Gastcolumn
5254262275_54f6891e31_c.jpg

De taak van de financiële sector als poortwachter voor de integriteit van het financiële stelsel is onhoudbaar en onbetaalbaar geworden. Buiten hoge kosten zijn er nog geen merkbare nadelige effecten voor de sector. Het leed ligt bij burgers die een fraudeurvinkje krijgen en ondernemers, kerken en goede doelen die worden geconfronteerd met een toeslag voor controle op witwassen en terrorismefinanciering. Uiteindelijk zal de sector zelf echter het kind van de rekening zijn. 

De kosten om onderzoek naar klanten uit te voeren en een risico-inschatting te maken, rijzen de pan uit. In de laatste jaren zijn grote afdelingen KYC (Know Your Customer) en CDD (Customer Due Diligence) opgetuigd. Daar waar voor een opsporingsbeambte jarenlange opleiding, psychologische tests en ervaring wordt vereist, is iemand met een cursus van enkele dagen al fraudecoördinator of -analist. 

De immense druk waaronder de sector gebukt gaat, wordt opgevoerd door sancties waarmee de sector te maken krijgt of dreigt te krijgen bij het niet goed genoeg uitvoeren van de poortwachtersfunctie. Hierdoor ontstaat er een anxiety bias, wat leidt tot onverstandige keuzes die op de lange termijn de sector zullen schaden. Doordat de toezichthouder weinig concreet is in hoe de sector haar poortwachtersfunctie dient in te richten, ontstaat grote onzekerheid: een vergrotende factor voor de anxiety bias.  

Risico-indicatoren worden hierdoor in sneltreinvaart vastgesteld. Iedere  financiële instelling heeft nog wel een digitale Excel-sheet waarin notities worden verzameld die medewerkers op een digitale interne memo in een klantdossier noteert over lastige klanten, ingewikkelde casuïstiek en bijzondere kenmerken. Samen met gegevens uit door de sector aan de consument beschikbaar gestelde apps en eigen statistieken over fraude, wordt dit gecombineerd tot risicosignalen en fraude-criteria. 

Confirmation Bias 

De fraude-criteria hebben echter hetzelfde effect als eigenschappen van een sterrenbeeld. Er is altijd wel herkenning in de desbetreffende klant. Net als met sterrenbeelden worden hierbij gemakshalve de punten die niet kloppen genegeerd en ligt de focus bij de zaken die lijken te kloppen. 

Het is gemakkelijker om te zeggen dat in het verleden verschillende fraudeurs een bepaald kenmerk hadden en deze klant zelf moet gaan bewijzen dat hij geen crimineel is. Afgaan op niet-objectieve en op onderbuikgevoelens gebaseerde risico-indicatoren, is een zeer gevaarlijke simplificatie van een veel complexer vraagstuk. 

Middeleeuwse methoden 

In de Middeleeuwen was er een indeling in waardige en onwaardige burgers. Risico-indicatoren voor onwaardige burgers waren bijvoorbeeld woonplaats, afkomst, etniciteit en beroep. Voor onwaardige burgers betekende dit dat men schuldig was tenzij het tegendeel werd bewezen. Een gerucht dat door een beledigd persoon werd verspreid, gold als indicatie voor een misdrijf. Een negatieve uitlating in de herberg over bepaalde karaktereigenschappen kon leiden tot een veroordeling van degene aan wie die eigenschappen werden toegeschreven. Alleen een rijke oom of tante met aanzien die instond voor je goede karakter, kon een kans op vrijspraak bieden. 

Tegenwoordig is het niet anders. Een negatieve recensie op internet, een verhaal op Facebook, een persoonlijke weerzin tegen bepaalde klanten en vooroordelen over eigenschappen leiden tot uitsluiting van de dienstverlening en framing als fraudeur, zonder dat de schuld hoeft te worden aangetoond met feiten. 

Vespasianus aanpak overheid

In het romeinse keizerrijk van Vespasianus dienden tollenaars belasting te bepalen en deze belasting te innen voor de staat. Een deel van de opbrengst mochten zij dan zelf behouden. Tevens dienden zij op straffe van sancties van de keizer erop toe te zien dat daar door de burger niet mee werd gefraudeerd. Vespasianus koos voor mensen die uit angst voor zware sancties het volk uitknepen. 

Uiteindelijk deed het volk zijn beklag en deed Vespasianus onderzoek. De conclusie was dan dat de tollenaars de bevolking hadden uitgebuit. Dat uitbuiting in opdracht van Vespasianus had plaatsgevonden en het Vespasianus was die er het meeste financieel op vooruit was gegaan, werd gemakshalve niet in acht genomen. Vespasianus strafte vervolgens de tollenaar door het ontnemen van vermogen. 

Voor de leeuwen geworpen

In de repressieve verzorgingsstaat van tegenwoordig heeft de centrale overheid zaken losgelaten richting gemeente en instellingen en nu dus ook naar de financiële sector. Zowel de kosten van het toezicht als de verontwaardiging en leed van de burger ten gevolge van de opsporingsmethodes zullen uiteindelijk worden afgewenteld op de financiële sector. 

Op het moment dat uitbuiting, willekeur en machtsmisbruik zal worden vastgesteld, zal niemand zich herinneren dat de sector de ondankbare taak van poortwachter kreeg opgelegd door diezelfde overheid waarbij repressief en preventief optreden een voorwaarde was die moest worden nagekomen, op straffe van zware sancties.       

Anne Abbenes is financieel psycholoog, trainer/coach, adviseur en onderzoeker van financieel gedrag. Zij is lector Behavioral Finance & Financiële Psychologie aan onder andere de UCLL (Associatie KU Leuven) en bestuurder bij het Financial Psychology Institute Europe®. Daarnaast is zij internationaal (court) mediator, onderhandelaar en arbiter en is zij master in financial planning.

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Public
Article type
Column
FD Article
No