Dit jaar hebben we in onze 30-jarige rendementsprognoses voor het eerst rekening gehouden met het effect van klimaatverandering. De resultaten maken duidelijk hoe belangrijk een actieve benadering is.
Wat zijn dit voor prognoses?
Elk jaar bundelen de economie- en multi-asset-teams van Schroders hun krachten om 30-jarige rendementsprognoses voor een aantal beleggingscategorieën te maken. Tot nog toe werd daarin geen rekening gehouden met klimaatverandering: de cijfers werden niet gecorrigeerd voor de kosten die samenhangen met de opwarming van de aarde.
Kunt u in het kort uitleggen hoe u de economische impact van klimaatverandering berekent?
Dit gaat in drie stappen. Ten eerste onderzoeken we wat er met de economische productie gebeurt als de temperatuur stijgt. Dit noemen we de “fysieke kosten” van klimaatverandering. Vervolgens kijken we naar de economische gevolgen van de maatregelen die worden genomen om de temperatuurstijging te beperken. Dit zijn de “transitiekosten”. Tot slot passen we een correctie toe voor “gestrande” activa. Daarmee bedoelen we de schade die ontstaat doordat olie en andere fossiele energievormen waardeloos worden omdat ze niet meer kunnen worden gebruikt, zodat ze in de grond blijven zitten.
Waarom heeft u de impact van klimaatverandering nu pas in uw proces opgenomen?
De hoeveelheid en kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek naar de economische gevolgen van klimaatverandering is de afgelopen tijd aanzienlijk toegenomen. Zo publiceerden de economen Marshall Burke en Vincent Tanutama in 2019 een onderzoek naar de relatie tussen temperatuurstijging en economische productie, waarvoor ze een zeer fijnmazige dataset over temperatuur en productiegroei gebruikten. Deze bevindingen, en de onderzoeksresultaten van andere economen, konden we in onze prognoses verwerken.
Wat waren deze bevindingen, globaal samengevat?
Burke en Tanutama ontdekten dat temperatuurstijgingen de economische productiviteit ernstiger schaden in landen waar het al warmer is. Dit effect deed zich in zowel rijke als arme landen voor, wat erop duidt dat economische ontwikkeling weinig bescherming tegen klimaatverandering biedt. Ze merkten echter op dat armere landen in het algemeen op een hogere basistemperatuur beginnen en zodoende grotere economische schade door klimaatverandering zullen ondervinden.
Waarom heeft temperatuur invloed op de economische productie?
De optimale gemiddelde temperatuur voor een economie, zo wordt gezegd, is 10 tot 12 graden Celsius. Veel warmer of veel kouder en het wordt moeilijker voor mensen om dingen te doen. Bij temperaturen hoger dan 35 graden kan het menselijk lichaam gewoon niet lang achtereen functioneren. Hoge of lage temperaturen hebben ook negatieve gevolgen voor oogstopbrengsten. Bovendien veroorzaken ze hogere productiekosten vanwege de extra verwarming of koeling die nodig is.
Verder kunnen lage temperaturen de infrastructuur lamleggen, zoals je bijvoorbeeld in het VK al bijna elke keer ziet als het sneeuwt. Tegelijkertijd zijn er landen, zoals Canada en Rusland, die juist van de opwarming profiteren omdat de wateren rond de Noordpool beter bevaarbaar worden.
Wat betekent dit voor de 30-jarige rendementsprognoses?
Onze rendementsprognoses gaan gelijk op met de economische productiviteit. Warmere landen krijgen het moeilijker in een opwarmende wereld, terwijl koudere landen hogere rendementen kunnen verwachten.
Welke landen worden het zwaarst getroffen?
De rendementsprognoses voor warmere landen zijn verlaagd. India krijgt de grootste klap, omdat het zowel een productiviteitsdaling door de hogere temperaturen als hoge potentiële kosten van koolstofbeprijzing te verwerken krijgt.
Zonder klimaatverandering zou het risicogewogen rendement van de Indiase aandelenmarkt in de komende 30 jaar naar verwachting 6,2% per jaar bedragen. Met klimaatverandering is de prognose 2,3% per jaar.
Andere landen die zwaar getroffen worden, zijn Singapore en Australië.
Welke aandelenmarkten kunnen ervan profiteren?
Voor beleggers in Zwitserland, Canada en het VK zou het rendement van binnenlandse aandelen volgens onze prognoses kunnen toenemen.
Het geannualiseerde, inflatiegewogen rendement van de Zwitserse aandelenmarkt voor de komende 30 jaar zou zonder klimaatverandering 4,1% zijn, en met klimaatverandering 5,4%. Voor Canada zijn de cijfers respectievelijk 4,4% en 5,4%, en voor het VK 5,7% en 6,0%.
Betekent dit dat deze landen niets hoeven te doen tegen klimaatverandering?
Zeer zeker niet. Hoewel het voor deze landen de komende 30 jaar gunstig is, moet op langere termijn rekening worden gehouden met verdere temperatuurstijgingen en meer economische schade. Bovendien gaat de analyse alleen over economische gevolgen en marktrendementen, terwijl veel andere negatieve gevolgen van de opwarming buiten beschouwing blijven. Het is op geen enkele manier een vrijbrief om niet in actie te komen.
Wat zijn de gevolgen voor obligaties?
Voor obligaties is het beeld vergelijkbaar met dat voor de aandelenmarkten, waarbij vooral Canadese en Britse staatsobligaties profiteren. Ook de prognoses voor Britse bedrijfsobligaties en inflatiegerelateerde obligaties worden fors opgehoogd. Staatsobligaties uit Singapore, Australië en Azië worden juist zeer zwaar getroffen.
Het volledige rapport is hier beschikbaar.
Meer insights op www.schroders.be