Bizar. Dat was mijn omschrijving van niet alleen de renteverlaging in juni zelf, maar ook de redenen erachter. Die renteverlaging heeft geen vervolg gekregen in juli; het bestuur van de ECB besloot de rente onveranderd te laten.
De situatie, als we naar de inflatie of economie kijken, was in juli niet wezenlijk anders dan in juni. Voor mij is dat een bevestiging van wat ik destijds schreef, dat de renteverlaging in juni veel en veel te vroeg is gekomen. En volstrekt bizar was, maar dat wist u al.
De bank had met die renteverlaging niets te winnen en veel, vooral geloofwaardigheid, te verliezen. Zij had kunnen wachten tot september; in het grotere geheel zal het over een jaar al volstrekt onzichtbaar zijn of de rente in juni of september was verlaagd. Wat dat betreft is de Fed in de VS veel beter bezig dan onze ECB.
Hoewel de ECB de rente onveranderd hield in juli, maakte de persconferentie na afloop duidelijk dat de bank heel erg graag haar leentarieven wil kortwieken. Zo is de ECB data-afhankelijk bezig, aldus Christine Lagarde, president van de bank. Dat is een belofte die na de verlaging in juni volstrekt ongeloofwaardig is. Toen bleek de inflatie gestegen te zijn, inflatieramingen liepen op en de loonkosten namen sneller toe dan eind 2023. Maandenlang had de ECB juist gezegd de rente pas te kunnen verlagen wanneer de inflatie blijft zakken, inflatieramingen lager worden en loonkosten mínder snel stijgen.
De loonkosten lopen op met 5 procent, maar Lagarde bagatelliseerde dat in feite. Zo zou dat slechts een inhaalslag van de werknemers zijn, om de hoge inflatie van afgelopen jaren te compenseren. Dat zal hier en daar deels nog steeds spelen, ongetwijfeld, maar het is vooral een uiting van de krappe arbeidsmarkt én verlies van vertrouwen in de ECB.
Nadat de bank twintig jaar lang de belofte herhaalde om inflatie koste wat kost laag te houden, greep ze niet in en wuifde ze de zeer hoge inflatie weg de eerste de beste keer dat die belofte getest werd. Dat heeft gevolgen voor het vertrouwen, onder meer bij de vakbonden. De inflatie in de eurozone is nog steeds aan de hoge kant en wat Lagarde daarover zei, zal niet voor meer vertrouwen in de bank hebben gezorgd. De hardnekkig hoge onderliggende inflatie zou volgens haar door eenmalige factoren komen en dus tijdelijk zijn. Waar hebben we dat eerder gehoord?
Dat de loonkostenstijging versnelt in plaats van afremt, deed Lagarde weg als ‘niet onverwacht’ en ze zei dat de ECB verwacht dat de loonkosten in 2025 en 2026 minder snel zullen stijgen. Vrij vertaald: de ECB-bestuurders bidden en hopen dat die loonkosten minder snel zullen klimmen. Het is nog net niet dat ze besloten hadden in een kerk te vergaderen! Bidden en hopen op een uitkomst zijn geen karakteristieken van goed beleid.
Stellen dat de inflatie tot diep in 2025 te hoog zal blijven en vervolgens zeggen dat de ECB niet zal terugdeinzen om de rente langer op het huidige niveau te houden, kan dan wellicht overkomen als stoer en daadkrachtig, maar wat er in feite staat, is dat de ECB tot minstens diep in 2025 zal blijven falen voor haar enige taak. En om te dreigen de rentes in zo’n omgeving onveranderd te houden – een loze belofte, want de bank sorteert overduidelijk voor op verdere verlagingen – is simpelweg wanbeleid.
Onlangs stelde het Internationaal Monetair Fonds (IMF) dat het risico bestaat dat de inflatie de komende tijd juist stijgt door de hardnekkig hoge inflatie in de dienstensector en opwaartse prijsdruk door geopolitieke spanningen. ‘Centrale banken moeten de rentes niet te vroeg verlagen en de optie om de rente te verhogen op tafel houden’, aldus het IMF. Die waarschuwing was niet besteed aan de ECB. Die houdt het erop, zoals gezegd, om de rente wat langer op het huidige niveau te houden; renteverhogingen lijkt een soort verbum non grata te zijn in Frankfurt.
Kijkend naar de vooruitzichten voor inflatie ben ik benieuwd naar wanneer de ECB voor het eerst zal zeggen dat ze haar inflatiedoelstelling in 2027 zal bereiken. Dat doel zou in 2024 al bereikt zijn, een paal die vervolgens verplaatst werd naar 2025 en daarna naar 2026.
Wat binnenkort wèl gaat gebeuren, aldus Lagarde, is dat de bank vrij snel zal beginnen met een evaluatie van de nieuwe monetaire strategie die ze in 2021 ontvouwde. Mag ik zo vrij zijn die evaluatie nu al te doen, kijkend naar de inflatie sinds die tijd? De nieuwe strategie uit 2021 heeft ervoor gezorgd dat de bank faalde, faalt en blijft falen.
Ik doe die evaluatie graag, want als een van de laatste wetenschappelijke onderzoeken van de ECB de maatstaf is voor welke conclusie de ECB zelf zal bereiken, dan belooft dat niet veel goeds. Ik kwam namelijk een paper tegen – waar onderzoekers van de ECB waarschijnlijk maanden aan manuren hebben besteed en waar dus een fors prijskaartje aan hangt – waarin de ECB‘ers ontdekt hebben dat verschillende soorten huishoudens inflatie anders ervaren en dat aanhoudende inflatie voor meer ongelijkheid zorgt! Wow. Ik heb er simpelweg geen ander woord voor.
Edin Mujagić is econoom, beheerder van Beleggingsfonds Hoofbosch en auteur van het boek Keerpunt 1971. Hij schrijft iedere maand voor Investment Officer een ECB Watch over het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank.