De grondstoffenprijzen stijgen en de verstoring van zowel vraag als aanbod duurt voort. Wat is de oorzaak van de veranderingen in vraag en aanbod op de grondstoffenmarkt? En wat zijn de gevolgen van de zwakke Chinese vraag en wat is de impact van een wereldwijde recessie op de grondstoffenmarkt. James Luke, fondsbeheerder en grondstoffenspecialist bij Schroders, laat zijn licht hierover schijnen.
Grondstoffen zijn de afgelopen tijd sterk in prijs gestegen, wat tot speculaties heeft geleid dat de beginfase van een zogenaamde supercyclus is gestart; een langdurige periode waarin de vraag groter is dan het aanbod. De mondiale grondstoffenprijzen zijn de afgelopen maanden gestegen, deels als gevolg van de Russische invasie in Oekraïne, maar ook door een mismatch tussen vraag en aanbod zijn de prijzen beïnvloed. Ondanks de robuuste vraag naar grondstoffen zijn de producenten echter terughoudend geweest om het aanbod te vergroten, waardoor de prijzen verder onder druk zijn komen te staan.
Waar staan we in de grondstoffencyclus?
James Luke: “Structureel bevinden we ons nog in de beginfase van een meerjarige cyclus. Als we het over grondstoffencycli hebben, moeten we het hebben over de gevolgen voor de lange cyclus en de korte cyclus. In de afgelopen weken hebben we een aantal aanzienlijke schokken gezien in verschillende delen van het grondstoffencomplex. De olieprijzen zijn gedaald, de metaalprijzen zijn van hun hoogtepunt afgekrabbeld, en dat geeft duidelijk aanleiding tot cyclische zorgen.”
“Het meest in het oog springend zijn de lockdowns die China in verschillende steden heeft doorgevoerd. Tegelijkertijd hebben we de eerste tekenen gezien van mogelijk piekende productie-indexen in ontwikkelde markten. En voeg daar nog aan toe dat we ons grote zorgen maken over wat een verkrapping van de liquiditeit zal doen met alle markten in het algemeen.”
“Als grondstoffenanalisten richten wij ons op de fundamentele factoren. Als we kijken naar de balansen voor 2022 en 2023, zien we nog steeds zeer krappe markten. We zien bijna recordlage voorraden in de landbouw, zeer lage voorraden in de olie- en olieproductenmarkten, die nog steeds een tekort hebben, zelfs als we ervan uitgaan dat de vraag vanaf nu vertraagt. Uiteindelijk denken we dat de problemen die we in China zien vanuit een Covid-perspectief van voorbijgaande aard zijn.”
“Als je het hebt over de werkelijke structurele onderliggende factoren, dan zien we geen hoge aanbodreactie op hogere prijzen, en dat is uiteindelijk wat deze cyclus een lange levensduur geeft. Een van de belangrijkste redenen daarvoor is de mate waarin beleggen in grondstoffen ongewenst is geworden vanwege de negatieve ESG-kenmerken.”
Dreiging van ‘stranded assets’
Bedrijven zijn terughoudend om te investeren in grondstoffen, omdat het rendement erg onzeker is. Beleggingen in grondstoffen, vooral in energie en metaal, zijn zeer langcyclisch met een looptijd van 15 tot 20 jaar. Als dan gezegd wordt dat de vraag naar olie binnen vijf jaar zal instorten als de wereld overschakelt op schone energie, wie wil dan nog miljardeninvesteringen doen in iets wat halverwege de looptijd wel eens een “stranded asset” kan zijn, vraagt Luke zich af.
Er zijn enorme hoeveelheden basismetalen nodig om de energietransitie mogelijk te maken en de productie daarvan is CO2-intensief. De mogelijkheid van ‘schoon’ aanbod is beperkt. Dit is een onopgeloste paradox en een reden waarom de kapitaalinvesteringen laag blijven ondanks de stijging van de prijzen.
Het dilemma van de CO2-reductie
CO2-reductie stimuleert de ‘groene inflatie’ – de sterke stijging van de prijs van materialen die worden gebruikt bij de ontwikkeling van hernieuwbare technologieën. Vanuit een ESG-perspectief brengt de CO2-reductie in de grondstoffensector ook uitdagingen met zich mee, het is moeilijk om een bankfinanciering voor dit soort projecten te krijgen.
In het algemeen stelt de CO2-reductie ons voor een dilemma. Terwijl de vraag naar de metalen die nodig zijn voor elektrische voertuigen of windturbines explosief toeneemt, wordt de productie van deze materialen moeilijker door de stijgende kosten van CO2-vergunningen.
Gevolgen van de sancties tegen Rusland en lagere vraag uit China
De sancties tegen Rusland hebben volgens Luke nog geen effect gehad op de Russische aanvoer van olie naar de wereldmarkt. Als tegen het einde van het jaar een embargo ingaat, dan zal dat het wereldwijde olieaanbod aanzienlijk beperken.
De Chinese vraag is momenteel zwak. Uiteindelijk zal de Chinese regering zich hier doorheen slaan en de economie stimuleren. China’s rol op de grondstoffenmarkten is tegenwoordig heel anders dan in 2002 tot 2005. In die periode veranderde China van een netto-exporteur van bijna alle grondstoffen in een importeur van metalen en olie. De bouwcyclus is nu veel verder gevorderd. Iedereen die verwacht dat de Chinese metaalinvoer net als in het verleden sterk zal stijgen, heeft het volgens Luke bij het verkeerde eind. Dat ligt anders op de landbouwmarkten. Daar zou wel eens sprake kunnen zijn van een keerpunt. De binnenlandse productietrend is moeilijk en de consumptie per hoofd van de bevolking groeit. Luke verwacht dat de Chinese overheid zich toelegt op het aanleggen van voorraden van landbouwgrondstoffen en bredere grondstoffen.
Vormt de Fed een bedreiging voor een grondstoffen supercyclus?
Als de Fed een wereldwijde recessie veroorzaakt, dan zal dit duidelijk gevolgen hebben voor de vraag. Uiteindelijk zal dan de vraag naar olieproducten verder afnemen, net als de totale vraag naar metalen. Maar de vraag naar olie moet dit jaar heel sterk dalen om de markt in een overschotsituatie te brengen. Luke verwacht niet dat een wereldwijde recessie de algemene trend zal doen ontsporen.
Lees ook Are we heading towards a commodity super-cycle?, door James Luke, fondsbeheerder en grondstoffenspecialist bij Schroders.