Han de Jong
Han de Jong

Het was een potsierlijke vertoning. Trump zwaaide in de ‘rose garden’ van het Witte Huis bij de bekendmaking van de wederkerige invoerheffingen met een dik boek. Ik dacht dat het boek, ‘Foreign trade barriers’, de ingewikkelde berekeningen zou bevatten op basis waarvan de nieuwe heffingen zijn vastgesteld. Nu blijkt dat die zijn gebaseerd op een simplistische formule, totaal gespeend van enige economische rationaliteit.

Het is niet voor het eerst dat de Amerikanen invoerheffingen instellen, of verhogen. Sterker nog, het fundament van de Amerikaanse economische opgang werd meer dan 200 jaar geleden gelegd met behulp van invoerheffingen.

Alexander Hamilton, de eerste minister van Financiën in de VS, was een van de belangrijkste auteurs van de ‘Federalist papers’, een reeks artikelen die werden geschreven aan het einde van de achttiende eeuw. Zij vormen de basis voor de inrichting van het Amerikaanse staatsbestel. In zijn ‘Report on manufactures’ (1791) legde Hamilton de basis voor de Amerikaanse strategie ten aanzien van de eigen economische ontwikkeling. En die basis bestond voor een belangrijk deel uit protectionisme. De Amerikaanse industrie moest worden afgeschermd tegen buitenlandse concurrentie. In zekere zin gaat Trump nu terug naar het beleid van Hamilton.

2025 versus 1791

De situatie is echter compleet anders dan toen. Destijds was het land wat je tegenwoordig een opkomende economie noemt. Nu is de Amerikaanse economie de nummer één in de wereld. Je zou dus kunnen stellen dat de Amerikanen wel wat meer begrip en compassie zouden mogen hebben met andere landen die momenteel hetzelfde proberen als de Amerikanen destijds.

Verder zijn productie- en distributieketens nu veel meer internationaal verweven dan toen, waardoor het waarschijnlijk moeilijker en kostbaarder is om je eigen economie te isoleren.

Alom komen de reacties op de nieuwe Amerikaanse heffingen erop neer dat ze gek zijn geworden, er niets van begrijpen en zichzelf in de voet schieten. Misschien is dat allemaal juist. Toch merk ik op dat Trump het geschopt heeft tot president in de VS, en ik tot ‘huiseconoom’ bij BNR. Er zal wel een reden voor dat verschil zijn. Daarom lijkt het me onverstandig Trump direct weg te zetten als een idioot die er niets van begrijpt. Beter is het om te pogen de gedachtegang achter de Amerikaanse heffingen te doorgronden.

De gangbare opvattingen over internationale handel gaan terug tot David Ricardo. In 1817, dat wil zeggen jaren nadat Hamilton in 1804 overleed aan de verwondingen van een heus duel, verwoordde deze Britse econoom zijn inzichten omtrent comparatieve kostenverschillen, nog altijd de basis van de heersende theorie van de internationale handel.

Een alternatieve handelstheorie

Het interessante is nu dat Trump en zijn adviseurs die standaardtheorie feitelijk in twijfel trekken. Kort door de bocht zegt de heersende opvatting dat elke belemmering van internationale handel de wereldwijde arbeidsverdeling frustreert en daarom schadelijk is. Wie toch invoerheffingen oplegt, benadeelt de eigen consumenten want die worden geconfronteerd met hogere prijzen en dragen zodoende de last van de invoerheffingen.

Dat laatste vechten Trump en zijn adviseurs aan. Zij menen dat de Amerikaanse markt cruciaal is voor de handelspartners en dat die geen of onvoldoende alternatieve afzetmarkten hebben. Daardoor kunnen buitenlandse producenten zich geen afzetverlies in de VS veroorloven, kunnen ze hun prijzen op de Amerikaanse markt zodoende niet of nauwelijks verhogen en zijn ze zo gedwongen om de invoerheffingen zelf te absorberen. De last van die heffingen komt aldus uiteindelijk bij de buitenlandse leverancier terecht, niet de binnenlandse consument.

Of de zienswijze van Trump c.s. klopt, gaan we beleven. We zijn getuige van een groots en spectaculair experiment op het gebied van het economisch beleid. Als Trump en zijn adviseurs ernaast zitten en de economische ontwikkeling teleurstelt, zullen de Republikeinen bij de ‘mid-term elections’ volgend jaar een gevoelige nederlaag lijden en wordt president Trump vleugellam. Maar als ze gelijk blijken te hebben, dan moeten we de theorie van de internationale handel herzien en Trump voordragen voor de Nobelprijs voor de economie. Die zal hij dan vast met de van hem bekende bescheidenheid in ontvangst nemen. Liefst in de ‘rose garden’, schat ik in.

Han de Jong is voormalig hoofdeconoom van ABN Amro. Hij schrijft wekelijks voor Investment Officer over economie en markten. Meer informatie over zijn visie kunt u lezen op Crystal Clear Economics.

Author(s)
Categories
Access
Members
Article type
Column
FD Article
No