Image
Access
Public

Bij de presentatie van de Outlook 2018 was de Britse professor John Kay onze gastspreker. We vroegen hem naar zijn mening over de financiële sector en hoe die nu écht zou moeten functioneren.

In de afgelopen jaren publiceerde u Other People’s Money, waarin u een verouderde, overwoekerde, naar binnen gerichte financiële sector beschrijft die het contact met het gewone bedrijfsleven en het dagelijks leven heeft verloren; en The Long and the Short of It, waarin u uitlegt hoe mensen hun financiën zelf zouden moeten beheren in plaats van ze toe te vertrouwen aan anderen. Zo beschrijft u een wereldwijde financiële omgeving die niet alleen complex is, maar ook hebzuchtig, onbetrouwbaar en egoïstisch. Hoe krijgt de gedachte van ‘stewardship’ of ‘servant leadership’ in een dergelijke omgeving voet aan de grond?

‘Een positief punt, in mijn ervaring, is dat de meeste mensen en veel bedrijven die zich bezighouden met assetmanagement liever iets anders zouden doen. Iets wat te maken heeft met een hechtere relatie met en meer inzicht in de bedrijven waarin belegd wordt. Hiervoor is een vertrouwensrelatie nodig in plaats van transactieverhoudingen met klanten.

Zowel individuen als bedrijven voelen zich momenteel gevangen in een disfunctioneel systeem dat niet voldoet aan de behoeften van klanten of bedrijven. We moeten een cultuurverandering bewerkstelligen door de manier te veranderen waarop zowel klanten als toezichthouders de sector zien. We moeten gaan inzien dat winst juist wordt gemaakt door het bevorderen van langetermijnwelvaart voor iedereen.’

Zingeving is eens omschreven als ‘het verschil dat je zou willen maken in de wereld’.* Op het maken van welk verschil in de wereld zou de financiële sector, die het geld van anderen belegt, zich moeten richten? ‘Het doel van assetmanagement is niet om de mensen en bedrijven die hierin werkzaam zijn heel veel geld te laten verdienen; geld moet worden ingezet daar waar het het meest effectief is. En personen, bedrijven en vermogensbeheerders in staat stellen geld te verdienen door dit werk góéd te doen.’

U heeft vier essentiële functies van finance gedefinieerd: 1) een betalingssysteem bedienen, 2) wealth management, 3) kapitaalverdeling en 4) risicobeperking. Hoe zouden deze vier functies eruitzien binnen een financiële sector die tegemoetkomt aan de behoeften van de reële economie?

‘Laat me deze vier functies een voor een langsgaan. Ten eerste het betalingssysteem. Dit is waarschijnlijk het gebied van financiële dienstverlening waar radicale verandering het beste te zien is, als gevolg van nieuwe technologieën. Onze kleinkinderen zullen het vreemd vinden dat wij gevouwen stukjes papier gebruikten om een kop koffie mee te betalen, of dat we grote bedragen op lopende rekeningen hadden staan. Uiteindelijk zullen deze veranderingen grote economische en sociale implicaties hebben. Het is nu al zo dat contant geld in de huidige economie veelal gebruikt wordt voor juridisch twijfelachtige activiteiten.

Ten tweede wealth management. Technologie gaat ook hier een grote impact hebben. Zo zal de robotadviseur denk ik een significante rol gaan spelen. De computer is eerlijk, hoef je niet te betalen en het is duidelijk na te gaan waarom een bepaald advies is gegeven. En de robotadviseur kan mensen helpen om de regie te voeren over hun eigen zaken. Menselijke adviseurs zullen hun uiterste best moeten doen om hiermee te concurreren.

