Edin Mujagic
EdinM.png

Die taak vinden we in geen enkele wet op de centrale bank of de statuten ervan, maar in werkelijkheid is die er wel: zich zorgen maken over financiële stabiliteit. Vandaar dat de Europese Centrale Bank (ECB) regelmatig het rapport Financial Stability Review publiceert. Zo ook eind november.

Dat rapport is altijd erg nuttig leesvoer voor economen, beleggers en analisten. Dit jaar was het echter een bijzondere editie: er was een speciaal plekje ingeruimd voor Nederland. Ons land blijkt namelijk een potentiële bron van financiële instabiliteit voor de hele muntunie te zijn!

Het zit zo, volgens de ECB. De recente hervorming van het Nederlandse pensioenstelsel betekent dat de Nederlandse pensioenfondsen staatsobligaties van de eurolanden die ze in bezit hebben, gedeeltelijk gaan verkopen. In de toekomst zullen die minder staatsschuldpapier van de eurolanden kopen. Nederlandse pensioenfondsen zijn zeer belangrijke kopers ervan.

Dat is potentieel een bron van financiële instabiliteit, omdat tegelijkertijd de eurolanden meer staatsobligaties zullen uitgeven om geld op te halen voor extra uitgaven aan defensie, infrastructuur, energietransitie en pensioenen. Vraag die tegenvalt en aanbod dat stijgt, dat leidt al snel tot dalende prijzen van staatsobligaties en dus stijgende rentes. Ziedaar een bron van financiële instabiliteit.

Het deed mij denken aan een voorval uit juli 1971. In die tijd kwam het internationale monetaire stelsel erop neer dat de dollar gekoppeld was aan goud en andere westerse munten aan de dollar. Ieder land kon wanneer het maar wilde en zonder reden dollars inwisselen voor goud bij de Amerikaanse overheid. Een lange tijd deed men dat niet, omdat er geen noodzaak was. Men had vertrouwen in de VS.

Eind jaren zestig begon dat te veranderen. Uiteindelijk zou Washington op 15 augustus van 1971 wereldkundig maken dat die afspraak niet meer opgaat. In de maanden ervoor wisselde onder meer Nederland wat dollars in voor goud. In juli informeerde De Nederlandsche Bank (DNB) Washington dat er binnenkort 250 miljoen dollar richting The States zou komen en dat Nederland de tegenwaarde in goud wilde hebben.

In de VS woog dat heel zwaar. Nederland was een trouwe bondgenoot, maar daarnaast ook een voorbeeld voor veel andere Europese landen. Wanneer die zouden zien dat Nederland dollars bleef inruilen voor goud, zouden zij dat ook veel meer gaan doen. En dus stuurde de Amerikaanse regering de staatssecretaris voor Internationale Monetaire Zaken Paul Volcker (later de legendarische voorzitter van de Fed) naar Nederland om Jelle Zijlstra, destijds president van de DNB, te proberen te overtuigen dat voornemen te laten vallen.

Zijlstra ontving hem, hoorde hem aan, maar zei dat Nederland gewoon doorzet met het plan 250 miljoen dollar in te ruilen voor goud. ‘You are rocking the boat’, aldus Volcker tegen Zijlstra. Vrij vertaald: daarmee brengt u de stabiliteit van het internationale monetaire stelsel in gevaar. Zijlstra’s antwoord was: ‘Als die boot te heftig schommelt ten gevolge van het aanbieden tot conversie van 250 miljoen dollar, dan is die boot al verongelukt.’

Als ik de president van DNB zou zijn, zou ik antwoord van dezelfde strekking naar de ECB en Christine Lagarde sturen. Als het minder staatsobligaties kopen door de Nederlandse pensioenfondsen voor problemen met de financiering van de overheden elders in de muntunie kan veroorzaken, dan zou ik me als bank over die kapitaalmarkt, over die financiering, zorgen maken!

Edin Mujagić is econoom, beheerder van Beleggingsfonds Hoofbosch en auteur van het boek Keerpunt 1971. Hij schrijft iedere maand voor Investment Officer een ECB Watch over het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank.

Author(s)
Categories
Access
Members
Article type
Column
FD Article
No