Edin Mujagic
Edin Mujagic_blue.png

Vergeet al die baren goud die zwaar bewaakt worden omdat ze ongelofelijk veel waard zijn. Geloofwaardigheid is voor een centrale bank het meest waardevolle bezit. Het is de monetaire versie van wat goodwill voor een bedrijf is. Wat dat betreft kan de ECB nog veel leren van de Fed. Een analyse.

Hoe geloofwaardiger een centrale bank is, des te effectiever haar beleid. Bij hoge geloofwaardigheid hoef je als centrale bank minder daadwerkelijk te doen om het gewenste resultaat te bereiken, bijvoorbeeld inflatie omlaag knuppelen. Wel woorden, minder daden, zeg maar, om een bekend supportersliedje te parafraseren.

Als een geloofwaardige centrale bank zegt dat de inflatie op termijn mee zal vallen, dan is de kans klein dat bedrijven anticiperen op hoge inflatie, alvast de prijzen verhogen of dat vakbonden hogere looneisen stellen.

Bij lage geloofwaardigheid sta je daarom als een centrale bank al bij voorbaat achter. Om dan de hoge inflatie terug in het hok te krijgen bijvoorbeeld, moet je juist extra veel de rente verhogen, om de buitenwereld te overtuigen dat het je menens is. Inderdaad, geen woorden maar daden. Veel daden. Dat extra veel de rente verhogen kan natuurlijk economische schade opleveren.

Geloofwaardigheid is altijd zeer waardevol voor een centrale bank, maar zeker in een periode van hoge onzekerheid in de wereld, bijvoorbeeld over het verloop van inflatie in de jaren die komen. Ofwel: in perioden zoals nu.

Monetaire ridders leveren niet

Dat het met die geloofwaardigheid in het geval van de ECB niet al te goed gesteld is, blijkt wel uit het feit dat de inwoners van de eurozone de komende jaren de inflatie elk jaar op zo’n 3 procent zien uitkomen. De ECB zweert er ondertussen bij dat de inflatie volgend jaar al structureel terug zal zijn op 2 procent.  De Europeanen geloven hun monetaire ridders niet, niet in de laatste plaats doordat die in 2021 en een deel van 2022 de torenhoge en stijgende inflatie, vooral bagatelliseerden.

De geloofwaardigheid van de ECB is, net zoals die van de Amerikaanse zusterinstelling de Fed, de laatste jaren gedaald. Maar waar de geloofwaardigheid van de Fed enigszins is hersteld, geldt dat niet voor de ECB.
Dat de bank zich vrijwel wekelijks opwerpt als een klimaatbeleidsinstelling en zich profileert als een soort monetaire versie van Greenpeace, heeft er, als u het mij vraagt, ook wel mee te maken. Schoenmaker blijf bij je leest, is een leus die aan de ECB niet is besteed. Wél aan de Fed. Onlangs hield de Zweedse centrale bank, de Riksbank, een monetaire conferentie waar onder meer de Fed-voorzitter Jerome Powell sprak.

Het was een korte, to the point toespraak, zonder enige franje. De Fed moet volgens Powell niet afdwalen om doelen na te streven die niet strikt verbonden zijn met het wettelijke mandaat van de Fed.” Zoals zich bezig houden met de strijd tegen klimaatverandering.

Centrale banken zijn geen klimaatbeleidmakers

‘Klimaatbeleid voeren’, aldus Powell, ‘vereist beleid dat aanzienlijke herverdeling met zich meebrengt en de bijbehorende gevolgen voor bedrijven, sectoren, regio’s en landen’. Klimaatbeleid voeren, dat moeten daarom gekozen politici doen, zegt de Fed-voorman. Als een centrale bank dat beleid zou voeren, dan zet ze haar onafhankelijkheid op het spel. Onafhankelijk en geloofwaardigheid zijn twee kanten van dezelfde munt. Powell sloot zijn toespraak af met: ‘Wij zijn geen klimaatbeleidsmaker en zullen dat ook niet worden.’ Het verschil met hoe de ECB over klimaatbeleid denkt, kon niet groter zijn.

Lagarde en de ECB moeten een voorbeeld nemen aan Powell en de Fed. Niet omdat klimaatverandering niet belangrijk is, maar omdat zij niet de aangewezen instellingen zijn om het beleid op dat gebied te voeren en omdat, als ze dat doet, de schade voor onafhankelijkheid en geloofwaardigheid enorm en langdurig kan zijn.
Het bovenstaande geldt zeker als je als centrale bank lichtjaren verwijderd bent van het voldoen aan je taak voor prijsstabiliteit te zorgen.

Het gevaar bestaat namelijk dat je daardoor je geloofwaardigheid verder ziet afkalven. Om dat recht te breien kan de ECB de neiging krijgen veel stoere taal te bezigen en zich als een havik voordoen en de rente onnodig veel te verhogen, om aan de buitenwereld te laten zien dat de bank wel geloofwaardig ís. De prijs daarvan zou grote economische schade op korte termijn zijn.

Over vertrouwen in en geloofwaardigheid van de ECB gesproken: het blijkt dat niet alleen de buitenwereld er vragen bij zet, hetzelfde geldt voor het eigen personeel. Twee derde van ondervraagde ECB-werknemers zegt dat het vertrouwen in het bestuur van de bank gedaald is sinds 2019. Iets minder dan de helft zegt redelijk wat of veel vertrouwen in de leidinggevende kwaliteiten van Christine Lagarde en haar bestuur te hebben.

Minder oog voor klimaatverandering, meer voor de monetaire goodwill in de Eurotower!

Edin Mujagić is hoofdeconoom van OHV Vermogensbeheer en auteur van het boek ‘Keerpunt 1971’. Hij schrijft iedere laatste vrijdag van de maand voor Investment Officer een ECB Watch over het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank.

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Column
FD Article
No