dirkde_jong.jpg

Natuurlijk is bovenstaande een vergezochte invulling van de afkorting, maar het grote aantal beursintroducties van SPAC’s in de VS kenmerkt een overspannen markt en dan ligt waardevernietiging op de loer.

SPAC, de afkorting van Special Purpose Acquisition Company, haalt via een beursnotering geld op en moet doorgaans binnen twee jaar fuseren met een nog niet beursgenoteerd bedrijf. Dat bedrijf wordt daardoor beursgenoteerd en krijgt de beschikking over het opgehaalde geld. Sinds begin 2020 hebben bijna ruim 400 SPAC’s een beursnotering gekregen en daarbij gemiddeld 325 miljoen dollar opgehaald. Het concept stamt uit de jaren negentig, maar de grote groei dateert van 2019.

Het is een snelle en gemakkelijke manier om een beursnotering te krijgen. Er zijn geen tijdrovende gesprekken met banken en potentiële beleggers nodig, een trackrecord is niet van belang en er is geen onzekerheid over de prijs en het slagen van de beursgang. Ook worden de cijfers minder diepgaand onderzocht, het is immers een fusie en geen nieuwe beursgang. Dat laatste voordeel is overigens niet veel meer dan regelarbitrage.

Popsterren en sporthelden

De oprichter, de sponsor, van de SPAC is meestal iemand die zijn sporen heeft verdiend in de financiële wereld. Recent worden ook anderen, waaronder popsterren en sporthelden, ingehuurd om de aandacht op een SPAC te vestigen. De sponsor en zijn partners krijgen voor hun inbreng en ter compensatie van de gemaakte, beperkte, kosten doorgaans 20 procent van de aandelen van de SPAC

Het is een spel zonder nieten want de sponsor c.s. kunnen alleen geld verliezen als de beurskoers na de fusie onder de gemaakte kosten per aandeel zakt of als er binnen de termijn geen fusie plaatsvindt en het geld aan de aandeelhouders moet worden teruggegeven. Geen wonder dat veel ‘snelle’ jongens (en ja het zijn vooral mannen) actief zijn geworden met het lanceren van SPAC’s.

De sponsors c.s krijgen net als de investeerders bij de beursgang warrants die het recht geven om tegen een uitoefenprijs van doorgaans 15 procent boven de uitgiftekoers nieuwe aandelen te kopen. Dat is een extra lokkertje en voor de beleggers die bij de beursgang instappen ook een stukje compensatie voor het feit ze 100 procent van het geld inleggen en maar 80 procent van de aandelen krijgen. 

Op jacht

Als een fusiepartner gevonden is en men het eens is over de aandelenruil dan hebben de SPAC-aandeelhouders het recht om tegen de aanschafprijs de aandelen te verkopen. Zeker voor de sponsors is dit een aantrekkelijk element. Tegelijkertijd kunnen ook nieuwe externe aandeelhouders voor diezelfde prijs instappen. Alles hangt af uiteindelijk af van wat de markt van de plannen vindt.

Als de beursnotering geregeld is begint de jacht op een fusiepartner. Dat zijn private ondernemingen die aan het nadenken zijn of dat willen doen over een beursnotering. Het kan ook een bedrijf zijn van private equity of venture capital. Alles is mogelijk. Is een potentiële fusiepartner eenmaal gevonden dan moet alleen nog worden onderhandeld over het aandelenbelang dat de SPAC-aandeelhouders krijgen in de gefuseerde onderneming. Doorgaans is dat in de orde van 20 procent van de gefuseerde onderneming.

Aangezien de meeste van de 400 SPAC’s nog geen fusiepartner gevonden hebben zijn er momenteel veel jagers en dat verzwakt de onderhandelingspositie van de SPAC. Zeker nu het beurssentiment kritischer lijkt te worden over waarderingen zou het zo maar kunnen dat de SPAC-hype ten einde loopt. En dat zou maar goed zijn ook want het begon te veel te lijken op de huizenmarkt in de VS in 2007 toen (bijna) iedereen dacht dat de bomen nu wel tot in de hemel zouden groeien.

Dirk de Jong is financial markets consultant. Eerder was hij directievoorzitter van HSBC Investment Bank.

Author(s)
Categories
Access
Limited
Article type
Column
FD Article
No