
Met 2,8 procent is de inflatie opnieuw te hoog. En Nederland kan niet meer devalueren om het verschil in het prijspeil met andere landen weg te poetsen. Ik focus hier op het almaar grotere verschil met Finland, waar een grote kernreactor schone elektriciteit is gaan leveren.
De grootste winst is een betere politieke discussie. In Finland is de groene partij voor het gebruik van nucleaire energie. Bedenk hoe veel gezonder ons politiek debat zou zijn wanneer GL/PvdA ‘uit de kast’ zou komen over nucleair.
Inflatieontwikkeling in Finland (blauw) en Nederland (groen)
In 2023 startte Finland aan de kust van de Baltische zee de nieuwe kernreactor Olkiluoto-3 op. Het betreft een opgeschaald Frans ontwerp en is nu de krachtigste reactor in Europa. De grafiek laat zien hoe de inflatie in Finland (blauw) zich recent ontwikkelt in vergelijking tot Nederland (groen, maar had beter rood kunnen zijn). Tot aan het uitbreken van de Covid-pandemie gingen de twee landen gelijk op, niet vreemd voor twee open economieën met dezelfde munt. Vervolgens hebben 2020, 2021 en 2022 een uniek patroon vanwege Covid. Vanaf begin 2023 lijkt de inflatie weer trendmatig, met dat verschil dat die trend in Finland acceptabel is, en verkeerd bij ons.
De prijs van elektriciteit, zowel voor de industrie als voor huishoudens, is in Finland beneden het EU-gemiddelde, terwijl die in Nederland – wel, dat mag bij de lezers van IO bekend verondersteld worden. De prijs van benzine, idem. Nederland stapelt accijnzen en belastingen op energie voor het kostbare energiebeleid. Finland doet het kennelijk beter, niet zo zeer omdat nucleair goedkoper is – de prijs van elektriciteit uit grote reactors ligt nu lager dan windenergie, maar blijft hoger dan de prijs van gas. Finland wint vooral omdat die ene reactor elektriciteit zonder CO2 produceert voor anderhalf miljoen Finnen. Daarmee hoeft Finland minder krampachtig miljarden uit te geven aan allerlei (andere) kostbare en vaak dwingende vormen van CO2-politiek.
Voorstanders van kernenergie, zoals Tim Gregory in zijn uitstekende Going Nucleair, berekenen dat met nog drie zulke reactoren alle elektriciteit in Finland voor 100 procent CO2-vrij is. Dat is een stoere bijdrage aan het klimaatprobleem, maar vooral ook aan de binnenlandse Finse politiek. De Finse groene partij is vóór nucleair. Bedenk hoeveel onze twisten over CO2 en klimaat zouden kalmeren wanneer GL/PvdA zich ook uitsprak voor nucleair en eerlijk kon zijn over de kosten en risico’s van wind op zee en van groene waterstof.
Bij het laatste slechte inflatiecijfer voor Nederland (2,8 procent) benadrukte DNB in het commentaar dat inflatie mede wordt gestuurd door inflatieverwachtingen. Wel, we horen deze week dat het met moeite gaat lukken om een verhoging van de benzineprijs met 20 cent nog één jaar uit te stellen. En we lezen dat investeringen in wind op zee stil vallen, tenzij bedrijven nog hogere subsidies krijgen van de belastingbetalers. En dan is er de bekabeling van het elektriciteitsnet die bij meer wind op zee nog weer tientallen miljarden extra gaat kosten. En dan de miljardendroom van groene waterstof… Met zulke inputs in de inflatieverwachtingen ziet het er niet goed uit.
Verschillen in inflatie met het buitenland cumuleren over de jaren. DNB heeft geen recept om zo’n gecumuleerd verschil in het prijspeil met andere landen weg te poetsen. De enige oplossing is dat Nederland extra productief wordt en dingen maakt (en doet) die weliswaar niet goedkoop zijn, maar unieker zijn dan wat buurlanden aanbieden. Dat vereist een beter ondernemersklimaat, een milder belastingstelsel en een ambtenarij die instructies krijgt – en opvolgt – om met meer begrip en minder bureaucratie om te gaan met boeren, bedrijven en burgers.
Eduard Bomhoff is voormalig hoogleraar monetaire economie en was in het verleden bestuurder bij twee grote pensioenfondsen.