Edin_Mujagic.png

5 procent in de eurozone, 7 procent in de Verenigde Staten en 5,4 procent in het Verenigd Koninkrijk. Ik heb het, hoe kan het ook anders, over hét onderwerp onder economen, analisten en beleidsmakers: de inflatie. In decennia is deze niet zo hoog geweest als nu.

De laatste keer dat de prijzen zo hard stegen in Nederland telde het land nog 11 provincies (Flevoland bestond nog niet), was Dries van Agt de minister-president en stond Hans van Breukelen onder de lat bij Oranje. 

Toen de recente inflatierun begon, in de zomer van 2021, was het centrale bankengilde het met elkaar eens: de prijsstijgingen zouden van een tijdelijke aard zijn, veroorzaakt door eenmalige en statistische factoren. Tussen eind 2021 en begin 2022 zouden de inflatiecijfers alweer dalen. 

ECB wist het zeker: inflatie ‘tijdelijk’

Inmiddels hebben de Amerikaanse Fed en de Britse Bank of England hun analyse alweer bijgesteld. Zij zagen dat de inflatie breder werd gedragen dan door de hogere energieprijzen alleen en dat die eenmalige factoren op zijn minst veel langer ‘tijdelijk’ zullen zijn dan eerder werd aangenomen: ze kunnen zelfs deels structureel blijken te zijn. Het gevolg: de grand old lady, de Britse centrale bank, heeft de officiële rente al verhoogd en de Fed staat op het punt een serie renteverhogingen in gang te zetten.

De bank sluit daarbij zelfs niet uit dat ze de rente dit jaar bij elke vergadering van het rentecomité zal opkrikken! De ECB gedroeg zich ondertussen als een 6-jarige die zijn handen op zijn oren doet, ogen dicht doet en begint met schreeuwen om dat wat zij niet wil zien en horen. 

Maar onlangs was er een opmerkelijke ontwikkeling te zien voor ECB Watchers. Tijdens een bijeenkomst zei president Christine Lagarde van de ECB dat het wel eens zo zou kunnen zijn dat de bank de inflatie onderschat heeft. Toen ik dat hoorde, moest ik mezelf knijpen om er zeker van te zijn dan het geen droom was! Als de ECB zegt dat zij de inflatie misschien wel onderschat heeft, dan is dat zo’n beetje het dichtst bij wat in de buurt komt van een ‘we zaten fout’. De ECB moet bereid zijn de verwachtingen over inflatie te herzien, vervolgde Lagarde, en waarschuwde dat de ramingen over de inflatie de aanleiding kunnen zijn voor de bank om de uitgestippelde monetaire koers te wijzigen. 

De hoofd cheerleader komt tot inkeer 

Vrijwel tegelijkertijd gaf ECB-bestuurslid Isabel Schnabel aan dat de energietransitie op de middellange termijn waarschijnlijk voor structureel hogere inflatie zal zorgen en dat de ECB dus niet meer door de hoge inflatiecijfers heen kan kijken. Vertaald uit het jargon van de bankiers: de prijzen zullen harder stijgen dan de ECB wil en de bank zal niet langer kunnen doen alsof haar neus bloedt. 

Het was niet alleen wát Schnabel zei wat verrassend was, het was ook verrassend dát Schnabel dat zei. Zij is wat ik ooit de hoofdcheerleader van de ECB heb genoemd: alles wat de bank deed, prijst zij sinds haar aantreden de hemel in. Lagarde én Schnabel die samen een andere toon aanslaan, dat kan geen toeval zijn. 

Maar hoe moet ik die verandering zien? En wat kan het betekenen voor beleggers?  ‘De inflatieramingen kunnen er anders uitzien wat ertoe kan leiden dat we onze koers moeten wijzigen’, had Lagarde gezegd. Zij doelde op de ramingen die de ECB-economen vier keer per jaar maken. De volgende update zal in maart zijn. 

Die dubbele voorwaardelijkheid in de genoemde zin, wijst mij erop dat Lagarde die mogelijkheid niet van harte noemt. Anders gesteld: de ontwikkelingen dwongen haar dat te doen, het is vooruitlopen op het onvermijdelijke, namelijk de nieuwe inschatting van haar eigen personeel dat de inflatie langer te hoog zal blijven en nadat allerlei eenmalige effecten uitgewerkt zijn, niet naar het pre-corona niveau zal terugvallen. 

Lagarde wil zich een vernedering besparen

Lagarde wil niets anders dan zichzelf de vernedering besparen over enkele weken toe te moeten geven dat ze er al die tijd faliekant naast zat. Door te wijzen op haar toespraak uit januari kan ze stellen dat ze er altijd rekening mee hield. Het is een “face saving exercitie” en niet het verlate trekken van dezelfde nieuwe conclusie die de Fed, de Bank of England en vele andere centrale banken maanden geleden al trokken. 

Het ECB-bestuur vergadert op 3 februari vergadert. Ik verwacht daar niet veel van, behalve dat het “face saving proces” aangedikt zal worden. Dit is dan ter voorbereiding op de volgende rendez-vous van 10 maart, waar met nieuwe inflatieramingen wél van vuurwerk sprake kan zijn. Lagarde zal dan opgelucht ademhalen. Immers, die hogere inflatie had zij al in januari voorspeld, zo zal de Française betogen. 

Die herziene mening door de ECB, zal, ongeacht of die van harte is of niet, gevolgen hebben voor het beleid van de centrale bank de komende jaren. De Fed heeft aangekondigd de rente te gaan opkrikken vanaf maart. Uit het verleden weten we dat de ECB altijd de Fed volgt, zij het na een lange en variabele vertraging, om Milton Friedman te parafraseren. 

Dat zal nu niet anders zijn. Het zou mij niet verbazen als de ECB eind dit jaar de rente verhoogt of die stap begin 2023 aankondigt. Beleggers moeten er rekening mee houden dat de ECB mettertijd de andere belangrijke centrale banken zal volgen. Maar omdat de ECB dat niet graag zal doen, zal zij de renteverhogingen de komende jaren uitmeren en als het even kan zal uitstellen. Ik acht de kans dat we op 31 juli dit jaar een Elfstedentocht op natuurijs in Friesland zullen rijden nog groter dan dat de rente van de ECB voor 2024 noemenswaardig hoger zal liggen. Spaarder, blijf letten op uw saeck!

Edin Mujagić is hoofdeconoom van OHV Vermogensbeheer en auteur van het boek ‘Keerpunt 1971’. Hij zal met ingang van vandaag iedere laatste vrijdag van de maand voor Fondsnieuws een ECB Watch schrijven over het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank.

 

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Column
FD Article
No