Beleggers besteden steeds meer aandacht aan de vermindering van de koolstofintensiteit van hun aandelenportefeuilles. Een al te simplistische benadering van koolstofreductie kan echter problematische gevolgen hebben. Drie valkuilen spelen hierbij een rol.
[body]
1: Een beperkter universum van strategieën
Het universum van koolstofarme aandelenstrategieën is beperkt. Zelfs voor grote beleggers met een gesepareerd mandaat zijn niet alle aandelenbeheerders bereid om hun gewogen gemiddelde koolstofintensiteit (WACI) op maat te verlagen.
De interactie tussen koolstofintensiteit en “stijl” is het overwegen waard. Wereldwijde aandelenstrategieën met een quality of quality growth stijl hebben een gemiddelde WACI die ongeveer 70 procent lager ligt dan de MSCI World, deels door hun sterke focus op IT-aandelen. Anderzijds stellen wij vast dat low volatility en income strategieën een hogere gemiddelde WACI hebben dan de benchmark.
De bereidheid van de beheerder kan ook worden beïnvloed door het beleggingsproces. Het systematische karakter van de meeste low volatility strategieën maakt het gemakkelijker om de parameters voor de portefeuilleconstructie aan te passen.
2: Suboptimale of onbedoelde beleggingsresultaten
Een strikte doelstelling kan een beheerder er in theorie van weerhouden zijn strategie naar wens uit te voeren. Het kan de concentratie verhogen of high conviction beleggingen uitsluiten. De prestatieverschillen kunnen op bepaalde momenten positief en op andere momenten negatief zijn: het verwijderen van de “ergste overtreders” (zoals bedrijven die fossiele brandstoffen gebruiken) zou in de eerste helft van 2022 nadelig zijn geweest, maar in het eerste kwartaal van 2020 gunstig.
Beleggers moeten ook rekening houden met de enorme impact die de opname van Scope 3-emissies op het beeld zal hebben. Als we kijken naar WACI-cijfers die louter gebaseerd zijn op Scope 1- en 2-gegevens, lijken IT en financiële diensten relatief goedaardig (zij het met sub-segmenten met een hoge intensiteit zoals halfgeleiders), terwijl nutsbedrijven, materialen en energieaandelen de grootste vervuilers zijn. Een belegger die denkt dat koolstofvermindering eenvoudig is, door de WACI-cijfers te verlagen door een handvol aandelen te verwijderen, zal merken dat Scope 3-gegevens de taak moeilijker maken.
3: Ondermijning van “klimaat”-doelstellingen
Een lage koolstofvoetafdruk wordt vaak bereikt door de grootste vervuilers te mijden. Dit kan problematisch zijn omdat via deze bedrijven vaak de grootste impact kan worden gerealiseerd.
Er is ook een potentieel conflict tussen een koolstofarme focus en een focus op het klimaat. Carbon footprints gebruiken gegevens uit het verleden om een momentopname te maken van een huidige voetafdruk. Streven naar een koolstofarme portefeuille vandaag impliceert niet noodzakelijk een decarbonisatiepad. Een belegger die zich richt op de klimaattransitie kan vandaag een relatief hoge koolstofvoetafdruk hebben.
Deze drie valkuilen versterken het belang van een pragmatische, goed geïnformeerde benadering van de implementatie. Wat moeten onze CO2-reductiedoelstellingen zijn? Hoe moet CO2-reductie worden geïmplementeerd en gemeten? Betere antwoorden op deze vragen zijn misschien eerder complex dan eenvoudig. Toch is het bij dit onderwerp waarschijnlijk beter om ‘ongeveer gelijk’ te hebben dan ‘precies ongelijk’.
Frans Verhaar is senior director bij investment consultancy bfinance. Zijn column verschijnt in IO Institutioneel, die begin november bij abonnees is bezorgd.