Gastcolumn
5254262275_54f6891e31_c.jpg

Huiverend kijken vermogensbeheerders naar de S&P 500. Zodra een magisch aantal punten in zicht komt, leidt dat tot een explosie van verontruste telefoontjes naar vermogensbeheerders. De adrenaline van beleggers doet hierbij niet onder voor die van fanatieke bejaarden tijdens de wekelijkse bingo. Er moet iets gebeuren en wel gister. Menig vermogensbeheerder is een zenuwinzinking nabij en reageert zelf ook als de eerste de beste holbewoner. 

FOBO & FOMO 

FOMO, de angst om iets te missen, lijkt de oorzaak van de explosie aan telefoontjes ten gevolge van de bewegingen in de S&P 500. De vermogensbeheerder moet het sussen en de beleggers vanuit expertise overtuigen. Dit heeft namelijk hetzelfde effect als iemand met hoogtevrees over een koord tussen twee bergtoppen laten lopen. 

In deze situatie heeft FOMO een groot gehalte FOBO ofwel de angst voor betere opties, die alleen door de vermogensbeheerder worden gepresenteerd. Deze opties zijn niet overal te vinden op social media en kunnen daardoor nooit goed zijn. 

De combinatie van FOMO en FOBO vertegenwoordigt een diep gevoel van afgunst, tast zelfvertrouwen aan en leidt tot stress. Bij stress wordt het gedeelte van het brein waarmee logisch kan worden nagedacht en zaken in perspectief worden gezet, uitgeschakeld. Het oerbrein regeert. 

Erbij willen horen  

Beleggingen zijn nog abstracter dan het begrip geld. Alles wat het oerbrein niet kan bevatten, vertrouwt het niet. Om het oerbrein enigszins gerust te stellen, is de S&P 500 ontstaan. De S&P 500 bestaat uit de meest toonaangevende bedrijven. Dit creëert het gevoel bij een succesvolle groep te horen en vervult dus de meest instinctmatige basisbehoefte. 

Voor onze voorouders was het bij een groep horen van levensbelang. Immers buiten de groep in je ééntje, overleefde je niet. Daarnaast was de positie in de stam belangrijk. Door zoveel mogelijk op de leider te lijken, was jouw plek in de stam verzekerd en dus de overlevingskans groter. 

Het eigen leven, hier de ontwikkelingen in de portefeuille, wordt vergeleken met de hoogtepunten van anderen. Goede berichten over de S&P 500 geven een signaal naar het oerbrein dat je zult overleven. 

Overoptimisme Bias 

Overoptimisme is de neiging tot overschatting van positieve gebeurtenissen waarbij de waarschijnlijkheid dat een negatieve gebeurtenis zal plaatsvinden wordt geëlimineerd. De S&P 500 vormt het uitgangspunt waarmee beleggers zich vereenzelvigen. De drang die daaruit voorkomt, is niets anders dan een “wat zij hebben, wil ik ook want dan ben ik veilig”. Hierdoor lijken bepaalde handelingen die tegemoet komen aan de instinctieve behoefte om “erbij te horen” meer haalbaar en positiever dan ze daadwerkelijk zijn.  

Bias komt nooit alleen

De S&P 500 als leidraad resulteert in overmoed. Overmoed is de overdrijving van het eigen kunnen om de nabije toekomst te voorzien. De S&P 500 is daarbij het referentiepunt, het anker. De ankerbias zorgt ervoor dat de belegger volledig afhankelijk is van de informatie die hij via social media verkrijgt, waarbij de S&P 500 als heilig anker wordt verafgood. De vermogensbeheerder is stuurloos. Zodra een anker is uitgeworpen, kan de boot geen andere richting meer opvaren, al is er tot in detailniveau een realistische koers uitgestippeld. 

Vermogensbeheerder is Fred Flintstone 

Biases vermijden de cognitieve belasting en dat is nu net waar het oerbrein behoefte aan heeft. De reacties van beleggers zijn tegenwoordig heftiger. De onzekerheid van de huidige economische situatie en de pandemie van de afgelopen jaren vergroot de behoefte ergens bij te horen en dus te overleven.   

Niets menselijks is de vermogensbeheerder vreemd en ook hier neemt het oerbrein het over. Afwijzing door de belegger wordt namelijk gerelateerd aan uit de stam gezet worden en daardoor niet kunnen overleven. Vanuit de primitieve behoefte aan veiligheid vervalt de vermogensbeheerder in technisch jargon. Het oerbrein van zowel de vermogensbeheerder als de belegger maakt duidelijk dat het op zoek is naar connectie met anderen en een gevoel van erbij horen. 

Connectie maken met de belegger op menselijk niveau laat zien dat je geen vijandige stam bent. Dit is de enige manier om zowel de Fred Flintstone in de klant als in jezelf gerust te stellen zodat de schakelaar kan worden omgezet en het rationele gedeelte van het brein weer mee kan doen. Pas dan is er ruimte voor technische beschouwing van de portefeuille.  

Anne Abbenes is financieel psycholoog, trainer/coach, adviseur en onderzoeker van financieel gedrag. Zij is lector Behavioral Finance & Financiële Psychologie aan onder andere de UCLL (Associatie KU Leuven) en bestuurder bij het Financial Psychology Institute Europe®. Daarnaast is zij internationaal (court) mediator, onderhandelaar en arbiter en is zij master in financial planning.

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Public
Article type
Column
FD Article
No