Bernard ter Haar
BterHaar.png

Ergens in de tweede helft van de vorige eeuw begon het substantie te krijgen: de gedachte dat een vrij handelsverkeer en vrije markten in elk land de economische groei aanzienlijk kon stimuleren. Handelsbarrières werden verlaagd, de World Trade Organisation kreeg tanden, China ging meedoen in de internationale economie en na de val van de Sovjet Unie kwamen er nog veel meer landen bij in het internationale handelsverkeer.

Ook binnen de EU is er flink aan de vrije markt gebouwd. In 1992 kwam er vrij verkeer van kapitaal, grenzen gingen meer en meer open, rond de eeuwwisseling vond de invoering van de gezamenlijke munt, de euro plaats. Dit alles werd ondersteund door heel lage transportkosten van het goederenverkeer en steeds eenvoudigere internationale communicatie door de nieuwe digitale technieken, waardoor ook het grensoverschrijdende dienstenverkeer een enorme vlucht kon nemen. De globalisering van de economie werd een feit.

Het vrijhandelsmodel is in duigen gevallen

We hoeven niet zo heel ver om ons heen te kijken om te constateren dat het model van vrijhandel en vrije markten volledig in duigen is gevallen. De Amerikaanse president Trump heeft handelstarieven tot zijn lievelingswoord verklaard, en de daad bij het woord gevoegd door tegenover allerlei landen, vrij willekeuring, handelsbarrières op te werpen.

De Amerikanen hadden al eerder de WTO tandeloos gemaakt door bij gebrek aan benoemingen uitspraken in handelsconflicten onmogelijk te maken. Maar Trump gaat veel verder dan alleen maar het introduceren van willekeurige handelstarieven. Hij intervenieert op alle mogelijke manieren in het grote bedrijfsleven om onwelgevallige importen of exporten tegen te houden en investeringen die hem aan staan te faciliteren. Hij breekt het hele internationale afsprakenstelsel af zodat we niet meer mogen rekenen op een internationale rechtsstatelijkheid die het onderlinge gedrag van landen in goede banen leidt.

Een dictator bepaalt het economische spel

Amerika is dus veranderd van een propagandist van de vrije markt - voor zover die ten goede kwam aan de Amerikaanse economie, want echt vrij is de markt nooit geweest, zoals veel Afrikaanse landen kunnen getuigen - in een economie die gedomineerd wordt door een president, gesecondeerd door het machtige bedrijfsleven. Dat doet ons plotseling heel anders naar de wereldeconomie kijken.

Dat plotselinge is niet helemaal terecht. Want Amerika staat helemaal niet alleen in het hanteren van een ander economisch model dan dat van de vrije markt. De Chinese economie kent een heel krachtige staatsgeleiding met ook een heel duidelijke visie op het internationale verkeer. China wil zich volledig ontworstelen aan een afhankelijkheid van andere landen, en voor zover er een afhankelijkheid bestaat streeft China er naar om in die relatie de dominante partij te zijn. De Russische president Poetin heeft ook heel andere prioriteiten gekozen dan die van de vrije markt. Hij heeft de relatie met zijn beste klanten op de energiemarkt, namelijk de Europese landen, volledig verstoord door een oorlog met Oekraïne te starten en de Russische economie om te bouwen tot een oorlogseconomie.

Europa moet een nieuwe geopolitieke positie bepalen

Daar staat Europa dan. Om zich heen kijkend en een aantal dictatoriale regimes aanschouwend die in de grote economische blokken hun wil opleggen aan het internationale handelsverkeer. Binnen Europa weten we dat al die dictators verkeerde keuzes maken en hun eigen economie zeker op de langere termijn schade toebrengen. En dat levert een ingewikkeld dilemma. Hoe lang kan Europa op internationale vrijhandel inzetten? Of moeten wij het dictatoriale gedrag kopiëren en meedoen in de strijd om economische macht die vooral ten dienste staat van het eigen gewin?

Veel mensen hebben geschamperd over de deal die de Europese Commissie heeft gesloten met de Amerikanen over de handelstarieven. Maar daarin speelde nog sterk de gedachte dat Amerika vooral zichzelf aan het beschadigen was en dat Europa probeerde de schade voor zichzelf zoveel mogelijk te beperken. Maar het is inmiddels volstrekt duidelijk dat wij niet meer kunnen bouwen op een economische wereldorde waarin vrijhandel domineert. Europa zal ook voor zichzelf een nieuwe orde moeten bepalen. Er zijn vast nog nieuwe bondgenoten te vinden die zich herkennen in de economische logica van vrijhandel, binnen de randvoorwaarden van sociale rechtvaardigheid en de planetaire grenzen.

Europa doet er goed aan om vooral verbinding te zoeken met het Afrikaanse continent, zeker nu dat ook door de Amerikanen in de steek gelaten is. En binnen Europa zullen we de economische logica zo veel mogelijk moeten verdiepen, om ook in het machtsspel met de andere grote blokken niet te kunnen worden weggeblazen, maar een eenheid en een grootheid te zijn die je maar beter ook in economische termen te vriend kunt houden. Dictaturen gaan uiteindelijk aan hun eigenwijsheid ten gronde. Die kant moeten we dus niet op.

Bernard ter Haar heeft als topambtenaar gewerkt op de ministeries van Financiën en SZW. Op dit moment is hij bestuurder bij NLFI. Ter Haar schrijft maandelijks voor Investment Officer over de relatie tussen overheid en markt.

Author(s)
Categories
Access
Members
Article type
Column
FD Article
No