5F3D92CF-83C6-499F-BB62-D77D3B967842.png

Ik lees elke toespraak van ECB-bestuursleden, net als elk interview. En ja, ik vind het nog leuk ook om die te lezen!

Op basis van ervaringen met de toespraken van Christine Lagarde tot nu toe, kan ik zeggen dat wanneer ze achter het spreekgestoelte gaat staan om over monetair beleid te praten, ik alles behalve onder de indruk ben. Vaker gaan zulke voordrachten over zaken als klimaat en andere niet-monetaire zaken. Over het belang van geldgroei – nogal belangrijk, leert de historie ons – heb ik haar zelden iets horen zeggen. 

Praat de Française echter over het grotere beeld der (economische) dingen, dan zijn het vaak teksten die zeer de moeite waard zijn. Zoals onlangs, toen ze in de VS, aan de Yale-universiteit, sprak over het feit dat de wereld zoals wij die kennen ingrijpend veranderd is. Niet-westerse landen worden steeds belangrijker op het wereldtoneel, maar de globalisering gaat eerder achteruit dan vooruit, er zijn immers spanningen alom.

‘Hoe zorgen we voor vooruitgang in die nieuwe wereld?’ vroeg Lagarde zich af. Haar antwoord was simpel doch spot on: door te doen wat we altijd deden in het verleden, namelijk zorgen voor nieuwe ideeën en innovaties. Die nieuwe ideeën en innovaties komen echter niet vanzelf tot stand, zij vereisen de juiste omgeving daarvoor, een omgeving waarin innovatie kan plaatsvinden en gedijen, aldus de ECB-president. 

Wat zijn de kenmerken van die omgeving? Op basis van de prestaties van een aantal eurolanden in het verleden, kunnen we een soort blauwdruk opstellen. Daarin zijn zaken als een sterke munt, lage inflatie, gezonde overheidsfinanciën en vrijhandel met de rest van de wereld vrij makkelijk te spotten. Het zijn zaken die zorgen voor lage rentestanden, stabiliteit, relatief weinig onzekerheid en uitwisseling van ideeën en innovaties met de rest van de wereld. In die omgeving komen innovaties structureel opborrelen.

Er zijn niet veel landen die deze magische combinatie decennia- en eeuwenlang hebben weten te creëren en vast te houden. Nederland is een van de weinige voorbeelden. Maar dat kunstje kunnen andere landen wel afkijken natuurlijk. Maar goed, laten we ons beperken tot de rol van een centrale bank in het geheel. Dit is immers een ECB-watch-rubriek.

De rol die voor een centrale bank is weggelegd , is cruciaal, want die kan zorgen voor lage inflatie. De beste bijdrage die de ECB kan leveren aan de ideale omgeving waar Lagarde over sprak, is dan ook - koste wat kost - zorgen voor lage inflatie. En op dit punt lopen de werkelijkheid en de toespraak van Lagarde uit elkaar. Neem haar toespraak zelf. Het woord inflatie komt er welgeteld één keer in voor, en dan ook nog als onderdeel van de naam van een Amerikaans pakket om de economie te stimuleren, namelijk de Inflation Reduction Act. 

Terwijl inflatie in eurolanden nog steeds aan de hoge kant is en de geldontwaarding zich zelfs op een oncomfortabel te hoog niveau lijkt te stabiliseren - en buiten eurolanden zelfs hier en daar weer lijkt op te lopen (wat, historisch bezien, helemaal niet verbaast - inflatie komt namelijk vaak in golven) - is de onzekerheid over het verdere verloop op middellange termijn enorm. Zo lijkt de olieprijs eerder te stijgen dan te dalen (op een wat kortere termijn) en is een aantal structurele ontwikkelingen te ontwaren die inflatie jarenlang hoog kunnen houden (daarover in de komende maanden meer trouwens). En intussen maakt de ECB zich op om de rente te verlagen, en nog behoorlijk ook! 

Dat lijkt mij haaks te staan op het creëren van de benodigde omgeving voor het ontstaan van nieuwe ideeën en geboorte van innovaties. 
Lagarde hield haar toespraak in de VS. Als ik in de zaal had gezeten, had ik, op zijn Amerikaans, hard geroepen: ‘Practice what you preach!’. 

Edin Mujagić is hoofdeconoom van OHV Vermogensbeheer en auteur van het boek Keerpunt 1971. Hij schrijft iedere maand voor Investment Officer een ECB Watch over het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank.

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Public
Article type
Column
FD Article
No