
Investeren in Nederlandse kerncentrales is gewenst, maar op dit moment onmogelijk. De grote onzekerheid is of Greenpeace tien jaar mag procederen tegen nucleaire energie. Als dat mag, maakt dat een rationele investering onmogelijk.
Ministers en Raad van State moeten snelheid garanderen bij de juridische procedures. Ook bij een goede uitslag op 29 oktober en algemene politieke instemming met nucleair, moeten ambtenaren en Raad van State nog instemmen met de constatering dat wat veilig werkt in het buitenland, geen tien jaar nodig zou moeten hebben voor goedkeuring in Nederland.
PFZW belegt voor 210 miljoen in EDF, de grote Franse producent van kernenergie, ook betrokken bij de bouw van Engelse kerncentrales. Maar zou PFZW ook kunnen beleggen in Nederlandse bedrijven die interesse hebben om in Nederland kleine kerncentrales te installeren?
Nadat ik eerder schreef over SMR’s (small modular reactors) kreeg ik een brief van installatiebedrijf ULC uit Utrecht, dat vertelde dat dochter ULC-Energy al de lokale agent is voor Rolls-Royce, dat SMR’s aanbiedt. Nu is ULC een groot familiebedrijf, maar één reactor kost 2 miljard euro. Nederland zou er heel goed een aantal kunnen gebruiken, economies of scale vragen om één installateur, en misschien wil ULC daarvoor dan toch extra vermogen aantrekken.
Probleem is dan niet dat SMR’s mogelijk niet deugen of verliesgevend zijn. Kleine kernreactoren bestaan al zeventig jaar (nucleaire onderzeeboten!), de techniek is bekend, en – zoals we weten uit Frankrijk en Finland – het veilig opslaan van onbruikbaar afval is ook financieel en technisch opgelost. Zie het goedbesproken boek Going Nuclear van atoomfysicus Tim Gregory. Bij atoomenergie wordt verwerken en opbergen van afval standaard meegerekend in de kosten – was dat maar ook zo bij windmolens op zee!
Mocht PFZW zijn geïnteresseerd, dan zal het pensioenfonds toch moeten wachten tot er uitsluitsel is over de laatste onzekere factor: hoe veel jaar vertraging gaat de bouw van SMR’s oplopen vanwege juridische procedures door de gebroeders Vollenbroek, Greenpeace (wellicht gesteund door de Postcodeloterij?) of andere actiegroepen die zich verzetten tegen nucleaire energie. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft vorig jaar geschat dat procedures meer dan tien jaar gaan kosten (Trajectverkenning klimaatneutraal 2050, p. 85).
Rationele investeerders móeten dan wel besluiten tot uitstel, of vragen om een overheidsgarantie. Vragen om een garantie is dan weer koren op de molen van Greenpeace, want dat levert een mooi argument op om te beweren dat nucleair alleen mogelijk is met overheidsgeld.
Genoeg politieke partijen zijn al voorstander van SMR’s, maar de slag tegen linkse ambtenaren en tegen de Raad van State moet nog beginnen. Jammer genoeg zijn dat te veel bestuurskundigen en te weinig mensen met een technische of natuurwetenschappelijke achtergrond. Het ministerie van Klimaat en Groene Groei is zo een echokamer met weinig input vanuit natuur en techniek.
Over de Raad van State leerden we vorige maand bij een ander onderwerp (huisvesting van statushouders) dat ‘rechtse populisten’ blijkbaar geen kritiek mogen hebben op dat rechtsorgaan. Voeg daarbij dat het PBL tot nu toe negatief is over nucleair en ik kom tot de conclusie dat het nu aan de ambtenaren is om moedig hun ministers tóch positief te adviseren over SMR’s. Op hun beurt moeten die ministers dan een versnelde procedure eisen voor goedkeuring, wat, gebaseerd op goede ervaringen in het buitenland, zeer wel mogelijk is. De Raad van State moet dan nog mee, hoewel die maar zelden blijk geeft iets te willen leren van het buitenland.
Liever zou ik optimistisch zijn, maar deze patstelling maakt somber voor 29 oktober.
Eduard Bomhoff is voormalig hoogleraar monetaire economie en was in het verleden bestuurder bij twee grote pensioenfondsen.