Image
cover
Access
Limited

Beleggen in bedrijven die bezig zijn hun CO2-uitstoot te verlagen, is minder riskant zodra de toenemende regeldruk en juridisering rond CO2-uitstoot verder toenemen, menen Simon Webber, Lead Portfolio Manager, en Isabella Hervey-Bathurst, Global Sector Specialist, van Schroders.

Bij klimaatbeleggen denken de meeste mensen aan de kansen die worden geboden door bedrijven die de overgang naar een koolstofarme toekomst mogelijk maken. Zij leveren de producten, diensten en technologie die nodig zijn om de toekomstige uitstoot te verlagen. Er is echter nóg een belangrijk beleggingsthema: klimaatleiders. Deze bedrijven kunnen op elk gebied actief zijn, maar wat ze gemeen hebben is hun ambitie om hun bedrijfssector aan te voeren op de weg naar netto-nul uitstoot.

Volgens Webber en Hervey-Bathurst zijn er drie redenen om in klimaatleiders te beleggen:

  • Klimaatleiders hebben een kostenvoordeel. Dat komt doordat vervuilen steeds duurder wordt vanwege de stijgende CO2-belastingen en hogere prijzen voor CO2-rechten. Ook wordt het steeds duurder om de vervuiling te compenseren.
  • Klimaatleiders profiteren steeds sterker van netwerkeffecten. Bedrijven die hun totale CO2-uitstoot willen verlagen, zullen leveranciers zoeken met hetzelfde doel. Hierdoor ontstaat een positieve spiraal,waarin bedrijven dankzij hun klimaatleiderschap nieuwe opdrachten binnenhalen.
  • Klimaatleiders worden minder riskante beleggingen als de druk vanuit de overheid en de samenleving toeneemt.

Klimaatleiders beperken hun risico

De aanscherping van de milieu- en klimaatregels heeft gevolgen op de meest uiteenlopende gebieden. Kijk maar eens naar de maatregelen en rechtszaken van de laatste tijd:

  • het verbod op het gebruik van wegwerpplastic in de Europese Unie;
  • de uitfasering van auto’s met verbrandingsmotor in veel landen (in Noorwegen al vanaf 2025);
  • het verbod op gasketels in nieuwe woningen in het VK vanaf 2025. Verschillende andere EU-landen kennen vergelijkbare regels;
  • Amerikaanse staten dagen oliemaatschappijen voor de rechter wegens klimaatverandering;
  • de succesvolle rechtszaak tegen Shell, waarin werd bepaald dat het zijn uitstoot versneld moet reduceren.

Deze voorbeelden geven een indruk van de regelgevings- en juridische risico’s die opdoemen voor bedrijven die doorgaan met vervuilen en schadelijke emissies produceren.

Het risico van ‘stranded assets’ is nu al reëel voor fossiele brandstofbedrijven, maar schuift steeds verder op naar andere activa met een lange levensduur die niet in een netto-nul economie passen. Gestrande activa zijn activa die minder waard blijken te zijn dan verwacht als gevolg van de veranderingen die met de energietransitie samenhangen. Zo kunnen bedrijven bijvoorbeeld  hebben geïnvesteerd in olieproducerende activa die nooit in gebruik worden genomen of vervroegd moeten worden stilgelegd vanwege nieuwe emissieregels.

Dergelijke risico’s kunnen de reputatie en de financiële positie van een bedrijf schaden. Denk aan Volkswagen, dat sinds het “dieselgate”-schandaal in 2015 worstelt om zijn reputatie te herstellen en nu een grote producent van elektrische auto’s is. Het schandaal heeft Volkswagen meer dan €32 miljard gekost aan reparaties, boetes en juridische kosten.

Een toenemend risico voor bedrijven zijn klimaatprocessen. Kwetsbaar zijn vooral bedrijven die sterk bijdragen aan de klimaatverandering, die niets doen aan de risico’s die klimaatverandering voor hun bedrijf meebrengt, of die zich tegenover de consument groener voordoen dat ze in werkelijkheid zijn (‘greenwashing’).

In 2021 bepaalde een Nederlandse rechtbank dat de klimaatplannen van Shell onvoldoende waren en dat het zijn minimum-doelstellingen moet verhogen. Hiermee ging de rechter in elk geval gedeeltelijk op de stoel van het management (en de aandeelhouders) zitten. Ook de Bank of England merkte onlangs op dat het aantal klimaatrechtszaken wereldwijd sinds 2015 verdubbeld is.

Grote kloof tussen bedrijfsambities en netto-nul

De afgelopen jaren kwam het ene na het andere land met nieuwe klimaatbeloften. Iets soortgelijks zien we nu in het bedrijfsleven: steeds meer bedrijven formuleren een eigen strategie om de uitstoot van activiteiten en leveringsketen te verminderen.

Maar in geen enkele sector heeft de meerderheid van de bedrijven al netto-nul doelstellingen vastgesteld, zoals de grafiek laat zien. Netto-nul betekent: de broeikasgasuitstoot zo veel mogelijk tot nul terugbrengen. Om de temperatuurstijging te beperken tot hoogstens 1,5°C – zoals afgesproken in Parijs – moet de uitstoot in 2030 met 45% zijn gereduceerd en in 2050 netto-nul zijn.

De regelgeving zal alleen maar strenger worden, aangezien de noodzaak om in actie te komen steeds dringender wordt. Bedrijven die zich niet aanpassen en geen maatregelen treffen om CO2-neutraal te worden, lopen het risico achter te blijven met gedateerde producten en technologie.

De bedrijven die al stappen hebben gezet om hun uitstoot te verlagen, staan er veel beter voor als de regelgeving wordt aangescherpt en het steeds duurder wordt eraan te voldoen. Schroders denkt daarom dat er aantrekkelijke rendementen te behalen zijn voor beleggers die de klimaatleiders kunnen onderscheiden van de achterblijvers.

​Lees meer in het artikel Waarom klimaatleiders minder riskante beleggingen kunnen zijn, een Schroders Perspective van Simon Webber, Lead Portfolio Manager, en Isabella Hervey-Bathurst, Global Sector Specialist.

Partner
Active for advertorial
Off
Active for website
On