In Nederland is asiel de belangrijkste breuklijn in de politiek. In Duitsland komt daar nu een tweede breuklijn bij: de vijf jaar durende stagnatie in de consumptie. CDU/CSU kan alleen concurreren met de nieuwkomers AfD en BSW door economisch herstel te beloven. Duitse kiezers zien in buurland Polen snelle groei en geen “netto-nul-in-2050”. Gaat CDU/CSU het Poolse voorbeeld imiteren?
De groei is er uit. Ik geef hier het percentage voor de groei in de particuliere consumptie over de vierenhalf jaar sinds het laatste kwartaal vóór Covid-19. Duitsland: -1,9 procent, Nederland 5,6 procent. En het cijfer voor een nabij land dat minder prioriteit geeft aan “netto-nul CO2 in 2050”, Polen: 12,9 procent.
Trek de bevolkingsgroei ervan af, en dan is de groei in de consumptie per persoon dus een miserabele kwart procent per jaar voor Nederland, zwaar negatief in Duitsland, maar meer dan 2 procent per jaar in Polen. Voor beleggers betekent dat politieke en economische onzekerheid in Duitsland, waar de CDU/CSU (de enige regeringspartij die overeind lijkt te blijven) concurreert met nieuwkomers AfD en BSW, terwijl de kiezers een einde willen aan de krimpende welvaart. Hoe zou CDU/CSU dat kunnen beloven in Baden-Württemberg en Beieren (BMW en Mercedes!) zonder op de rem te trappen met het klimaatbeleid?
Als de CDU/CSU daarvoor kiest, kan ze effectief wijzen naar buurland Polen dat er zo veel beter voorstaat. Dat is een goed verhaal, maar of een regeringspartij daar nu voor kan uitkomen en wat dat inhoudt voor de coalitie, wordt pas duidelijk als het zo ver is.
In Nederland kunnen wij leren van het Duitse debat en van de vergelijking tussen Duitsland en Polen. Helaas staan media zoals de Volkskrant, NRC en de NOS en veel politieke partijen niet zo open om te profiteren van analyses uit andere landen. Op zaterdag 7 september, bij voorbeeld, bracht NRC vier volle pagina’s over het stikstofbeleid, maar daarin geen enkele reflectie op de zo voor de hand liggende vraag waarom dat bij ons een tragedie is geworden (tientallen boeren die zich van het leven hebben beroofd), terwijl alle buurlanden het met zo veel minder schade aan economie en bouw kunnen accommoderen.
In Duitsland wordt economische stagnatie, naast asiel, de belangrijkste breuklijn in de politiek. Bij ons is het nog niet zo ver, want de industrie is een kleiner deel van de werkgelegenheid en wij hebben na de krimp van Philips geen steden meer die zó afhankelijk zijn van één supergrote industriële werkgever. Dus is bij ons nu asiel de breuklijn in politiek en media.
Ook daar geldt dat precieze informatie over Denemarken, Zweden, Finland en Polen zou helpen, maar we weten niet hoe veel ruimte partijen als PvdA-GL, D66 en CDA maken voor praktische feiten, of dat die partijen vooral hun standpunt innemen op morele gronden. Daarom blijft ook bij ons de politiek zo onzeker, en moet het bedrijfsleven plannen uitstellen.
Amerikaanse bedrijven hebben geen last van die onzekerheid over “netto-nul” of over stikstof en kunnen dus beter investeren. Zo blijft de VS groeien met hulp van het Nederlandse en Duitse spaaroverschot.
Eduard Bomhoff is voormalig hoogleraar monetaire economie en was in het verleden bestuurder bij twee grote pensioenfondsen.