De Global Investor Study van Schroders geeft een actueel beeld van de verwachtingen van beleggers en biedt een inkijkje in de beleggingen die zij kiezen om hun doelen te bereiken.
Beleggers hopen gemiddeld minstens 10,1% inkomen uit hun beleggingen te verkrijgen, zo blijkt uit een nieuw wereldwijd onderzoek.
Het cijfer, dat zowel het inkomen uit dividend als de ontvangen rente op beleggingen omvat, is hoger dan twee jaar geleden, toen het nog 9,1% was. Het is ook een stuk hoger dan het inkomen dat met de meeste portefeuilles haalbaar is.
De Schroders Global Investor Study GIS) 2018 is een enquête onder ruim 22.000 beleggers uit 30 landen, die betrekking heeft op allerlei onderwerpen. De antwoorden geven een beeld van de activa waarin mensen beleggen en wat ze daarmee hopen te bereiken.
Uitgesplitst naar regio was het gemiddelde inkomen dat beleggers zouden willen behalen het hoogst in Noord- en Zuid-Amerika, met 11,5%; daarna komen Azië met 10,9% en Europa met 9,0%.
Inkomen uit beleggingen kan helpen een bepaalde levensstijl te bekostigen, zowel voor werkenden als gepensioneerden. Onrealistische verwachtingen kunnen dan een lelijke streep door de rekening halen.
De gewenste inkomensniveau’s zijn behoorlijk optimistisch. Zo leveren wereldwijde aandelen, volgens de MSCI World Index, op dit moment een inkomen van 2,4% op.
Rupert Rucker, Head of Income bij Schroders: “Het verschil tussen het inkomen dat mensen hopen te verkrijgen en wat in werkelijkheid mogelijk is, is enorm en eerlijk gezegd zorgwekkend.
Mensen hebben hoge verwachtingen van hun spaargeld; ze maken plannen voor de toekomst en hopen dat hun belegde kapitaal genoeg zal groeien om die werkelijkheid te maken. Maar als hun schatting er te ver naast zit, zullen die plannen snel onuitvoerbaar blijken.”
De doorsneeportefeuille: hoe beleggers denken een hoog inkomen te verkrijgen
In het onderzoek gaven beleggers aan welke typen beleggingen zij hebben. De gemiddelde portefeuille bleek als volgt te zijn opgebouwd: 33,2% aandelen; 18,4% obligaties; 12,0% vastgoed en 11,1% alternatieve beleggingen zoals grondstoffen. Bovendien houdt de gemiddelde belegger ruim een kwart van zijn portefeuille (25,3%) in cash aan.
Een hoog cash-aandeel kan het mogelijke inkomen uit een portefeuille beperken omdat de rentes zo laag zijn, maar het is minder risicovol dan bijvoorbeeld beleggen in aandelen.
Om het onderzoek te verdiepen, vergeleken we de verwachtingen van Amerikaanse beleggers met het inkomen dat een “doorsnee” portefeuille kan genereren.
De gemiddelde Amerikaan belegt 35% van zijn portefeuille in aandelen, 20% in obligaties, 20% in cash, 12% in vastgoedfondsen en 12% in alternatieve beleggingen.
Analyse door het Income-team van Schroders wees uit dat deze portefeuille op dit moment 2,9% rendement zou opleveren, zoals in de tabel hieronder te zien is. Dit betekent dat er een enorm verschil zit tussen de verwachtingen en de opbrengsten die op dit moment mogelijk zijn.
Soort belegging | Inkomensrendement | Percentage portefeuille | Bijdrage aan het inkomen |
Aandelen | 2,4% | 35,0% | 0,84% |
Obligaties | 2,6% | 20,4% | 0,53% |
Cash | 2,1% | 20,0% | 0,42% |
Vastgoedfondsen | 4,2% | 12,2% | 0,51% |
Alternatieve beleggingen | 4,9% | 12,4% | 0,61% |
TOTAAL | 2,91% |
De getoonde cijfers dienen als voorbeeld; het getoonde inkomen wordt niet gegarandeerd. Beleggingen kunnen dalen en stijgen en het is mogelijk dat u het belegde bedrag niet volledig terugkrijgt. Cijfers per 2018.
Wij wijzen erop dat in het verleden behaalde resultaten geen garantie voor de toekomst bieden.
Bronnen: Thomson Reuters. Aandelen gebaseerd op de MSCI All-Country World Index; obligaties vertegenwoordigd door de Bloomberg Barclays Global Aggregate Index; cash door de 3-maands rente van US Treasuries; vastgoed door de FTSE NAREIT US; alternatieve beleggingen gebaseerd op een model-inkomensportefeuille die onder meer infrastructuur en verzekeringsobligaties bevat.
Rucker: “Hoewel de rentes in veel landen nu omhoog gaan, vooral in de VS, zit een terugkeer naar rentes van 5% of meer in de ontwikkelde markten er voorlopig niet in.
Dit betekent in het bijzonder dat het voor beleggers lastig zal zijn het benodigde inkomen te genereren, al hangt dit af van de persoonlijke omstandigheden. In het algemeen geldt dat wie meer inkomen wil behalen, meer risico moet nemen. Beleggers zullen zich dan ook moeten afvragen hoeveel extra risico ze bereid zijn te nemen om te bereiken wat ze willen.”
