
We kennen allemaal dat gevoel van opluchting als we uiteindelijk een knoop doorhakken. Misschien was het een moeilijke beslissing, de verschillende mogelijkheden hadden allemaal hun voors en tegens. Je probeert al een tijd de argumenten tegen elkaar af te wegen, je hikt tegen de beslissing aan en dan, vooruit, wordt de keuze gemaakt. Dat lucht op.
Niet alleen privé, ook in het landsbestuur moeten er keuzes worden gemaakt en knopen worden doorgehakt. Dat is zelfs de essentie van het openbaar bestuur. Goed zicht krijgen op de maatschappelijke vraagstukken, oplossingen daarvoor in beeld krijgen, afwegingen maken tussen de belangen van betrokken burgers en bedrijven, en vervolgens na die afweging vanuit het algemeen belang de knoop doorhakken en een heldere keuze maken.
In het DenkWerk rapport “Kiezen én delen” wordt beschreven hoe belangrijk het is om keuzes te maken over hoe we de komende decennia op een verstandige manier met de schaarste aan middelen in menskracht, publieke middelen en ruimte in Nederland om kunnen gaan, en tegelijkertijd de benodigde transities van deze eeuw weten te realiseren. De vergrijzing en de bijbehorende oplopende zorgvraag is een van de drijvende krachten achter de schaarste aan menskracht. De klimaatverandering en de planetaire uitputting zijn de drijvende krachten achter de transitienoodzaak. Daar komen de geopolitieke veranderingen dan nog bij. Deze vraagstukken zijn niet nieuw, maar de Nederlandse politiek is de afgelopen decennia vooral bezig geweest met het uitstellen van de benodigde keuzes. De laatste paar jaar vormen daarin misschien wel het dieptepunt.
Politiek kan moeilijk kiezen
Het lucht op om keuzes te maken, maar zo werkt het niet in de politiek. Als een politiek bestuurder uiteindelijk een knoop heeft doorgehakt, moet hij of zij de keuze gaan communiceren met de buitenwereld en de volksvertegenwoordiging. Een minister moet zijn of haar besluit verdedigen in de Tweede Kamer en in de Eerste Kamer. Er is altijd verzet. Het is voor wie dat wil altijd mogelijk om vooral de nadelen van het besluit te benoemen en uit te vergroten. Groepen die nadeel ondervinden gaan luidruchtig protesteren. Media zijn ook altijd bereid om de controverse op te zoeken en tegenstanders van het besluit aan het woord te laten.
Dus een bestuurlijke keuze maken levert geen opluchting op, maar vooral veel weerstand en een vervelend traject om die weerstand het hoofd te bieden. Waarbij in die weerstand vaak helemaal niet die zorgvuldige afweging wordt overgedaan die tot het bestuurlijk besluit heeft geleid. In plaats van een rationele benadering van het vraagstuk volgt vaak een emotioneel geladen discussie.
Meer verbinding zoeken
We mogen dus best een beetje begrip hebben voor politici die het moeilijk vinden om een keuze te maken en een heldere maatregel af te kondigen. Maar dat neemt de urgente noodzaak om te kiezen niet weg. De vraag is hoe een beter samenspel tussen de politiek bestuurder en de samenleving georganiseerd kan worden, zodat de keuzes van de bestuurder meer draagvlak ontmoeten.
De Raad van de Leefomgeving en Infrastructuur (RLI) heeft hier recent enkele mogelijkheden voor geschetst in het advies ‘Falen en Opstaan’. De RLI pleit voor het beter benoemen van de waarden die gehanteerd worden, voor een sterkere verbintenis tussen de politiek en de gemeenschappen, en ook voor meer ruimte voor de eigen initiatieven van die talrijke en veelvormige gemeenschappen. Die verbintenis is nu vaak zwak. Haagse politici zitten in een eigen bubbel, en de dynamiek van die bubbel is vaak belangrijker dan de verbinding met de realiteit.
Ook de logica van de Haagse bubbel is vaak een andere dan die van een rationele afweging van de vraagstukken van de samenleving. Georganiseerde burgers en bedrijven kunnen hier wel iets aan doen. Zij kunnen zich aanmelden voor een deelname aan de rationele afwegingen die nodig zijn. Zij kunnen laten zien dat ze waarde hechten aan de democratische processen waarbij een totaalafweging gemaakt moet worden in alle belangen. Dat is iets anders dan alleen maar lobbyen voor de eigen zaak. Dat is ook iets anders dan vooral appelleren aan emoties. Maar het is onmisbaar om de politieke besluitvorming weer vaart te geven na inmiddels jaren van stilstand. Dat zou een enorme opluchting zijn.
Bernard ter Haar heeft als topambtenaar gewerkt op de ministeries van Financiën en SZW. Op dit moment is hij bestuurder bij NLFI. Ter Haar schrijft maandelijks voor Investment Officer over de relatie tussen overheid en markt.