Han de Jong
Han de Jong

Laat ik er maar eerlijk voor uitkomen: ik heb minder een hekel aan Trump dan de gemiddelde Nederlander. Moeilijk is dat niet. In een opiniepeiling zag ik dat 13 procent van de Nederlanders op Trump zouden hebben gestemd in november, tegenover bijna 50 procent van de Amerikanen. Kamala Harris kreeg iets meer dan 48 procent van alle stemmen.

Vermont was de staat waar Trump procentueel de minste stemmen kreeg, maar toch nog ruim 32 procent. Waarom zijn Nederlanders zoveel negatiever over Trump dan de al behoorlijk anti-Trump inwoners van Vermont?

Hou me ten goede; ik sta bepaald niet te applaudisseren bij alles wat de nieuwe regering doet, maar de neiging om hun beleid bij voorbaat af te keuren en belachelijk te maken, kan ik onderdrukken. In plaats daarvan lijkt het mij verstandig na te denken over wat Trump met zijn vaak wild overkomende acties nou eigenlijk probeert te bereiken.

Wat dat betreft is Trump vaak onnavolgbaar. Eerder claimde hij ‘tariff man’ te zijn. Nieuwe importheffingen zouden hem in staat stellen de federale inkomstenbelasting af te schaffen zonder een ernstige verslechtering van de overheidsfinanciën te veroorzaken. Je kunt op een bierviltje uitrekenen dat dat onmogelijk is. Onzin dus.

Wederkerig of MFN

Nu komt hij met ‘wederkerige invoerheffingen’. Hij wil producten uit alle landen dezelfde heffingen opleggen als die landen aan Amerikaanse producten opleggen. Dat klinkt niet onredelijk, zou ik zeggen. Wel doorkruist Trump daarmee een belangrijk uitgangspunt waarop de ordening van de wereldhandel na de Tweede Wereldoorlog is gebaseerd: het ‘Most Favoured Nation’ (MFN) principe.

Dat MFN moeten we wel in historisch perspectief beschouwen. Na de oorlog werd de internationale handel belemmerd door hoge invoerheffingen. De noodzaak die heffingen te verlagen werd weliswaar breed gedeeld, maar over hoe dat zou moeten bestonden meningsverschillen. Het MFN-principe schreef voor dat als een land de invoerrechten voor een handelspartner verlaagde, het datzelfde tarief ook moest hanteren voor import uit alle andere landen. Eigenlijk was de MFN daardoor een mechanisme dat de verlaging van importheffingen wereldwijd bespoedigde. Inmiddels is de situatie veranderd en zijn importheffingen over het algemeen vrij laag. Dus misschien kunnen we gerust afscheid nemen van de MFN, al biedt het ‘Trump-regime’ ruimte aan willekeur en leidt het wellicht tot onoverzichtelijkheid.

Op zich valt voor wederkerige importheffingen mijns inziens veel te zeggen. Neem het voorbeeld van auto’s. Wij heffen 10 procent op de import van Amerikaanse auto’s, zij 2,5 procent op de import van de onze. Het lijkt mij niet onredelijk om met de Amerikanen te onderhandelen en dat gelijk te trekken. Daar komen we wel uit.

Helaas is daarmee het verhaal niet afgelopen. De internationale handel wordt ook door andere zaken belemmerd dan importheffingen. Economen spreken van ‘non-tarifaire’ belemmeringen. Die zijn soms bedoeld om import tegen te gaan, maar soms is de handelsbelemmerende werking een onbedoeld (zij het misschien niet altijd onwelkom) neveneffect.

Gestrekt been

Trump windt zich wat de EU betreft onder andere op over ons btw-systeem, onze strikte voedselvoorschriften (waardoor veel agrarische producten uit de VS geen toegang hebben tot onze markt) en ook over het feit dat grote Amerikaanse technologiebedrijven door de EU zwaar zijn beboet.

Het probleem daarbij is dat niet direct evident is wat we redelijkerwijs kunnen of zouden willen doen om met Trump tot een vergelijk te komen. Evenmin is duidelijk hoe hij dit soort (vermeende) non-tarifaire handelsbelemmeringen wil vergelden. Je moet vrezen dat hij daarbij de tactiek van het gestrekte been zal volgen.

Vorige week schreef ik hier dat je op een bully als Trump rustig en niet emotioneel moet reageren. Een lik-op-stukbeleid past daar niet bij. Daarop heb ik nogal wat reacties gekregen van mensen die menen dat ik de plank missloeg. Zij vinden juist dat we stevig moeten reageren en niet over ons heen moeten laten lopen. Misschien hebben ze gelijk.

Ik hoor veel economen zeggen dat er bij een handelsoorlog alleen maar verliezers zijn. Dat is wellicht zo, maar de verliezen kunnen wel behoorlijk uiteenlopen. De ene partij lijdt grotere verliezen dan een andere. Dat is misschien ook iets om rekening mee te houden. Wordt vervolgd…

Han de Jong is voormalig hoofdeconoom van ABN Amro. Hij schrijft wekelijks voor Investment Officer over economie en markten. Meer informatie over zijn visie kunt u lezen op Crystal Clear Economics.

Author(s)
Categories
Access
Members
Article type
Column
FD Article
No