De waarde van beleggingen en de daaruit verkregen inkomsten kunnen zowel dalen als stijgen en het is mogelijk dat beleggers het oorspronkelijk geïnvesteerde bedrag niet terugkrijgen.
De inkomensverwachtingen verschillen per leeftijdsgroep. Generatie X (37 - 50 jaar) verwacht het wereldwijde gemiddelde: 10,2%. De millennials zijn het meest ambitieus en zeggen een inkomen van 11,3% te wensen. De babyboomers daarentegen rekenen op 8,7%, en mensen ouder dan 71 verwachten slechts 7,2%.
Hoe de inkomensverwachtingen per land variëren
Geografische en lokale economische factoren kunnen invloed hebben op het inkomen dat mensen verwachten.
De inkomensverwachtingen zijn het hoogst in landen waar de kosten van levensonderhoud (inflatie) hoger zijn, zoals Brazilië (4,2% inflatie) en Zuid-Afrika (5,1% inflatie).
Een hogere inflatie leidt vaak tot hogere rentes en daarmee een hogere opbrengst van spaargeld en beleggingen, hoewel dat niet altijd het geval is.
Maar zelfs in landen met een hoge inflatie zijn de verwachtingen van beleggers een stuk hoger dan het inkomen dat ze op hun nationale aandelenmarkt kunnen realiseren.
Hieronder zijn de inkomensverwachting, inflatie en aandelenrendementen per land weergegeven.
Gemiddeld gewenst inkomen uit beleggingen per land.
Land | Inkomensverwachtingen | Inflatie | Rendement aandelenmarkt |
India | 13,5% | 3,7% | 1,2% |
Indonesië | 13,3% | 3,2% | 2,6% |
Chili | 13,0% | 2,6% | 2,7% |
Thailand | 12,9% | 1,6% | 2,9% |
Brazilië | 12,7% | 4,2% | 3,8% |
VAE | 12,6% | 3,8% | 5,2% |
Zuid-Afrika | 12,4% | 5,1% | 2,8% |
Rusland | 12,2% | 3,1% | 5,5% |
VS | 12,0% | 2,9% | 1,8% |
Polen | 10,9% | 2,2% | 1,9% |
China | 10,6% | 0,5% | 2,1% |
Zuid-Korea | 10,6% | 1,4% | 2,1% |
Taiwan | 10,5% | 1,5% | 3,9% |
Portugal | 10,0% | 1,3% | 4,4% |
HongKong | 9,9% | 2,4% | 2,9% |
Spanje | 9,7% | 2,2% | 4,3% |
Australië | 9,6% | 2,1% | 4,2% |
Singapore | 9,2% | 0,6% | 4,2% |
Canada | 9,0% | 3,0% | 3,0% |
Denemarken | 8,9% | 1,0% | 2,2% |
Frankrijk | 8,9% | 2,3% | 3,1% |
Zweden | 8,9% | 2,1% | 3,7% |
VK | 8,6% | 2,5% | 4,3% |
Nederland | 8,6% | 2,3% | 2,7% |
Italië | 8,5% | 1,7% | 4,2% |
Duitsland | 8,2% | 2,0% | 2,9% |
Japan | 8,1% | 1,0% | 2,2% |
Zwitserland | 7,9% | 1,2% | 3,2% |
Oostenrijk | 7,8% | 2,1% | 3,3% |
België | 7,6% | 2,2% | 3,9% |
Bron: Schroders Global Investor Study 2018; dividendrendement aandelenmarkt – 31 augustus 2018
In de Global Investor Study werd ook gevraagd naar de belangrijkste reden om te beleggen. Het meest gegeven antwoord was: om financieel comfortabel te kunnen leven na mijn pensioen.
Rucker: “Het is moeilijk om te bepalen hoeveel geld je moet sparen om na je pensioen comfortabel te kunnen leven. En het is even lastig om te bepalen hoeveel inkomen je op een bepaald moment in de toekomst kunt verwachten. Uit dit onderzoek blijkt dat er een hemelsbreed verschil bestaat tussen de verwachtingen en de werkelijkheid. Schroder adviseert mensen dan ook dringend meer tijd uit te trekken om te onderzoeken wat hun portefeuille in werkelijkheid kan opbrengen. Het antwoord op die vraag bepaalt hoeveel geld ze opzij moeten zetten en hoe ze dat geld moeten beleggen.”
Beleggers doen er goed aan bij het nemen van beleggingsbeslissingen en het maken van een financiële planning een financieel adviseur te raadplegen.
Meer bevindingen uit de Global Investor Study:
Belangrijke informatie:
In opdracht van Schroders voerde Research Plus Ltd tussen 20 maart en 23 april 2018 een onafhankelijk online onderzoek uit onder 22.338 beleggers uit 30 landen in alle delen van de wereld, waaronder Australië, Brazilië, Canada, China, Duitsland, Frankrijk, India, Italië, Japan, Nederland, Spanje, het VK en de VS. “Beleggers” wordt in dit onderzoek gedefinieerd als mensen die de komende 12 maanden minstens €10.000 (of het equivalent daarvan) willen beleggen en die de laatste tien jaar veranderingen in hun beleggingen hebben aangebracht. Deze personen vertegenwoordigen de opvattingen van beleggers in de landen waarop het onderzoek betrekking heeft