De twee grootste pensioenfondsen in Nederland kozen er recent voor niet meer te beleggen in fossiele bedrijven die geen verduurzamingsstrategie hebben die in lijn is met het Klimaatakkoord van Parijs van 2015. Is dat de manier om kracht te organiseren voor de energietransitie, of een tegenkracht tegen de macht van de oliemaatschappijen? Of wordt het speelveld van de krachten rond de energie- en klimaattransitie dan juist verlaten? Kracht en tegenkracht, een intrigerend, en soms deprimerend spel.
Macht kiest voor tegenkracht
De gevestigde machten houden niet van transitie. De kwetsbare burger ook niet, en dat levert voor de gevestigde orde met veel kapitaal een geweldige mogelijkheid om via democratische processen de transities waar we nu in zitten te vertragen of überhaupt om zeep te helpen. Die transities tasten immers bestaande machtsposities aan, of de waarde van opgebouwd kapitaal, of beide.
Het sentiment van de burger wordt met heel veel geld bewerkt. Miljardairs geven grote bedragen uit voor een langjarige reactionaire lobby. Die gaat tegen verduurzaming of klimaatbeleid in, maar ook tegen een opener mensbeeld. Vooral vanuit conservatief-christelijk Amerika wordt volgens een schatting van het Global Philanthropy Project per jaar misschien wel meer dan één miljard dollar besteed aan wereldwijd anti-gender lobbywerk. Musk zet zijn X-platform moeiteloos in voor zijn eigen reactionaire gedachtengoed.
En ook autocratische grootmachten hebben de manipulatiemogelijkheden van de westerse democratieën ontdekt. Naar schatting driehonderdduizend hackers in Chinese dienst zijn dagelijks op zoek naar mogelijkheden om informatie te stelen en om desinformatie te verspreiden. Rusland is vergelijkbaar actief in het Westen. Dat gaat om macht, verzwakking van een gepercipieerde tegenstander, het tegengaan van een gedachtengoed dat niet past in het eigen systeem.
Geld tegen de maatschappelijke bedoeling
Er is meer om je zorgen over te maken als het gaat om de krachten die inwerken op het behoud van de leefbaarheid van deze planeet. Autofabrikanten die de productie van elektrische auto’s op een laag pitje zetten, omdat de aandeelhouders menen dat vooralsnog meer geld te verdienen valt met brandstofauto’s. Of oliemaatschappijen die voluit doorgaan met investeren in nieuwe fossiele bronnen, niet alleen omdat de aandeelhouders dat graag zien, maar ook omdat veel oliemaatschappijen staatsbedrijf zijn in landen met overheden die hun inkomsten willen behouden of uitbreiden.
En kleinschaliger zien we vergelijkbare processen van geld dat tegen de maatschappelijke bedoeling wordt ingezet. Nieuwe tabakswinkels in Nederland bijvoorbeeld, die worden opgericht omdat supermarkten geen tabak meer mogen verkopen.
Reactionaire krachten tegen duurzaamheid
Beweging wordt door krachten gemaakt, beweging wordt met krachten tegengewerkt. Wat staat er eigenlijk tegenover de krachten die ik zojuist heb benoemd? En zijn die krachten wel allemaal op één hoop te gooien? Nee, die zijn niet allemaal op één hoop te gooien. Financiële kortetermijnbelangen zijn op zich legitiem. Ze leiden alleen helaas vaak tot kortzichtige opvattingen over maatschappelijke langetermijnbelangen en bijbehorende beleidstrends. En komen dan soms in het verlengde te liggen van reactionaire machtsuitingen.
Het is niet mijn bedoeling om een politieke column te schrijven, maar als presidentskandidaat Trump uitspreekt dat Rusland wat hem betreft NAVO-landen mag binnenvallen als ze in zijn ogen te weinig geld aan de defensie uitgeven, is het vanuit de behoefte aan een duurzame wereldorde toch gepast om de vraag te stellen wie iets doet om alle reactionaire lobby te keren, en wat dan precies. En hoe de krachten van de kortetermijnbelangen van het grootkapitaal kunnen worden ingesnoerd.
Wat doen we zelf?
De simpelste vraag is nog: wat doe ik zelf eigenlijk om het constructieve gesprek aan te gaan met burgers die het gevoel van grip op hun omgeving zijn kwijtgeraakt en niet meer weten waar ze op moeten stemmen? Koester ik mijn eigen gelijk in mijn eigen bubbel, en geldt dat niet alleen voor mij, maar ook voor heel veel anderen? Als er een kracht uitgaat van reactionaire lobby’s, waar zit dan de tegenkracht? Wie borgt de erkenning van de langetermijnnoden van onze mondiale samenleving en het daarbij behorende beleid?
Dit zijn dus relevante vragen in actuele discussies over het beleggingsbeleid van de grote Nederlandse pensioenfondsen met hun keuze ten aanzien van fossiele bedrijven. Is dat de manier om een tegenkracht te organiseren, of wordt daarmee het speelveld van de krachten juist verlaten? Die vraag is niet zo gemakkelijk te beantwoorden. Het hangt er sterk van af hoe het alternatieve beleggingsbeleid wordt ingezet. Op veilige terreinen die niet in het brandpunt van de planetaire transities liggen, zoals woningbouw, of juist sterk in transitiebedrijven en -technologieën.
Overheden zijn verzwakt
Natuurlijk moeten we ook naar de overheden kijken als het gaat om het borgen van de goede langetermijnbewegingen van de samenleving. En die daarbij dus ook krachten kunnen indammen of juist versterken. Dat gaat niet altijd goed, en op dit moment zien we ook hoe de grote kwetsbaarheid van de electorale stabiliteit van invloed is op het behoud van die duurzame oriëntatie.
In de EU zijn recent noodzakelijke milieuregels aanzienlijk afgezwakt als reactie op de krachtige anti-lobby van de landbouwsector, die vooral oog heeft voor de eigen kortetermijnbelangen. Dat laat goed zien hoe de wisselwerking verloopt tussen democratische ondermijning en een succesvol transitiebeleid. Het speelveld der krachten moeten we dus heel goed in de gaten houden, en er op acteren!
Bernard ter Haar heeft als topambtenaar gewerkt op de ministeries van Financiën en SZW. Op dit moment is hij bestuurder bij NLFI. Ter Haar schrijft maandelijks voor Investment Officer over de relatie tussen overheid en markt.