Doorgaans geldt, in mijn optiek althans, dat persconferenties van de Fed een genot zijn om te volgen met de ECB-evenknieën als een soort monetaire marteling. Dit keer is het anders.
Waar de voorzitter van de Fed helder en duidelijk verhaal houdt en daarbij vaak aangeeft dingen ook niet te weten en dat we voorspellingen van de Fed niet als heilig moeten beschouwen, is een doorsnee persconferentie van de ECB een samenraapsel van tig keer het van tevoren aan iedereen uitgereikte statement voorlezen, ontkennen van de werkelijkheid en sterke overtuiging alles te weten en toekomstige ontwikkelingen te kunnen voorspellen en af en toe simpelweg bizarre linguïstische taferelen.
Of bent u die persconferentie met termen als holistisch, upstream en downstream – iemand die op dat moment inschakelde had waarschijnlijk het gevoel gehad in een persconferentie over olieboringen aanbeland te zijn – vergeten!?
Op 8 september was het anders
De ECB verhoogde de rente met 75 basispunten, op zich al voldoende om die dag als memorabel zo niet historisch te bestempelen. Maar de échte verrassing was de persconferentie na afloop.
“Wij bevinden ons in een situatie waar de rentestand de economie stimuleert. Dat doen terwijl de inflatie 9,1 procent bedraagt en de verwachting is dat de inflatie in 2024 hoger zal zijn dan ons streefpercentage, is simpelweg niet goed. Wat ik u met zekerheid kan vertellen, is dat we zo ver weg zijn van de rente die ons zal helpen inflatie terug naar 2 procent te krijgen, dat toekomstige renteverhogingen niet alleen op tijd moeten zijn maar ook in een mate plaats moeten vinden waardoor we sneller bij het benodigde renteniveau zullen uitkomen. Zeg ik daarmee dat, naarmate wij dichter bij die rente komen, de grootte van de rentestappen die we zullen zetten, kleiner zullen worden? Nee.”
“Wij willen geen tweede ronde-effecten zien, wij willen dat alle deelnemers in het economische verkeer bij alle besluiten die ze nemen, begrijpen dat de ECB serieus is over haar wens inflatie terug naar 2 procent te krijgen. Ik denk dat onze geloofwaardigheid beoordeeld zal worden aan de hand van de vraag of we wel of niet inflatie terug naar 2 procent krijgen op middellange termijn. Inflatie is een verschrikkelijk fenomeen.”
Zo sprak Christine Lagarde, president van de ECB, na afloop. Ofwel: de ECB loopt achter de feiten aan en meer renteverhogingen zijn op komst, waarbij we rekening moeten houden met meer uitzonderlijk grote rentestappen. Ik heb haar nooit zo horen praten, bij lange na niet. Ik geloof er ook weinig van dat het echt van haar komt. Nee, mijn vermoeden is dat een te groot deel van het ECB-bestuur er zo over denkt.
Zelfs Philip Lane, Lagarde’s collega in het dagelijkse bestuur en hoofdeconoom van de bank, de man die tot voor kort volhield dat er maar weinig aan de hand is in monetair opzicht in de muntunie, zei eerder deze week in een interview dat de strijd om de inflatie omlaag te drukken en daar te houden, zal betekenen dat de winstgevendheid van bedrijven een tijdlang lager zal zijn en dat loonstijgingen de inflatie niet zij zullen houden.
Het gaat pijn doen
Ofwel: het gaat pijn doen. Lagarde, als aanvoerder, kon niet anders dan de mening van een groot deel van het ECB-bestuur uit te dragen. Dit in tegenstelling tot soortgelijke woorden die Jerome Powell, voorzitter van de Fed, uitte een week later. Die kwamen bij mij als echt oprecht over. In het verlengde daarvan zou het mijns inziens onjuist zijn nu te denken dat de ECB koste wat kost door zal gaan met renteverhogingen en dat de bank de rente voldoende (snel) zal verhogen om de inflatie succesvol te bestrijden.
Volgens Lagarde zal de ECB de rente, na de vergadering in september, nog minstens één keer en minder dan vijf keer opkrikken. Ik houd rekening met zeker twee renteverhogingen met een derde die niet uit te sluiten is. Meer zal lastig zijn; te veel bestuursleden vinden dat te veel van het goede. Dat zou inhouden dat de bank in oktober en december de rente verder zal optrekken en wellicht ook in februari 2023. De ECB-rente zou dan uitkomen op 1,75 á 2 procent.
De kans is groot dat zo’n rentestand onvoldoende zal blijken te zijn inflatie terug naar 2 procent te duwen en vervolgens daarop te houden. Ik houd er daarom sterk rekening mee dat de inflatie de komende jaren aanmerkelijk hoger zal uitkomen dan 2 procent.
Edin Mujagić is hoofdeconoom van OHV Vermogensbeheer en auteur van het boek ‘Keerpunt 1971’. Hij schrijft iedere laatste vrijdag van de maand voor Investment Officer een ECB Watch over het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank.