Zijn Nederlanders een beetje goed in vooruit kijken?

‘Dat denk ik wel. Nederland kent een enorme ideeënrijkdom. Dat komt door onze horizontale samenleving. Iedereen trekt hier zijn bek open over alles. Of het nu de Griekse crisis betreft, asielzoekers of de jurk van Trijntje Oosterhuis bij het Eurovisie Songfestival, we vinden er iets van. Tegelijkertijd zijn we goed in het sluiten van compromissen. Dat is de enige reden dat Nederland in de loop van de geschiedenis als klein landje zo veel op tafel heeft weten te leggen. Weet je dat wij maar liefst vijfentwintig Nobelprijswinnaars hebben voorgebracht? Dat komt doordat we hier voortdurend worden uitgedaagd om met elkaar te blijven praten, onze mening te geven, visies te ontwikkelen.’

Dat klinkt prachtig maar echt geduldig die lange termijn afwachten kunnen we minder goed. We leven in een vluchtige maatschappij.

‘Daar heb je gelijk in. Dat komt ook omdat we altijd geleefd hebben van de internationale handel. Die handelsgeest zorgt ervoor dat we steeds nieuwe dingen bedenken, maar dat we ook snel willen cashen. Dat veroorzaakt paniekerig gedrag. Mensen willen scoren. Dat heeft ook te maken met de Nederlandse inhaligheid.’

Zijn we hebberig?

‘Nou, wij zorgen wel heel goed voor onszelf. Dat is ook essentieel geweest voor de nederzettingsgeschiedenis van de lage landen. Al in de veertiende eeuw kregen de koopmannen het voor het zeggen. Alle diensten van adel en boeren werden opgekocht, mensen werden geacht voor zichzelf te zorgen. Dat is heel belangrijk voor ons. Nederlanders zijn altijd bang dat ze hun onafhankelijkheid verliezen. Daarom passen ze ook op de kleintjes. Het is in het buitenland ondenkbaar dat je adverteert met teksten als “Geen cent te veel!”. De mensen daar willen hun spullen ook goedkoop, maar daar doen ze besmuikt over. Wij niet.’

Maar vanwaar het ongeduld van beleggers en investeerders? Je kunt ook zeggen: wacht wat langer en maak zo meer winst.

‘Dat heeft weer te maken met onze vrijheidsdrang. Wij zijn een uitermate vrijheidslievend volk, zie alleen al de opstand van de Bataven tegen de Romeinen. Wij laten ons niet uitbuiten. En zijn altijd bang geld te verliezen. Verlies van geld komt hard aan omdat het voor ons gelijk staat aan verlies van vrijheid.’

Is het daarom lastig om een verantwoordelijk aandeelhouder te zijn, iemand die echt tekent voor een aandeel in een bedrijf en voor de lange termijn mede-eigenaar wil zijn?

‘Ja. Overigens zijn we daar wel paradoxaal in want Nederlanders zijn dol op saamhorigheidsrituelen.’

Ze vinden het dus wel prettig om bij iets, bijvoorbeeld een bedrijf, te horen.

‘Heel erg. Natuurlijk klagen we over verhuftering en egoïsme in de samenleving maar tegelijkertijd slaan we graag de handen ineen. We zijn er dol op om rond te hossen in het oranje. En wat denk je van de hele festivalisering? Overal wordt tegenwoordig een meerdaags festival van gemaakt. Met zijn allen feesten, dat vinden we gezellig. Kijk ook naar Koningsdag. Wat daar overigens wel opmerkelijk aan is, is dat het Nederlanders helemaal niet zo zeer gaat om de verjaardag van hun vorst.’

Wat vieren we dan?

‘De verering van de vrijhandel! Dat is namelijk onze echte nationale trots. Daar vinden we saamhorigheid in. Maar daarna kruipen we allemaal weer terug in ons eigen holletje. Onze vrijheidsdrang én onze behoefte aan saamhorigheid houden elkaar in evenwicht.’

Wat voor lering zouden we uit die conclusie kunnen trekken voor het aankomende jaar?

“Je moet ritueel creëren. Sommige slimme banken doen dat al. Zij organiseren klantenavonden, leuke programma’s, saamhorigheidsmomenten. Nederlanders zijn gevoelig voor binding. We maken graag van alles een feestje of een bijeenkomst. Dus we moeten zaken met elkaar blijven vieren, zorgen dat we verbonden blijven. Dan kunnen we het lang met elkaar volhouden.’

Herman Pleij (1943) is emeritus hoogleraar historische Nederlandse letterkunde, gespecialiseerd in literatuur van de Middeleeuwen. Hij schreef talloze boeken over het wezen van Nederland en de Nederlander. In 2015 verscheen zijn boek ‘Moet kunnen. Op zoek naar een Nederlandse identiteit’.

Roos Schlikker (1975) werkte jarenlang als interviewer en journalist voor diverse uitgaven, van FEM/De week tot Vrij Nederland tot De Volkskrant. Tegenwoordig is ze columnist van onder meer het Parool en Intermediair. Daarnaast werkt ze voor Radio 1 en is diverse televisieprogramma’s. Zo zit ze geregeld bij De wereld draait door en WNL Opiniemakers.

Dit artikel is onderdeel van het digitale magazine Kempen Insight, november 2015. Bekijk de hele Outlook voor 2016 op http://www.kempeninsight.nl

Active for advertorial
Off
Active for website
On