De ministers van Financiën van de G7 vergaderden vorige week over de sancties die zijn opgelegd aan Rusland sinds de start van de oorlog tegen Oekraïne. De EU alleen al heeft dertien sanctiepakketten ingesteld. De maatregelen variëren van inreisverboden tot handelsrestricties en het bevriezen van Russische tegoeden. Nu wordt zelfs inbeslagname overwogen.
Bij elk nieuw pakket benadrukken EU-vertegenwoordigers en “sanctiedeskundigen” het belang ervan. Maar het is de vraag hoe effectief ze zijn. De handelsrestricties, bijvoorbeeld, zijn allerminst waterdicht, want Rusland kan ze ontlopen door import via derde landen. Duitse statistieken laten zien dat dit waarschijnlijk op aanzienlijke schaal gebeurt. Verder heeft Rusland de exportopbrengsten uit olie en gas redelijk op peil weten te houden door veel meer te leveren aan onder andere China en India, zij het met prijskortingen.
Voor ons zijn de kosten van de sancties aanzienlijk. De Europese gasprijs is veel hoger dan voor de oorlog en ook hoger dan in andere delen van de wereld. Zo lijden we een welvaartsverlies en verslechtert onze concurrentiepositie.
Beter doorstaan dan verwacht
Uit de wetenschappelijke literatuur blijkt dat de effectiviteit van economische sancties nogal beperkt is. Dat geldt zeker wanneer het gesanctioneerde land een stevige eigen economie heeft en economische relaties kan aanknopen of verdiepen met landen die geen sancties opleggen.
Eén ding is volstrekt helder: de sancties hebben (nog) niet geleid tot beëindiging van de oorlog. Maar misschien moeten we ze breder beoordelen. Zo kan het zijn dat de sancties andere landen er nu of in de toekomst van weerhouden agressie te ontwikkelen. Daarnaast beantwoorden sancties aan een behoefte aan rechtvaardigheid. Een belangrijke vraag is wel hoeveel schade onze sancties aan de Russische economie toebrengen.
In april 2022 schatte het IMF dat de Russische economie door de sancties wel met 8,5 procent zou krimpen in dat jaar. Dat viel nogal tegen. De krimp bedroeg in 2022 slechts iets meer dan 1 procent. In 2023 kwam de economische groei zelfs weer op gang. Als we de statistieken mogen geloven, zijn het ondernemers- en het consumentenvertrouwen momenteel hoog, boekt het land nog altijd ruime overschotten in de internationale handel en staan de overheidsfinanciën er alleszins redelijk voor.
De Russische economie heeft de golf aan sancties duidelijk veel beter doorstaan dan verwacht. De EU verklaart dat door erop te wijzen dat momenteel in Rusland sprake is van een oorlogseconomie, die steeds meer geïsoleerd raakt, steeds meer afhankelijk wordt van Chinese technologie en waarvan de vooruitzichten op langere termijn somber zijn. Is dat slechts wensdenken?
Het negatieve beeld wordt niet bevestigd door de recente cijfers over de Russische economie. Maar, wie weet? Misschien is het een kwestie van stug volhouden en geduldig blijven. In de persconferentie na de laatste beleidsvergadering van de Russische centrale bank zei Elvira Nabiullina, de president, letterlijk: “Intensifying sanction pressure and the threat of secondary sanctions are the main constraint on foreign trade.”
De langere termijn
Ik vraag mij verder af wat de perspectieven zijn op de langere termijn. Onze sancties hebben de populariteit van Poetin onder de Russische bevolking niet geschaad. Eerder hebben ze anti-westerse gevoelens aangewakkerd. Poetin verdwijnt op een zeker moment, maar de Russen blijven altijd onze grondstofrijke buur. Wat voor soort relatie willen we op langere termijn met hen? Vormen onze sancties nu een probleem voor de relatie in de toekomst?
Een andere vraag is of we de Russen economisch en politiek niet in de armen drijven van China, waarmee onze relatie ook al gespannen is. Willen we dat?
Ik heb de nodige scepsis over de sancties. Vooralsnog lijken ze niet erg effectief en de kosten voor onszelf zijn aanzienlijk. De gevolgen op langere termijn zijn volgens mij bovendien niet onverdeeld gunstig. In de literatuur wordt gesteld dat sancties tegen een militaire agressor nooit in de plaats kunnen komen van financiële en militaire bijdragen aan het gesteunde land. Dat roept de ultieme vraag op of sancties zin hebben als onze bereidheid om Oekraïne financieel en militair te steunen toch beperkt is.
Han de Jong is voormalig hoofdeconoom van ABN Amro. Hij schrijft wekelijks voor Investment Officer over economie en markten. Meer informatie over zijn visie kunt u lezen op Crystal Clear Economics.