gast.png

Risicotolerantie in kaart brengen is essentieel bij het samenstellen van een portfolio. De toezichthouders hebben hiervoor strenge richtlijnen uitgeschreven en de vragenlijsten zijn op basis van onderzoek opgesteld. Toch ligt er een gevaar op de loer, het gevaar van gedrag. De grootste risicofactor hierbij is de risico-inventarisatielijst.

Het telefoontje van die grote klant, die met paniek in de stem eist om de portfolio aan te passen op de huidige fluctuaties in de markt. Hoe kon dit nu gebeuren? Dit paniekgedrag sluit totaal niet aan bij de antwoorden op de risico inventarisatievragen. Aan het ontwerp van de vragen kan het ook niet liggen, het is aangetoond dat de lijsten betrouwbaar zijn, bijna iedereen gebruikt ze, indrukwekkende rapporten tonen aan dat het een uitstekende tool is om risicotolerantie vast te stellen. 

En uw score is… 

De score op de risico-inventarisatie is de basis bij het zorgvuldig in kaart brengen van wensen, doelen, verwachte opbrengsten en beleggingshorizon. Hiermee wordt de investering van de cliënt ingedeeld in een objectieve beleggingscategorie met vaak in percentages aangegeven standaardafwijkingen of weinig tot de verbeelding sprekende benamingen. Met deze indeling stopt het risico-inventarisatieproces en wordt de belegger in spe ingedeeld geadviseerd. 

Meten is weten

Vanuit wetenschappelijk oogpunt missen de risico-inventarisatie-tests zeker een paar belangrijke pijlers. De validiteit is niet goed onderbouwd en de tests zijn niet onderworpen aan een peer-review. Risicotolerantie heeft verschillende aspecten waarvan het belangrijkste aspect, het gedrag, geheel onderbelicht blijft. De bereidheid om risico’s te tolereren is heel iets anders dan de individuele bodemgrens om risico’s te accepteren. Om de daadwerkelijke risicotolerantie in kaart te brengen, zal er meer afgewogen moeten worden dan er nu voorhanden is aan standaardvragen. 

Risico’s van de risico-inventarisatie 

Tolerantie betekent “verdraagzaamheid van afwijkingen”. De tests willen een gedragsaspect duiden door feitenkennis te meten. De tests zijn niet meer dan een aantal “kies het goede antwoord” vragen die je iedere avond in diverse TV-programma’s voorbij ziet komen. 

In de praktijk blijkt er een enorm verschil te zijn tussen de daadwerkelijke risicotolerantie en de  ingevulde vragenlijst. Net als dat we op de bank thuis de juiste antwoorden weten terwijl de deelnemers aan de Quiz op tv het geldbedrag mislopen, reageren we zelf heel anders wanneer we daadwerkelijk in de situatie komen te verkeren zodra we met euro’s te maken krijgen.   

Geslacht en het weer van vandaag

Onderzoek wijst uit dat mannen over het algemeen meer bereid zijn tot het nemen van risico’s dan vrouwen, althans dat is de uitkomst  van de ingevulde risico-inventarisatielijsten. Aangetoond is dat de risicotolerantie in de praktijk enorm afwijkt van de ingevulde lijsten. Mannen geven eerder een hogere risicobereidheid op dan vrouwen.

De daadwerkelijke bereidheid in de praktijk tussen mannen en vrouwen is echter gelijk. Ook is de ingevulde risicobereidheid afhankelijk van of de adviseur een man of een vrouw is. Zodra er sprake is van een adviseur van het andere geslacht wordt een hogere risicobereidheid opgegeven. Mannen hebben bij een mannelijke adviseur de neiging een hogere risicotolerantie in te vullen. Ook factoren als zonnig weer, of iemand uitgeslapen is, etc. heeft invloed op wat wordt ingevuld.  

Verdraagzaamheid is misleidend  

Verdraagzaamheid is geen stabiel gegeven. Naast de externe invloeden heeft ook hetgeen verankerd is in ons brein een grote invloed op de risicotolerantie. Ons brein wil pijn vermijden, dat kan tot extreme reacties lijden. Als iemand in het verleden is geconfronteerd met grote verliezen kan dit, door verlies te willen vermijden leiden tot een verlaagde risicotolerantie. Anderzijds zal iemand het verlies goed willen maken, wat uitmondt in een verhoogde risicotolerantie. Een stijgende markt werkt verhogend op de risicotolerantie zoals een dalende markt een dalend effect geeft.

Focus 

De adviseur die nadruk legt op bepaalde resultaten beïnvloedt de risicotolerantie. De focus ligt bij het einddoel, vaak is dat een doelbedrag. Wat er gebeurt op de weg ernaartoe komt vrijwel niet aan de orde bij het samenstellen van het portfolio. De adviseur schroomt vaak om nadruk te leggen op mogelijke nadelen. Het accent leggen en voorbereiden op de nadelige afwijkingen geeft een beeld van de daadwerkelijke verdraagzaamheid. Door riscio-inventarisatievragen te verschuiven naar of iemand een uitgestippelde koers wil blijven varen als de koersen op de beurs dalen, bepaalt de daadwerkelijke mate van risicotolerantie. 

Anne Abbenes is financieel psycholoog, trainer/coach, adviseur en onderzoeker van financieel gedrag. Zij is lector Behavioral Finance & Financiële Psychologie aan onder andere de UCLL (Associatie KU Leuven) en bestuurder bij het Financial Psychology Institute Europe®. Daarnaast is zij internationaal (court) mediator, onderhandelaar en arbiter en is zij master in financial planning.

Author(s)
Categories
Access
Limited
Article type
Column
FD Article
No