Ten derde kapitaalverdeling. Grote bedrijven – die met een omvang waarmee ze waarschijnlijk beursgenoteerd zijn – zijn niet langer afhankelijk van extern kapitaal. De behoefte aan expertise en kapitaalverdeling zit nu in de gelinkte activiteiten ‘search’ en ‘stewardship’. Dat betekent zoeken naar nieuwe zakelijke kansen die kunnen uitgroeien tot de grote bedrijven van morgen, en het stewardship van bestaande assets en bedrijven. Dit vereist heel andere vaardigheden van de assetmanager dan het traditionele stockpicking waar hij zich van oudsher mee bezighoudt.

En als vierde risicomanagement. Ik vind het ironisch dat het risicomanagement waarop de financiële sector in de dertig jaar voor 2008 zo trots was, niet alleen heeft geleid tot de grootste financiële crisis die we in tientallen jaren meegemaakt hebben, maar dat het ook was gericht op het – slecht – managen van risico’s die de sector in de eerste plaats zelf had gecreëerd. Met de risico’s die voor gewone mensen belangrijk zijn, zoals natuurrampen, ziektes en sterfte, verlies van werk en het stuklopen van relaties, kan nu en in de toekomst het beste worden omgegaan door een combinatie van particuliere en sociale instellingen.’

Kempen heeft een newsroom, SHIFTTO.org, om meer discussie op gang te brengen en nog belangrijker: praktische oplossingen die de verschuiving naar de lange termijn in finance en beleggen moeten helpen realiseren. Wat vindt u van dit initiatief?

‘De manier waarop we de benodigde veranderingen door kunnen voeren, is door cultuur en verwachtingen te veranderen. En dat zijn zaken die je mensen steeds weer opnieuw moet uitleggen. Zoals Keynes al bijna een eeuw geleden schreef is het de kracht van ideeën die op de lange termijn van belang is, zelfs voor praktische mensen die zeggen dat ze zichzelf “vrijgesteld hebben van enige intellectuele invloed”. Daarom ondersteun ik het Kempen-initiatief van harte.’

Wat leest u zelf op het moment?

‘Andrew Lo’s Adaptive Markets is het interessantste financiële boek van het jaar. The End of Theory van Richard Bookstaber is ook zeer de moeite van het lezen waard. En het op handen zijnde Skin in the Game van Nassim Taleb zal zoals gebruikelijk provocerend zijn. En ik hoop natuurlijk dat lezers van dit interview die mijn  boek Other People’s Money nog niet gelezen hebben, naar de winkel snellen om een exemplaar te gaan kopen. Ik beveel overigens ook altijd Dick Rumelts Good Strategy – Bad Strategy aan. Hierin kaart hij de dingen aan waarover mensen in de financiële sector zouden moeten nadenken – maar dat niet doen.’

* Door Jim Ware, medeschrijver van Money, Meaning, and Mindsets: Radical Reform for the Investment Industry (Focus Consulting Group 2017).

 

Over John Kay

John Kay is een vooraanstaand Brits econoom, een invloedrijke en consistente stem die wetenschap, praktijk en beleid met elkaar verbindt. Vermaard is zijn vermogen om complexe opvattingen over de relaties tussen economie, financiën en business duidelijk en beknopt weer te geven. Deze Oxford-fellow (sinds 1970), heeft leerstoelen bekleed bij de London Business School en bij de London School of Economics. Hij schreef meer dan twintig jaar lang voor Financial Times en won in 2011 de Senior Wincott Award for Financial Journalism voor zijn columns in FT. Tot zijn bekroonde boeken behoren The Long and the Short of It (2009) en Obliquity (2011). Zijn recentste boek, Other People’s Money (2015), werd door The Economist, FT en Bloomberg verkozen tot boek van het jaar en stond op de shortlist voor de Orwell Prize for Political Writing.

Dit interview is eerder verschenen  in Kempen Insight Magazine, november 2017.

 

Disclaimer:

Kempen Capital Management N.V. (KCM) heeft een vergunning als beheerder van UCITS en AIF’s beleggingsinstellingen en voor het verlenen van beleggingsdiensten en staat onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten.

Active for advertorial
Off
Active for website
On