Han de Jong
Han de Jong

Hoera! De Amerikaanse inflatie is voor het eerst sinds maart 2021 onder de 3 procent gezakt. In juni 2022 werd een piek bereikt van 9,1 procent en met de 2,9 procent in juli 2024 is de 2 procent-doelstelling van de Fed in zicht. Daarmee komen ook renteverlagingen zeer dichtbij.

De vraag is uiteraard hoe zeker het is dat het goed gaat komen. De Fed kan het zich niet permitteren om met renteverlagingen te wachten tot ze 100 procent zeker is. Het niveau van de officiële rente is zeker restrictief en dat blijft zo wanneer de rente iets wordt verlaagd. Het monetaire beleid werkt met lange en variabele vertragingen, al zijn die – zoals Fed-baas Powell regelmatig benadrukt – nu minder lang dan ze in het verleden waren. Centrale bankiers ontkomen soms niet aan een ‘leap of faith’.

Door de pandemie is de economie hevig door elkaar geschud. En dat geldt ook voor het inflatiebeeld. Met enige goede wil kunnen we de ontwikkeling van de inflatie sinds het uitbreken van de pandemie in diverse fases beschrijven.

In eerste instantie was er sprake van dalende prijzen doordat de vraag naar producten deels wegviel en energieprijzen fors daalden. Dat duurde slechts een paar maanden. Door de steunmaatregelen herstelde de vraag, terwijl de productie juist inzakte door de lockdowns. Supply chains raakten verstoord en de prijzen van goederen zetten een forse stijging in. Vervolgens stegen ook de energieprijzen en in het kielzog daarvan de voedselprijzen. De oorlog in Oekraïne versterkte die ontwikkeling.

De lonen reageerden met een vertraging, maar toen die ook de weg omhoog hadden gevonden liep de inflatie in de dienstensector op. Tegelijkertijd namen de logistieke verstoringen af waardoor de goedereninflatie terugliep en de prijzen van veel goederen zelfs daalden. Je kunt dat zien als een normalisering.

Stand van zaken

Dat is min of meer waar we nu zijn. De prijzen van veel goederen dalen, de inflatie bij energie en voedsel is verdwenen, maar in de dienstensector is de inflatie nog hardnekkig, al matigt die ook. Aangezien de conjunctuur wat zwakke plekken vertoont, zal de inflatie in de dienstensector wellicht verder afnemen.

Wat mij opvalt is hoe groot de verschillen zijn tussen de prijsstijgingen bij de verschillende individuele goederen en diensten. Natuurlijk zijn er altijd verschillen, maar die zijn in de pandemie fors toegenomen en nog zeker niet verdwenen. De onderstaande tabel maakt dat duidelijk. Het is natuurlijk een willekeurige greep uit de details van de inflatiestatistieken (en deels is er sprake van overlap).

tabel1

Natuurlijk kun je stellen dat die diensteninflatie verder zal afnemen en dat het totale inflatiecijfer dan soepel naar 2 procent zal bewegen. Maar je kunt daar tegenin brengen dat de prijsdalingen bij veel goederen die de inflatie de laatste tijd hebben gedrukt niet zullen voortduren, zeker niet in het huidige tempo.

Louter zevens of vijven en negens

Ik zou het verschil tussen de situatie van vóór de pandemie en die van nu willen vergelijken met twee middelbareschoolleerlingen die met hun Paasrapport thuiskomen. Beiden hebben gemiddeld precies een zeven. De ene heeft voor alle vakken een zeven, terwijl de ander voor de helft van de vakken een negen heeft en voor de andere helft vijven. De ouders van welke leerling zullen zich het meest zorgen maken?

De Fed zal in september ongetwijfeld de rente verlagen. Gelet op de onzekerheid ligt een verlaging met een kwart procent voor de hand. Doordat de Amerikaanse officiële rente waarschijnlijk ruim boven ‘neutraal’ ligt, denk ik dat de Fed op zeker moment het tempo van versoepeling zal opvoeren, want in zekere zin kun je stellen dat Powell c.s. ‘behind the curve’ zijn. Dat is niet voor het eerst. Het kan nog best spannend worden.

Han de Jong is voormalig hoofdeconoom van ABN Amro. Hij schrijft wekelijks voor Investment Officer over economie en markten. Meer informatie over zijn visie kunt u lezen op Crystal Clear Economics.

Author(s)
Categories
Access
Members
Article type
Column
FD Article
No