DA1_8096.jpg

Er is een tijd geweest waarin handelen met voorkennis als “slim” werd gezien. Tegenwoordig is het een misdrijf. Er is ook een tijd geweest dat het als handig en verstandig werd gezien om zo weinig mogelijk belasting te betalen. Er bestaat een hele bedrijfstak om mensen en bedrijven daarbij te helpen. Natuurlijk is de reflex om vooral niet te veel belasting te betalen goed ontwikkeld. Maar belastingontwijking is minder vanzelfsprekend dan het ooit was.

Ik mocht het afgelopen half jaar een onafhankelijke commissie voorzitten die het fenomeen ‘brievenbusfirma’s’ mocht onderzoeken, officieel de Commissie Doorstroomvennootschappen genoemd. Daarin stuitten wij nadrukkelijk op die verschuivende normbeleving van belastingontwijking. Nederland heeft jarenlang de doorstroom-industrie geen duimbreed in de weg gelegd. Als multinationals een lege BV in Nederland wilden inzetten om daarmee van het Nederlandse belastingverdragennetwerk te kunnen profiteren om elders minder belasting te betalen, stond de Nederlandse fiscus daar neutraal tegenover. 

De Nederlandse bewindspersonen wilden er ook absoluut niet van horen dat Nederland internationaal gekenschetst werd als belastingparadijs. De goed ontwikkelde trustsector en de belastingadvieskantoren profiteerden gretig van de situatie en hebben de Nederlandse politiek ook zeker niet aangemoedigd tot een andere koers. Maar internationaal groeide het ongemak over bedrijven die miljarden winst maakten en maar heel weinig belasting betaalden. En over de ondoorgrondelijkheid van dat fenomeen, door een uiterst ingewikkeld netwerk van vennootschappen in een reeks van landen. Daardoor was het vrijwel onmogelijk om te bepalen of de belastingplanning überhaupt nog wel legitiem was, of dat er inmiddels sprake was van belastingontduiking. 

Zowel in OESO- en G20 verband, als in de EU zijn het afgelopen decennium regels opgesteld om belastingontwijking in te dammen. Nederland heeft daarin eerst heel defensief meegedaan, maar is geleidelijk van positie opgeschoven. Ook in Nederland is inmiddels de norm gevestigd dat het belangrijk is erop toe te zien dat een grootbedrijf een eerlijk aandeel neemt van de betaling voor de publieke voorzieningen waar het ook van profiteert.  

Uitzonderlijke positie

Daar is ook wel alle reden toe. Er zijn inmiddels te veel voorbeelden van ontwijkings-constructies waarin Nederland een rol speelt. Meer dan 12.000 entiteiten met een balanstotaal van vijf keer het Nederlandse BBP, maar met minder dan 4.000 mensen in dienst: dat is internationaal ook echt wel een uitzonderlijke positie. 

Die getallen zijn nog wel boven tafel te krijgen, maar wat er in die 12.000 bedrijven gebeurt, en wat de beweegredenen zijn voor al het geld dat er doorheen stroomt, daar heeft niemand het overzicht over. Is de lege BV bedoeld voor financiële planning, voor belastingontwijking, voor belastingontduiking, of wordt hij gebruikt voor het verhullen van criminele geldstromen? Het is moeilijk daar greep op te krijgen. 

De Nederlandse autoriteiten zijn inmiddels het spoor opgegaan om die greep wel te versterken en hebben daar al de nodige maatregelen voor genomen. De Commissie Doorstroomvennootschappen doet daar nog een flinke schep bovenop. Eigenlijk wil de Commissie af van het fenomeen lege entiteiten voor fiscale motieven. Dat kan in theorie door fiscale voordelen alleen toe te kennen aan entiteiten die ook een wezenlijke bijdrage leveren aan de Nederlandse economie.

In de praktijk zit daar de Interne-Marktregulering soms in de weg, zodat dit spoor vooral door de Europese Commissie moet worden ingezet. En in elk geval moet de transparantie rond al deze lege entiteiten omhoog. Dat kan door de jaarverslag-vereisten aan te scherpen en goed toe te zien op het adequaat invullen van het Ultimate Beneficial Owner-register.

Een ander normbesef

De internationale fiscale autoriteiten zijn dus op weg naar een ander normbesef omtrent de belastingplicht van het multinationale grootbedrijf. Een andere internationale gemeenschap, die zich bezighoudt met handel en investeringsbeschermingsverdragen, moet die weg nog inslaan. De Commissie Doorstroomvennootschappen stuitte op een meervoudige praktijk van de inzet van een lege BV om te kunnen profiteren van een Nederlandse Investeringbeschermingovereenkomst (IBO) voor een juridisch conflict elders. Maar ook daar is het tij aan het keren. Er is een nieuwe model IBO gemaakt die beschermings-toekenning  aan lege entiteiten moet belemmeren. Dat model is echter nog nergens toegepast, zodat hier nog een wereld te winnen is. 

Waarom hebben we dit eigenlijk zo lang normaal gevonden? Dat is een vraag die vaak gesteld wordt nadat het denken en het handelen drastisch is veranderd. Waarom heeft de Nederlandse overheid jarenlang meegewerkt aan het opbouwen en onderhouden van de gigantische fiscaal gedreven doorstroom door Nederland? Misschien valt van die vraag veel te leren. Ik heb het antwoord hier niet.

Maar belangrijker is de vraag: beseffen alle spelers dat de normen van het spel wezenlijk zijn veranderd? Gaan ze niet proberen met nieuwe trucjes in andere landen alsnog hun oude beleid van belastingontwijking vorm te geven, maar erkennen ze de basisgedachte dat bij winst maken ook hoort om een fatsoenlijke bijdrage te leveren aan de financiering van alle publieke diensten? Niet alleen de rest van de samenleving, maar ook zijzelf zullen het profijt trekken. 

Bernard ter Haar heeft als topambtenaar op diverse ministeries gewerkt, waaronder het ministerie van Financiën en van SZW. Op dit moment is hij werkzaam bij ABDTopconsult van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Hij is tevens lid van de denktank DenkWerk. In zijn bijdragen voor Fondsnieuws schrijft hij maandelijks over de verhouding tussen markt en staat.

Author(s)
Categories
Access
Limited
Article type
Column
FD Article
No